Doel van het EDG-leger

Als Merz in de hier voorgestane module van een gemeenschapsleger het voortouw zou nemen op de 25e juni aanstaande, moet hij ook meteen het militair-strategisch doel van deze militaire organisatie kunnen opgeven. De NAVO is tot 1975 redelijk succesvol geweest. En zulks,  omdat ze haar alliantiedoelen vrij goed kon definiëren in geopolitieke termen: het afschrikken van het oprukkend Oostelijk Communistische Blok náár het Westen. De NAVO gaf hiermee meteen ook aan waar haar statutaire militaire actieradius lag: die lag niet in Het Verre Oosten, niet in Zuid-Amerika, maar in het transatlantische westelijke gebied, omvattende de USA, de leden van de daar gelegen Common Wealth-Staten van Groot-Brittannië, dus Canada, diens Arctische Economische Zônes, en gedeeltelijk, na 1963,  in het Turkse gebied waar ooit de Ottomanen koloniale aanspraken effectief hadden kunnen hard maken in het Midden- en Nabij Oosten. De aanspraken reikten tot in het huidig Iran. Dus dat ging eigenlijk al wel héél ver. Als we letten op de dreigende nucleaire escalaties van dit moment misschien te ver.  Ik noem 1963 omdat toen de onderhandelingen werden voltooid met Ankara over een Associatieverdrag met de toenmalige EEG, waarin, gek genoeg, ook verwezen werd naar NAVO-verplichtingen. Den Haag moet dus alert zijn. Want Trump zal nu West Europa graag ook in die escalatie betrekken. Waarom niet? Vanuit zijn standpunt bekeken is daar nu net niets tegen.

Destijds kreeg Het Westen mondiaal optater na optater bij de geldig making van zijn militaire invloedssferen, zeker, omdat toen overduidelijk bleek dat Groot-Brittannië en Frankrijk militair op hun retour waren. De Cuba-crisis liet dat duidelijk uitkomen: de USA was hier de hoofdspeler. Londen en Parijs konden aanschuiven. Maar geen militaire extraterritoriale strategie meer afdwingen. De Suezcrisis van 1956 had dat erbarmelijk doen uitkomen. Deze mogendheden hadden daarbij hun hand deerlijk overspeeld. Merz moet nu trachten, voorlopig als voorstel, dat voorgestane EDG-leger een ruimtelijk heerschappijbereik verdragsrechtelijk te doen gunnen door de Europese partijen in Den Haag verenigd. Dat moet dan een goed gemotiveerde suggestie zijn. Maar ze moet ook doen uitkomen, als oppering, dat invloedssferen in het Arctisch rechtsgebied zoals naar aanleiding van het Verdrag van Montego Bay uit 1983 een Europese mogendheid die ooit rechtmatig geclaimd heeft, ook onder deze jurisdictiekring kunnen vallen. Daarbij zal hij wijs doen Groenland niet te noemen. Maar die bedoelt hij, als hint naar Washington, dan wél. Trump heeft het wat dat betreft echt wel veel te bont gemaakt. Met zijn telefonades in persoon naar de Deense premier. En met de overvallen door USA-delegaties. Die niets bedoelden, hoor. Maar die ineens een onweerstaanbare behoefte hadden om Groenland, dat land van hun dromen, ineens te bezoeken.

Daar, van dat soort overvallen,  heeft Trump óók een handje.  Dat hebben we nu toch wel duidelijk gemerkt. Premier Múte Egede van Groenland heeft  daarom heftige kritiek geuit op het bezoek van een Amerikaanse delegatie op 24 maart 2025. Hij beschuldigde de Verenigde Staten, die Groenland willen inlijven, van ‘buitenlandse inmenging”. De delegatie werd geleid door Usha Vance, echtgenote van vicepresident J. D. Vance, en bestond uit onder anderen veiligheidsadviseur Mike Waltz en energieminister Chris Wright. Zij bezochten onder meer de Amerikaanse legerbasis en een hondensleerace. Het Witte Huis sprak en spreekt van een privébezoek.  Een uitje, dat duurde van donderdag tot en met zondag in die week. Een vakantietje in het voorjaar. Moet kunnen. Dat vonden Denemarken en Groenland nu eens niet. Volgens Egede was er sprake van provocatie. ,,Het moet duidelijk gezegd worden dat onze integriteit en democratie gerespecteerd moeten worden zonder buitenlandse inmenging”, aldus de premier. Hij verklaarde bovendien dat ‘de tijd voorbij is’ dat Groenland de VS kan vertrouwen. Zijn interim-regering wilde de delegatie niet ontmoeten. In de Groenlandse krant Sermitsiaq noemde Egede het Amerikaanse bezoek ‘zeer agressief’ en roept hij de internationale gemeenschap op om in te grijpen. Trump zal het hierbij zeker niet laten. Europa doet toch niks. Het durft niet. Het kan niet. Merz zou kunnen aangeven, dat Europa zoets wel kan, als het maar wil.

Wat Merz moet vermijden is: het doel van dat EDG-leger te koppelen aan de persoon van Putin en diens staatkundige camarilla. Het moet geen anti-Putin-leger worden of een anti-Slavenleger. Putin behoort geen common denominator te worden van dergelijke heerschappijkringen, op te dragen aan een nieuw leger. Putin is vasthoudend, hardnekkig, heeft intern kennelijk steeds overtuigende verhalen die zijn bevolkingen aanspraken, maar hij heeft niet het eeuwige leven. Hij zit nu politiek schijnbaar vast in het zadel. Maar dat zat Milosevìc destijds óók. Dat was ook een Servische volksheld. De Macher van De Balkan. Totdat hij, vanaf het ene op het andere moment, ineens een intern politiek probleemgeval bleek te zijn die een banjir van blijvende economische sancties scheen te genereren. Dat konden de Serven tijdelijk verdragen. Maar geen decennium.

En daar bleek Milosevìc niet bijzonder gevoelig voor, omdat zijn vrouw hem zei dat dat er niet toe deed. Daarover dacht Djindìc die zich ineens wist te profileren als de concurrent met heel goede papieren bij Het Westen, heel anders. Djindìc wipte Milosevìc, provoceerde een uitleveringsverzoek bij het Joegoslavië-tribunaal in innige samenwerking met Washington. En toen stond Milosevìc ineens oogknipperend op de binnenplaats van de Scheveningse UN-detention-unit als drager van strafrechtelijke aansprakelijkheid voor oorlogsmisdrijven. Ik zeg niet, ik kijk wel uit, dat Putin ook dat risico loopt. Voorlopig ziet het er daar niet naar uit. Maar het kan verkeren, dat wist Greshoff al. Merz zal dus de jurisdictiekringen te dezen onpersoonlijk moeten definiëren, maar tevens moeten doen uitkomen dat en waarom Washington deze kringen niet tot de zijne mag rekenen en ook niet mag vindiceren als hoofdpartij in de NAVO.