Na Die Wende in 1989, waarvan de geopolitieke betekenis door Het Westen mateloos en voorbeeldeloos overschat is en wordt, is Washington de NAVO gaan misbruiken als willoos werktuig ten behoeve van een continentale politiek oostwaarts gericht tegen de Aziatische staten die zich steeds duidelijker als handelcommercieel blok gingen presenteren. Deze staten moesten weinig hebben van de typisch Angelsaksische koophandelsgewoonten. Het Westen probeerde die te presenteren en te verkopen als internationaal privaatrechtelijke gewoonten. Gewoonten, hier opgevat als frequenties in de consulaire opstellingen van de staten onderling. Dat was niet besteed aan de Aziaten, omdat die al sedert 1993 verrekte goed inzagen dat hier misbruik werd gemaakt van de eeuwenlange koloniale politiek van dat Westen in Azië.
Een handelspolitiek waarbij de Europeanen altijd aan de goede kant stonden van de kanons en vuurmonden die deze consulaire politiek steeds weer afdwongen. De goede kant: dat betekent de kant waarlangs de kardoezen werden geplaatst in het afvuurmechanisme van de artillerie. De kant waar de kogel de loop verlaat is de foute kant. Ik zeg het maar even, want westerlingen plegen te dezen merkwaardig blind te zijn voor de ontremmingen die zich na al die eeuwen meester pleegt te maken van de Aziaten, de Slaven inbegrepen, wanneer het gaat om de bekende tweedelingen Goed versus Fout. Zowel de Britse als de Hollandse Vennootschappen op winstmaximalisatiebases, de East Indian Company enerzijds en de Verenigde Oost-Indische Compagnie anderzijds leden systemisch aan die zorgvuldig gekoesterde blindheid die in effect stomweg neerkwam op graaizucht van macrostructurele omvang. Het Zeerecht dat sedert de zestiende eeuw langzaamaan gecodificeerd werd diende steeds weer die zucht. Zowel bij de definitie van het beginsel van de Vrije Zee als bij de omlijningen van de territoriale wateren, de aansluitende exclusieve nationale economische zônes, de concessioneerbare zeebodemplaten en continentale uitlopers in tussenzeeën zoals de Noordzee, alsmede de rechten op ongehinderde doorvaart via geëxterritorialiseerde watergangen — ik noem wederom de Bosporus maar, de Straat van Malakka, de Straat Soenda en zelfs die van Magelhaen (al bleef die schier onbezeilbaar) en de Straat Lemaire.
De stelling dat uiteindelijk de geconsolideerde recodificatie van het mondiale zeerecht in het Verdrag van Montego Bay van 1982 niets anders was dan een klakkeloze samenvatting van deze Westerse frequenties wier rechtsnormatieve waarden aan de Aziaten opgesolferd werden lijkt mij niet te boud. Het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (United Nations Convention on the Law of the Sea, UNCLOS) of VN-zeerechtverdrag is een internationale multilaterale overeenkomst waarbij ruim 160 staten en de Europese Unie partij zijn, die werd uit onderhandeld en afgesloten binnen het organisatorische raamwerk van de Verenigde Naties. Het werd voorafgegaan door drie conferenties waaraan afgevaardigden van de betrokken staten deelnamen. De afspraken vastgelegd in het verdrag zijn de meest recente ontwikkelingen in het internationale zeerecht. Het verdrag maakte het mede mogelijk om wereldwijd het gebruik van natuurlijke hulpbronnen en het voorkomen van milieuverontreiniging juridisch te regelen, alsmede vrede op volle zee te bewaren. Op Angelsaksische grondslagen zoals reeds door Blackstone kundig geformuleerd als vanzelfsprekend van Gode gewild natuurrecht. Ik doel hier op William Blackstone KC SL (10 juli 1723 – 14 februari 1780). William was een Engelse jurist, rechter en Tory politicus uit de achttiende eeuw. Hij is het bekendst vanwege het schrijven van Commentaries on the Laws of England. En wat blijkt? Dat God bij het opstellen van het natuurrecht precies dacht aan wat Whitehall het beste uitkwam. God is soms merkwaardig miniaturistisch op de hand van één natie. Die heeft God uitgekozen als de mooiste, de beste en de grootste. Dat wist Huig de Groot ook, maar die dacht destijds dat Hollanders die natie waren.
Achter de keurig in Legal English geformuleerde verdragsparagrafen schemerde steeds de absolute suprematie van de Verenigde Angelsaksische Vloten. En dat was in 1982 inderdaad nog een houdbare werkhypothese mede omdat Rusland, toen nog de USSR, en de Volksrepubliek China op alle mogelijke manieren belemmerd konden blijven in hun vrije transoceanische beurtvaart. Door de mogelijke praaiing en interventies via deze vloten. Door de Angelsaksen. De niet-gebonden staten begonnen echter steeds meer te hoop te lopen tegen deze door niet te rechtvaardigen achteruitzettingen hoezeer die ook via de staande interstatelijke jurisprudentie juridiseerbaar schenen. Ik wees er reeds omstandig op hoezeer de Russen te kort gedaan is door de bestendige niet nakoming van het multilaterale verdrag van Montreux over het ongehinderde doorvaartrecht. Maar Het Westen gaf niet alleen geen krimp. Het reageerde nauwelijks anders dan door een bijna niet waarneembaar schouderophalen, waarbij, wanneer het de USSR betrof, de NAVO ineens een niet voorziene betekenis begon te krijgen als mogelijk mondiaal systeem dat Washington ook nog eens een universeel inzetbare strategische reserve bleek op te leveren na 1993.
Ter afdwinging van genoemde frequenties. De NAVO werd nu via het Witte Huis ingezet om China te hinderen de exploitatie van de reeds door Marco Polo geroemde natuurlijke Zijderoute op te zetten, mede door de doorvaartrechten van de Russen stomweg te beletten, want de ongehinderde handelsvaart via de Kaspische watergangen naar de Zwarte Zee was voor het Verre Oosten niet exploitabel zolang de integriteit van die doorvaart niet universeel gegarandeerd was. En dat wenste Washington tot iedere prijs te voorkomen. De NAVO werd door Het Witte Huis veelbetekenend op de achterhand gehouden als een op ieder moment in te zetten strijdmacht. Bij de maintenering van de handelscommerciële dominantie van de USA wel te verstaan. Niet die van West-Europa. Voor zover het die dominantie ooit zou kunnen beogen, want het machtige Avondland is al lang niet meer machtig. Het heeft zich daartoe vakkundig genekt in twee autogenocides van ongekende omvang, de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw, waarbij hun koloniale troepen ook nog eens schaamteloos ingezet werden als kanonnenvoer. De Aziaten dus. Dat zag Japan al in ten tijde van de Vredesonderhandelingen te Versailles en Parijs in februari 1919. Het werd afgeserveerd met een reeks atoleilanden en een wrakkige Chinese kustprovincie, die het in geen tijd wist om te bouwen tot sterkten tegen dat Westen. Dat dat wederom niet voor mogelijk gehouden had. Omdat de onderschatting van de koloniale overheersten systemisch en endemisch was geworden. Dat ziet Azië nu echt wel in.