Wilhelmina en haar stelletje te Londen

De volgende dag ontbood de Koningin haar ministers op een der gazons achter Buckingham Palace. In het paleis kon ze het groepje niet ontvangen als gast van George VI. Want ze ging iets onherleidbaars staatsrechtelijks doen. Dat kon ze niet onder het dak van een andere soeverein. Ze ging de heren zeggen, wat er te gebeuren stond. Waarschijnlijk op het moment dat Winkelman met Von Küchler over de capitulatie onderhandelde. Zij wilde “het stelletje” – zo noemde zij de ministers uit het kabinet-De Geer in correspondentie met haar dochter Juliana al een tijdje – vermoedelijk duchtig de wacht aanzeggen. De Geer had ze in Nederland al leren kennen als een weifelmoedig, alles subtiliserend legalist, die zorgelijk de situatie in West-Europa trachtte te vatten in juridische, vooral geruststellende formules. De neutraliteit, zoals De Geer die interpreteerde, neerkomend op een angstvallig overal buiten blijven. Zie voor de aspecten daarvan onder meer: https://gerardstrijards.nl/nederlands-neutraliteit-i/ en de volgende Blogs over deze Nederlandse neutraliteitspositie.

De Geer had in menig openbare toespraak doen blijken, dat hij meende dat wéér een Europese oorlog de menselijke beschaving totaal zou vernietigen. Nederland kón dat Armageddon niet overleven. Dus moest het er buiten blijven. Wilhelmina zag het anders, maar zij scheidde dan ook zorgvuldig Nederlands politieke zelfstandigheid van die van het staatkundig rechtsbelang van de Oranjedynastie. Zij zag zich nu op de plaats van Willem III, de koning-stadhouder. Hij had zijn dynastieke belangen binnen het toenmalig machtsevenwicht willen veiligstellen, waarbij de Republiek voor hem alleen maar een soort springplank was geweest om dat te bereiken. Daarom was hij op 4 november 1688 scheep gegaan met een immense vloot naar Engeland vanuit Hellevoetsluis. Hij had daarbij op het oog zijn soevereiniteitskring uit te breiden, daar had hij het grote Engelse veldleger bij nodig. De Hollandse Staten zouden hem zulk een geduchte militaire schare nooit gunnen, dat had de geschiedenis steeds weer bewezen. Daarom was Willem ook genoodzaakt geweest Londen op 18 december daaraanvolgend te bezetten. Met Londen achter zich kon hij koning worden van Engeland en Ierland. En met de daardoor te zijner beschikking staande troepen kon hij vervolgens weer teruggaan naar het Europese vasteland om daar een nieuw machtsevenwicht vestigen waarbij de Oranje-dynastie leidinggevend werd. Dat was nu ook het voornemen van Wilhelmina. Daarom was zij, ongehinderd door het “stelletje” alleen overgestoken met wat mensen uit haar hofcôterie. Dit was een zaak van soevereinen onder elkaar: George VI en Wilhelmina. Daar kon zij haar stelletje niet bij gebruiken.

Toch was het stelletje als hinderlijke kleefplakpleisters aan haar rokken blijven hangen. Ze dacht ze nu eens terdege te briefen. Wat ze precies heeft gezegd, daar op dat gazon, waar haar ministers bij elkaar stonden als verwaaide opgejaagde spreeuwen, in hun door het reizen verfomfaaide burgerkloffies met het gisteren ook gedragen overhemd, weten we niet. We weten uit dagboekaantekeningen van sommige ministers, dat de koningin hen “kordaat” toesprak. Ze stelde de onontkoombaarheid van haar besluit om haar gezag vanuit Londen verder uit te oefenen als een onbetwistbaar feit voorop. Verder, dat de oorlog diende te worden voortgezet. Voorts dat zij daar leiding aan dacht te geven. Haar regeringsgezag was ongeschonden. De heren dienden dat te handhaven. Ze konden gaan. Bolkestein,  de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen tekende aan, dat hij zich versterkt wist door deze korte aanzegging. Wat de anderen ervan hebben gedacht weten we al helemaal niet. Welter, Van Kleffens en Dijxhoorn zaten in Parijs, dus véél kan de Koningin hiermee  staatsrechtelijk niet hebben bereikt. In de avond van de 15e om elf over acht, hield de Koningin een persoonlijke radiotoespraak via de BBC in het Engels. Een heel korte.

De ministers wisten daar niet van. Ze had niet overlegd. Ze had geen tekst ter inzage gegeven aan De Geer. Gezegd werd, dat de tekst “hoogdravend” was, maar authenthiek bewaard is ze niet. De Parlementaire Enquête-Commissie inzake het regeringsbeleid 1940-1945 heeft er een weergave van weten te produceren, maar de bebronning daarvan is betwistbaar.  Ze geschiedde op hoogstpersoonlijk initiatief van Wilhelmina. Een regeringsverklaring over de positie van Nederland als westelijk geallieerde was ze dus niet. De toespraak rept van Nederland als lid van de christelijke beschaving aan de zijde van de geallieerden optredend tegen de moordpartijen van barbarisme. Over de beschikbaarheid van Nederlands strijdmiddelen rept ze niet en de vraag is ook hoe deze aanzegging in Nederlandsch-Indië werd ervaren, áls men deze toespraak aldaar al heeft opgevangen.  Veel opzien baarde ze ook niet. Ze zal dus wel ongeveer de weergave zijn, van de aanzegging daar op dat gazon van Buckingham Palace. De ministers moest de wacht worden aangezegd, vooral De Geer. Nederland vocht onder háár leiding door. Het was de leden van het stelletje niet toegestaan daaraan te twijfelen. Dat mocht de wereld ook nog eens vernemen.

[