De NAVObijdragen van de lidstaten in dit Alliantieverband moeten omhoog, dat is een van de basisveronderstellingen waarmee de top gaat starten. 23 lidstaten van de NAVO besteden dit jaar 2 procent of meer van hun bruto binnenlands product (bbp) aan defensie. Dat heeft NAVO-topman Jens Stoltenberg gezegd tijdens zijn bezoek vorig jaar aan de Verenigde Staten. Twee procent is de minimumdrempel die de NAVO oplegt. “Voor het eerst halen zoveel landen de norm”, zei Stoltenberg in 2024, de NAVOchef die Rutte heeft opgevolgd. Dat vond Stoltenberg al heel wat. Maar Trump maakte aanstonds nadat hij als USA-president was aangetreden duidelijk dat hij dat belachelijk vond. Onverbloemd. De Europeanen moesten bij hem niet van twee walletjes eten. U weet toch hoe Trump is? Nou dan! Hij vond dat dat tenminste 5 procent van het bbp moest zijn. Waarop Trump dat grondde was niet aanstonds duidelijk. Maar het was duidelijk een alarmbel. Want als de NAVO-partners niet tot een dergelijke verhoging wilden overgaan, zo zei Trump, dan moesten ze niet denken dat de USA ze nog verder militair zou beschermen. Dan klapte Washington ook de nucleaire parapluie in. Schrik in de Europese hoofdsteden. Maar de meeste Europeanen bleven denken dat het wel zo’n vaart niet zo lopen. Trump, zo was de redenering, was overduidelijk een soort van marktverkoper, een rainmaker, die een spel opvoerde en alvast begon met overvragen. In 2006 beslisten de leden van NAVO, het westerse militaire bondgenootschap, om minstens 2 procent van hun bbp aan defensie te besteden. Het bbp is de optelsom in geldwaarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een jaar tijd. Maar slechts een beperkt aantal landen haalde dat doel. Daarom werd in 2014, kort na de Russische invasie van de Krim in Oekraïne, afgesproken dat die landen ernaar zouden streven om tegen 2024 in de richting van die 2 procent op te schuiven. Niet alle landen hielden zich daaraan, tot grote frustratie van de Verenigde Staten, het grootste lid en de dominante militaire macht van de NAVO. De oorlog in Oekraïne, die in 2022 begon, zette de zaken meer op scherp. Sindsdien tonen meer landen zich bereid om de norm van 2 procent te halen. En dat is ook te merken aan het laatste rapport dat NAVO-topman Jens Stoltenberg met zich meebracht op zijn bezoek in de Verenigde Staten. West-Europa vond dat het nu had laten zien dat het van goede wil was. Morgen brengen, zei Trump. Maar dat was Europa nog altijd niet meteen duidelijk. Die soep zou niet zo heet gegeten worden als het gerecht werd opgediend.

Rondom de Middellandse Zee was en is die benadering hardnekkig. Dat zal zo vermoedelijk zo blijven. Het is een ingesleten habitus. Men koopt hier altijd op afbetaling. En daarom valt te verwachten dat Trump, die pas op het allerlaatst zal doen weten óf hij wel naar Den Haag wil komen, deze keer spijkerhard zal blijven. De Europese staten moeten maar eens van het infuus dat Washington ze ooit aanlegde en ze moeten maar hun eigen legerbroek ophouden. Op basis van die 5 procent bbp. De NAVO-lidstaten die notoire wanbetalers blijken — niet alleen in dit opzicht — worden nu al weken lang zwaar gemasseerd voor hun knokrondje in het NAVO-circuit. Door tal van militaire attachés die tot opdracht hebben om ze, mede namens Brussel, nu eens duidelijk te maken dat hun speeltijd reeds lang voorbij is. Deze diplomaten zijn daar nu al in het geniep mee doende. Want Washington stelt de norm hoog en wil niet marchanderen, ook niet via overgangsrecht, waarbij de bijdrage-quota stapsgewijs per land worden opgehoogd, naar rato van hun economische stabiliteit, hun concurrentiepositie, de staat van hun nationale defensie, hun ligging — liggen ze vlak bij een grens met de Russische Federatie of niet — hun verdragspositie in de handelsconsulaire circuits — hun vermogen om internationale kredieten los te peuteren via IMF of OESO-betrekkingen en vooral hun internationale rating als doorgaans bestendige economie.
Verder wil de USA dat, als er staten zijn die niet nu op zeer korte termijn wapens en bijbehorende logistieke infrastructuur kunnen verwerven omdat ze nog maar net lid zijn van de NAVO en bij hun gezond niet weten wat het lidmaatschap daarvan technisch vooronderstelt — en dat is bij vele recente toetreders echt wel het geval — dergelijke staten toch hun bestellingen alvast opgeven aan een oorlogsindustriële onderneming in de USA en alvast borgstellingen en zekerheidspanden opgeven, mocht zich achterstallig betalingsgedrag gaan voordoen. Wie nu op deze NAVOtop toezeggingen doet als regeringsleider legt zijn staat voor decennia vast op betalingszekerheden. Vergeet dat niet. Dat mag Schoof als demissionaire miniister-president ter dege ingeprent worden. Hij zal moeten passen, als hem op de man gevraagd wordt door Trump of hij voor deze NAVO-ophoging structureel gáát. Het zal Trump niets bommen dat Schoof demissionair is. En Schoof zal dan, indien hij zich onvoorwaardelijk vastpint en NIET wijst op zijn demissionaire status, Nederland aan annuïteiten voor militaria binden. De belastingbetaler zal het jarenlang gaan merken. Opvallend is dat in het debat van 4 juni daarover niet nader gesproken is toen de val van het kabinet en de oorzaken ervan besproken werden. Deze toezegging is buiten de staatkundige bevoegdheid van een demissionaire regeringsleider, laten we wel wezen. En dat niemand in de Kamer daarop is ingegaan, dat geen kamerlid per interruptie Schoof daarop heeft willen bevragen, geeft zeer te denken. Zeer. Het geeft weer eens de incompetentie van deze volksvertegenwoordiging weer. Immers: Schoof beschikt dan over toekomende rijksbegrotingen voor jáááren.
Want de USA, het is bijna vanzelfsprekend voor een staat met zulk een immens militair-industriëel complex, wil de komende markt in het wapenwedloopevenement dat het zelf schijnt te kunnen regisseren alvast voor zichzelf schonen van mededingers, en vooral die uit West-Europa zelf. Ook dus mededingers die herkomstig zijn van bloedbroeder Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië. Immers, Bul Super wist het al, zaken zijn zaken en voor niets gaat de zon op. Voor deze marktsonderingen zijn alvast veel militairen uit staten die graag aan deze wedloop willen verdienen al in Den Haag neergedaald. En die doen hun zaken, hun aanbiedingen, hun beloften en hun afdreigingen, afpersingen en bezweringen niet direct bij een kopje thee en een mariakaakje. Dat was nog aan Drees besteed, toen in de Beeklaan, waar de oude staatsman woonde, in zijn jaren dat hij in Nederland aan de knoppen zat, Amerikanen op visite kwamen om hun aanbiedingen in verband met vooraanbestedingen voor de Koude Oorlog te doen. Sociaal-Democraat Drees stond te klapperen met zijn oren, toen hij de kosten hoorde die de Nederlandse krijgsmacht zou moeten maken om een waardig partijtje mee te kunnen blazen. Neen, dat ging om heel veel geld. Dat overtrof de leningen die Washington tegelijkertijd aanbood in het kader van de Marshallhulp. Want zo gaat dat. Washington deed aan klantenbinding. En dat zal Trump ook doen. Dat circus is dus nu draaiende. Waarbij lagere militairen, die niet echt opvallen, een belangrijke rol spelen. Omdat zij de technische kennis in huis hebben. Die zetten, met hun diplomatieke status, dus ook de bloemetjes buiten. En soms gaat het even mis. Dat komt dan niet alleen door wildplassen in de Hooigracht. Als niemand het ziet. En iedereen het weet, die er toe doet.