De Kerk werd politiek opnieuw op de kaart gezet. De paus werd speler in het kaartspel met de staten.
Dat concilie werd mede daardoor een mijlpaal in het interstatelijk publiek recht.
Aanleiding tot het college is de herdenking van de sluiting van dat Trents Concilie, op 3 december 1563.
Dat is dan 450 jaar geleden.
De tiara van de paus, een drie-kroon. De drie lagen verzinnebeelden de drie functies van het pauselijk ambt: leraar, priester en wereldlijk vorst.
Maar ook de macht over hemel, hel en aarde. Drie rechtsmacht-aanspraken.
Gerard Strijards schetst in een openbaar college de worsteling die de Katholieke Kerk doormaakte met de “nieuwigheden” die de reformatie meebracht. Die hadden betekenis voor die drie aanspraken. Vooral de aanspraak op de universele wereldlijke macht boven andere vorsten. Dat was niet vanzelfsprekend meer.
Het Concilie van Trente (1543-1563) herijkte de plaats van de Kerk in het nieuwe internationale bestel van West-Europa. Zonder het te beogen ontwikkelden de Vaders daarbij nieuwe volkenrechtelijke principes in het verkeer tussen Kerk, als supranationale organisatie en staten. Principes die dat internationale recht ook vandaag nog hanteert in het verkeer met andere supranationale organisaties.
Als bijzonder hoogleraar internationaal strafrecht is Strijards steeds alert op deze kerkelijke achtergrond van die principes en hun onstaansgeschiedenis, mét de daarbij behorende politieke spanningsvelden van het moment. In deze voordracht besteedt hij zo aandacht aan de staatkundige achtergronden van het Trents Concilie.