Nadat de USA zich vanaf 1945 begon te ontwikkelen als een mondiaal imperialistische staat, die de Monroe-doctrine — Amerika voor de Amerikanen — koesterde naar believen maar Azië bepaald niet wilde overlaten aan de Aziaten werd Nederlands’ positionering binnen deze collectieve militaire veiligheidsorganisatie steeds meer gemarginaliseerd. Aanvankelijk, toen nog onduidelijk was of Nederland nu wel of niet een middelgrote koloniale mogendheid was of niet, was Washington nog wel bereid bepaalde Nederlandse gevoeligheden te ontzien. Zolang niet volkomen duidelijk was dat Sukarno wel of niet leiding zou weten te geven aan de Bandung-staten, was Washington niet zeker of het prijs stelde op Nederlands’ aanwezigheid in Nieuw Guinea. De redenering van minister Luns dat het Vogelkopeiland aldaar een prima strategische uitvalsbasis kon zijn voor de USA om de Volksrepubliek China en Indië in de tang te nemen werd wel gedeeld door John Foster Dulles. De USA-minister van Buitenlandse Zaken die inderdaad Luns naar alle waarschijnlijkheid in dit opzicht bepaalde vergaande toezeggingen had gedaan, geschreven op een dinerkaart van zwaar geschept papier. Nadat er flink ingenomen was.
Deze toezeggingen kwamen, voor zover overgeleverd, neer op een reeks van militaire aforismen waarin destijds Veldmaarschalk Von Schlieffen ook zo sterk was. Vanzelfsprekendheden, die nauwelijks een prestatie in tactische termen kunnen aanduiden. Sukarno bleek echter helemaal niet in staat de Aziatische mogendheden te verenigen. Daar had hij noch het tactisch inzicht voor noch het lange termijn geduld. Sukarno had tevoren een vrij harde en tartende Konfrontasipolitik ingezet en uitgevoerd tegen de Aziatische mogendheden wier handelspolitiek hij een gevaarzetting achtte voor zijn Indonesische eenheidsstaat die constant in de uitzonderingstoestand verwijlde van “staat van beleg”, nog conform het Koloniale Regeringsreglement 1854 inzake Nederlandsch-Indië. Die Bandungconferentie of Aziatisch-Afrikaanse conferentie of Conferentie van Bandung was daarom weliswaar een samenbindende conferentie die van 18 tot 24 april 1955 in Bandung plaatsvond, in Indonesië. Maar ze had niet echt veel op met de gastheer ervan Sukarno.
Het was Pandit Nehru van India daarom makkelijk om eigenlijk de palmares te innen van deze conferentie. Zeker: Aziatische en Afrikaanse naties die kort ervoor onafhankelijk waren geworden namen aan deze conferentie deel, alsmede leiders van enkele nationalistische organisaties. Maar deze strevingen naar totale zelfbestemming bleek eerder te versplinteren dan te verenigen. De conferentie bleef dus een torso. En zeker een aanzet tot een verbond dat zich tegen de USA richtte. Zij werd door Egypte, Indonesië, Birma, Sri Lanka, dat toen nog Ceylon heette, India en Pakistan georganiseerd. De eerste minister-president van onafhankelijk India, Jawaharlal Nehru, was een van de hoofdrolspelers. Doelen van de conferentie waren het stimuleren van economische en culturele samenwerking tussen Afrikaanse en Aziatische landen en weerstand bieden aan kolonialisme of neokolonialisme van de Verenigde Staten, de Sovjet-Unie en andere naties. Deze mogendheden zagen hun kansen liggen om alle Aziatische staten tegen elkaar uit te spelen. En grepen die. Nog tijdens de conferentie. Korte termijnperspectieven van handelseconomische aard domineerden daarbij.
De USA zag mogelijkheden zich nu te consolideren in Indonesië nadat Suharto Sukarno krachtdadig en effectief had gewipt. Het zette deze vestigingspolitiek door ten aanzien van de Phillippijnen dat alleen in naam geen USA-kolonie werd. Met groot succes. Het Witte Huis giste Nederland niet meer nodig te hebben en liet het vervolgens in de Nieuw Guinea-crisis flink in zijn hemd staan. Zoals het dat jegens Groot-Brittannië en Frankrijk al had gedaan in de Suezcrisis van 1956. Het Witte Huis zei deze staten aan, dat ze niet meer hoefden te rekenen op de massive nucleair retaliation die beloofd was bij de oprichting van de NAVO. Normaal zouden leden dan deze organisatie zijn uitgestapt, als ze niet op de beloofde statutaire doelstellingen en de in het vooruitzicht gestelde modus operandi konden rekenen. Maar dat bleef uit, reeds omdat deze leden zich eigenlijk geen raad wisten wat dan eigenlijk wel te doen. Het was duidelijk dat Washingtons imperialisme niet dienstig was aan de Europese ambities en dat de Europeanen ook niets hadden aan het beloofde flexible response dat de Kennedy’s beloofd hadden in 1963: een antwoord aan de USSR naar bevind van zaken dat in geval van acuut gevaar alle kanten opkon.https://gerardstrijards.nl/flexible-response-politiek-usa/
Dat werd nog duidelijker toen Nixon eenzijdig op zoek ging naar détente in Beijng in 1972. Ontspanning, zeker. Voor de USA en de Volksrepubliek. En niet voor Europa. Niet beoogd. En niet rechtstreeks. De NAVO werd een willoos werktuig voor de USA die het conglomeraat hinderlijke staatjes ging bezigen voor het imperialisme dat het universeel beoogde tot in het heelal toe. De NAVO werd van defensie-associatie tot Agressie-Organisatie. De NAAVO. Dat bleek in Den Haag in de laatste week van juni 2025. Voor wie ogen had om te zien. En oren om te horen. En daarover beschikte maar een minderheid, al was dat nog niet zichtbaar. Deze NAAVO is niet de NAVO van 1949. Het is een onstatutair gedrocht dat niet op verdragsbasis meer terug te voeren is. Een denaturatie van wat in 1949 beoogd werd.