NAVO en EDG 2025

Personeelstechnisch is er een probleem, als Merz inderdaad de moed zou opbrengen om dat Europees Defensie-apparaat op basis van dat bestaande verdrag te gaan activeren. Dat zit hem in de soldaten, hun pelotons, hun regimenten, hun divisies, hun legerkorpsen. Zoals immers de verhoudingen nu zijn, zou een belangrijke meerderheid van deze militairen, hun afdelingen, verbanden en onderdelen behoren tot het bestaand personeel dat ook NAVO-Status heeft. Ingevolge de uitvoeringsverdragen van het NAVOverdrag zelf, waarbij verwezen wordt naar de talloze NATO-Statusagreements tussen het land om wiens troepen het gaat in een concreet geval en de Verdragsorganisatie zelf. Deze Statusovereenkomsten regelen de rechtspositie van de NAVO-militairen: hun immuniteiten, hun exterritorialiteiten, hun privileges, de toepasselijkheid van het nationale recht versus het NAVO-recht, de status van in gesloten gelederen optredende NAVO-afdelingen in transit of op het terrein van de beoogde gevechtshandelingen.

Daarbij gaat het vooral om de toepasselijkheden van de ROE’s, the Rules of Engagement, op te stellen voor de leden die optreden bij een NAVO-missie. Die ROE’s instrueren de militairen, miliciens en hun civiele trosleden over de toepasselijkheid van het humanitaire oorlogsrecht dat in een bepaald gewapend conflict geldt. Deze ROE’s zijn steeds machtiging tot een bepaald proportioneel geweldsgebruik, dat ook onvermijdelijk moet zijn, in technische termen: overeenkomstig een militair subsidiariteitsbeginsel. Dat geeft op wanneer bij voorbeeld een militair zich genoodzaakt mag weten vuur uit te brengen in een onoverzichtelijke situatie waarin ook burgers verwikkeld zijn en mogelijk door de vijand als schild worden ingezet. Deze ROE’s, het bleek elke keer weer, wijken aanzienlijk af van de basisnormen van het Nederlandse Militaire Straf- en Tuchtrecht. Het zijn ruim gestelde geweldsmachtigingen. Het zijn geen bindende en beperkende voorschriften. Dat blijkt steeds weer. De rechtmatigheid van de machtigingen wordt voorondersteld. Een meerdere die binnen dat rechtmatige veld blijft, geeft automatisch bevelen die gehoorzaamheid verdienen: ze zijn zo goed als nooit manifestly illfounded.

Nederland is daar regelmatig mee geconfronteerd bij vervolgingen ten laste van Nederlandse militairen binnen UNPROFOR-verband. Dus in de gevallen waarin ze ook een VN-status hadden, die militairen, omdat ze deelnamen aan een beschermingsprogramma vanwege de UN of een vergelijkbare missie die toegelaten werd door deze Volkerenrechtelijke Organisatie, zij het niet onder een mandaat.. Denk aan Srebrenica, waar deze ROE’s óók een verwarrende rol speelden. Daar komen steeds moeilijkheden van.  Bijvoorbeeld in de geruchtmakende zaak tegen de sergeant-majoor der Mariniers Eric O. De zaak-Eric O. betreft de vervolging van de Nederlandse marinier Eric O. (ca. 1960) die in 2003 en 2004 deelnam aan de missie Stabilisation Force Iraq en betrokken was bij een schietincident op 27 december 2003. Hierover ontstond, met name in militaire kringen, veel commotie.

Deze O. (wiens familienaam voluit bekend is bij alle betrokkenen)  werd in oktober 2004 vrijgesproken door de militaire kamer van de rechtbank te Arnhem. Reden voor de vrijspraak was dat het Openbaar Ministerie niet aannemelijk had kunnen maken dat de marinier onterecht waarschuwingsschoten had gelost. Volgens de rechtbank had de verdachte onder moeilijke omstandigheden gehandeld. Het gerechtshof te Arnhem bevestigde dit vonnis op 4 mei 2005. Hij kreeg een schadevergoeding van tienduizend euro. Sindsdien worden militairen bij een strafrechtelijk onderzoek naar een schietincident in eerste instantie als getuige gezien. De tenlastelegging die het militair Openbaar ministerie te Arnhem opstelde was buitengemeen ongelukkig. Het verweet O. kort en goed het niet-nakomen van dienstbevelen en wettelijke voorschriften in de zin van het Algemeen Deel van het Wetboek van Strafrecht-1881. Ja, dat zat er natuurlijk niet in. Dat Wetboek bedoelde met dat soort bevelen en voorschriften altijd die, afkomstig van Nederlands bevoegd gezag. En dat zijn de ROE’s in NAVO-verband vrijwel nooit. Het zijn machtigingen tot geweldsgebruik onder bepaalde voorwaarden afkomstig van NAVO- of UN-gezag.

Die vrijspraak was dus, hoezeer ongelukkig gemotiveerd en verwoord — het had eigenlijk een ontslag van alle rechtsvervolging moeten zijn — onvermijdelijk. Eerder had het Parket-Generaal zich al uitvoerig uitgelaten over bewijsvoering, schuld, verwijtbaarheid en vervolgbaarheid van O. onder meer bij het beruchte programma NOVA-Zembla, waar de voorzittend procureur-generaal alvast een voorschot nam op de te volgen bewijsredenering. En toen waren de rapen helemáál gaar. Ik kom daar in ander verband nog op terug. Eerder was O. overigens actief in Bosnië als lid van de Bijzondere Bijstandseenheid. Als nu een EDG-leger uit de grond wordt gedampt door Merz — en hopelijk gaat hij dat proberen om verdere strapatsen van Trump te voorkomen ten nadele van Europa. Trump gaat er immers vanuit dat Europa eigenlijk — dat wil zeggen:  volgens deze steeds meer deraillerende USA-staatsman — alle wapens via Het Pentagon moet bestellen, voor welk leger dan ook.

In een naaste overgangsperiode zal de kanselier personeel moeten inzetten dat ook nog ieder moment een NAVO-status opgesolferd kan krijgen via Washington. Dat ligt zelfs voor de hand. Het Witte Huis ziet Europese Legers steeds per definitie als strategische reserves voor de USA-krijgsmachtonderdelen. Of ze nu optreden in NAVO-verband of onder UN-mandaat.  Dat is sedert het uitbreken van de Koude Oorlog al traditie. Trump is opperbevelhebber van die onderdelen en hun reserves, wat dacht u. En die gaat dus dat EDG-leger op deze wijze toch hybridematig inlijven bij zijn NAVO-grondtroepen, mogelijk in de Ukraïne, omdat de aanvoerlijnen tussen Londen, Parijs en Berlijn ontegenzeggelijk korter zijn. Kortom: van deze dubbele status — een NAVO-status en een EDG-status — die daardoor dat EDG-leger kan verlammen zal Washington alle misbruik gaan maken dat maar mogelijk is. Ambtenaren moeten daarvoor Merz behoeden. Want dat jurisdictieconflict kan ook te voren bij voorraad uitgesloten worden. Bij verdrag tussen NAVO en EDG. Dat is al vaker vertoond in oorden waar iets te ondoordacht door Europese mogendheden werd gedekoloniseerd in Het Verre Oosten. Dan moet Merz daar wel snel bij zijn. Pas achteraf Schoof informeren, want Den Haag is zo lek als een mandje.