Winkelmans regeringsgezag

Wat voor gezag droeg Steenberghe nu eigenlijk over? Dat is van belang, omdat op dat moment er een rompkabinet zat te vergaderen in de manschapsverblijven onder het pantserfort aan de Hoek van Holland. Dat fort was tussen 1881 en 1889 gebouwd als onderdeel van de Nederlandse kustverdedigingen ter bescherming van de recentelijk geheel gereed gekomen Nieuwe Waterweg. Het was in 1889 in gebruik genomen. Maar rond 1900 was het al verouderd. Het had drie koepels die zes kanonnen bergden. Die koepels konden hydraulisch draaien. Het was bij oplevering erg modern. Maar rond 1900 had Engeland nieuwe slagschepen in de vaart waarvan het geschut een groter bereik had dan dat van het fort. Geld voor ingrijpende en grootschalige verbeteringen waren er niet. Maar toch bleef het fort bemand. In de meidagen was het geschut landinwaarts in volle actie. Achter de Staalduinse bossen zouden luchtlandingstroepen zijn neergekomen. Daarop werd nu gemikt, terwijl het rompkabinet bij zinnen trachtte te komen. Drie ministers waren afwezig en de minister-president was de kluts nog steeds kwijt. Zo nu en dreunde het massale geschut boven de verzamelde bewindspersonen en dwarrelden stukjes stucwerk en voegsel naar beneden, terwijl ook de kruitdampen naar onderen daalden. Het zal niet bijgedragen hebben tot de gemoedsrust van De Geer. Wat de heren nu zaten te bedisselen is nog steeds in de windselen van de geschiedenis verborgen. Of ze wel of niet “naar buitenaf” – zoals het in de pers nadien wel is geformuleerd – zouden gaan kan geen echt beslispunt meer geweest zijn. Die teerling was geworpen. Waar zou dat “buitenaf” dan zijn? Dat kan nog gespreksthema zijn geweest. Men zou naar Zeeland kunnen gaan, naar Frankrijk of naar Engeland. In de loodshaven meerde een Britse torpedojager, HMS Windsor, af. Provisorisch, klaar om los te gooien. De loopplank werd uitgelegd. Een constabelsmaat ging naar het fort en meldde het vervoermiddel.

De ministers pakten hun spullen weer en gingen aan boord. De bestemming bleek Harwich. Dat de ministers dat hebben beslist aan boord, is onwaarschijnlijk. De commandant van HMS Windsor heeft zijn instructies gehad: Churchill wilde het zootje ongeregeld in Londen hebben, bij hem in de buurt, zodat het stelletje, en vooral De Geer, verder geen brokken kon maken. De idee dat de commandant het bevel zou hebben willen uitvoeren om naar Zeeland te varen is wel geopperd, om voet te geven aan de gedachte dat er bij het rompkabinet nog een soort defensieve geest was. Die was er niet, dat viel ook die commandant al op. Van Rhijn en Steenberghe kwamen nadien de loopplank opgestommeld, die werd ingetrokken, er werd losgegooid en het telegraafsignaal naar de machinekamer beval rinkelend volle kracht vooruit. De Windsor bruiste sierlijk weg, nam de ronding naar rechts en voer op topsnelheid het gat uit. Wilhelmina was al in Londen en die liet aanstonds al blijken dat ze met deze verrijking van de Nederlandse kolonie in de wereldstad niet echt blij was. Wat ze in haar eentje had willen uitrichten is overigens óók niet erg duidelijk. Ze heeft zelf opgegeven dat zij militaire hulp kwam vragen. Dat heeft ze inderdaad als logée van George VI gedaan. Die heeft, vriendelijk als immer, gezegd dat hij zou doen wat hij kon. Hij gaf het door aan Churchill die inmiddels premier was geworden en die was wel wijzer. Hij zond nog wel demolitiebataljons naar de belangrijke havenbekkens van Nederland aan de Noordzeekust.

Want de nachtmerrie dat Holland uitvalsbases zou gaan bieden aan U-boote was al langer iets wat Churchill achtervolgde. Rotterdam was er bij uitstek geschikt voor. De sluizen bij IJmuiden waren grondig onklaar gemaakt en in de monding van het Noordzee-kanaal lag een zinkschip dwars over de geul. De Nieuwe Waterweg kon nog best een goede sluiproute bieden aan deze vechtvaartuigen, die hoogst effectief konden ingrijpen op de Atlantische Oceaan. De bataillons deden hun vernietigend werk en vernielden voorlopig voldoende kaden, haveninstallaties en watergangen om deze uitval op middellange termijn onmogelijk te maken. Wat voor gezag had Winkelman, gelet op deze ontwikkelingen, nu in handen? Het burgerlijk regeringsgezag dat nog uitgeoefend zou kunnen worden door de kroon als koning en ministers tezamen in het land waren gebleven. Zo heeft Winkelman de bewoordingen waarin Steenberghe zich uitdrukte begrepen. Het Militair Gezag had hij als OLZ al. Nu kreeg hij de wetgevende en uitvoerende macht in de volle omvang er nog bij. Hij was dus regeringsleider. Hij was dus noodwetgever. Hij heeft voor de korte duur dat de “bezettingsautoriteiten” nog geen gezag aan zich hadden getrokken bij Duits wetsbesluit inderdaad vrij ingrijpende wetsbesluiten genomen, onder meer over de onteigening van door oorlogsmolest vrijgekomen of aangetaste grondpercelen. Winkelman heeft aldus zo ongeveer de halve binnenstad van Rotterdam onteigend.

Daaraan gaf hij verder ook uitvoering in het kader van de wederopbouw van de nog nasmeulende binnenstad. Winkelman besefte dat er personele en territoriale beperkingen waren aan zijn regeringsgezag. Op de eerste plaats waren, mede op zijn verzoek, in Zeeland en in Noord-Brabant gesloten afdelingen uit het Franse leger doende met weerbaarheidsactiviteiten. In Brabant was de verkenningseenheid van de groupe légère [de division d’infanterie (motorisé)] mécanique de réconnaissance actief onder commando van lieutenantcolonel Lestoquoi. Dat was een onderdeel van de noordwaartse beweging waarom Winkelman op 10 mei aan Maurice (Gustave) Gamelin had laten vragen. Winkelman had om een legerkorps met vier infanteriedivisies laten verzoeken door Van Voorst Evekink. Dat was dus een troepenmacht van ruim zestigduizend man. Winkelman zegde toe dat de Fransen daarbij konden rekenen op de volle medewerking van het Nederlandse leger. Winkelman vroeg dus een grote personele en logistieke inzet van de Fransen. Veertigduizend militairen bij de aanvang minstens. Oplopend tot zestigduizend. Een logistiek onvoorbereide verplaatsing daarvan zonder voorafgaande verkenning was marstechnisch onmogelijk, had Gamelin gezegd. Gamelin zou eerst verkenningseenheden vooruitzenden. De volledige chaos die de Nederlandse regering aldus achterliet was onbeschrijfelijk, maar zij zat veilig in Londen na het totale abandonnement van Het Vaderland. En zo zal het ook gaan, als de Russen straks Nederland komen binnenmarcheren, als het aan Den Haag ligt. En volgens de planning van Brussel. Verwoord en gepresenteerd door Ursula. In het kader van de strijd van de Unie tegen de vijand, welke dan ook.