Gaandeweg blijkt de minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber een persoonlijk probleemgeval te worden voor het huidige moeizaam gecomponeerde coalitiekabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Bijna steeds wanneer ze publiek hoopt te scoren bij haar achterban, die nu eenmaal een zeer streng asielbeleid wenst, gaat er ergens iets mis. Zo bij haar voorstel om bij de AZC’s in den lande borden te plaatsten met daarop de waarschuwing dat men op het centrum werkt aan een terugkeerbeleid en niet zozeer aan een opvangbeleid.
Ten aanzien illegalen, die zich eigenlijk nooit toegang hadden moeten kunnen verschaffen tot Nederlands grondgebied. Reeds omdat ze bij die inreis, meestal via talloze binnengrenzen, allerlei grensposten hebben kunnen passeren, documentloos en zwaarbepakt, die eigenlijk die reis hadden moeten onderbreken en schorsen, omdat het niet anders kón of de illegalen hadden een traject afgelegd door een eerstverantwoordelijke EU-lidstaat.
Eerstverantwoordelijk: de staat die als eerste geconfronteerd werd met het kennelijk voornemen van de illegale vreemdeling om bestendig verblijf te claimen binnen het gemeenschappelijk EU-rechtsgebied met toegang tot collectieve voorzieningen, waaronder de volksgezondheidszorg. Die staat moest op dat voornemen de aanvrager opvangen en beschikken over de toelating. De instemming met het voortgezet verblijf ter vestiging voor een termijn langer dan drie maanden.
Omdat de Balkanroute sedert 1990 illegalen de meeste mogelijkheden biedt om toelating af te dwingen zou dat doorgaans Griekenland moeten zijn of aan Griekenland grenzende EU-staten. De eerstverantwoordelijke staat zou zeker met andere lidstaten arrangementen kunnen sluiten ter regeling van het verdere toegangstraject en de opvang, maar die staat zou toch aansprakelijk blijven voor de toelating. Uiteraard met alle kosten van dien. Dat is het Dublin-systeem.
‘Dublin’ staat voor een klassiek volkerenrechtelijk multilateraal verdrag betreffende overname, terugleiding en uitzetting van illegalen dat werd aangenomen door de twaalf lidstaten van de Europese Gemeenschap in Dublin in 1990. Op een moment dat nog niet echt duidelijk was wat de ineenstorting van het Oostblok in 1989 zou te weeg brengen voor de immigratiestromen westwaarts. Het bepaalt welk land verantwoordelijk is voor het in behandeling nemen van asielverzoeken. De Dublinverordening III is een bijbehorende Europese bestuursverordening die sinds 2014 van kracht is. Ze is wat raar geredigeerd, vaag en soms onduidelijk, maar ze leidde tot Europees bindend en afdwingbaar recht onder de lidstaten.
Het verdrag bevat instructienormen over hoe de staten om moeten gaan met het principe van de eerste verantwoordelijkheid bij toelating. Of degenen die in het EU-rechtsgebied illegaal verblijven er ook direct werkende rechten aan mogen ontlenen staat nog open: het was niet de oorspronkelijke bedoeling. Het gaat om interstatelijke garanties aan de lidstaten. Hoe jegens elkaar in dit opzicht te handelen.
Dat bestuurlijk instructie-systeem is grosso modo vervat in een EU-codificatieverdrag dat in die plaats in Ierland is afgesloten. Met een reeks uirtvoeringsarrangementen. Een stelsel waaraan de staten elkaar moesten houden, met de koppigheid van nurksen. Want de zaak liep ook in 1990 al grotelijks uit de hand. Niet in Nederland, maar vooral in Engeland. Toen het terugnameverdrag gesloten werd was het op dat moment vooral Engeland dat die eerste verantwoordelijkheid opgesolferd kreeg. Het was concentratiepunt van risicodragende illegalenvluchten uit Het Verre Oosten. Want het was immers nog EU-lid. Met een immens koloniaal verleden.
Engeland merkte dat door dit Dublin-stelsel het hele volksverzekeringssysteem vervat in de Public Health Act gaandeweg doeltreffend ondermijnd werd. Omdat illegalen uit de voormalige Britse kroonkoloniën, dominions en protectoraten zich documentloos vervoegden om toelating tot het rechtsgebied van Her Most Brittannic Majesty Queen Elisabeth II zaliger nagedachtenis. Nadat ze waren aangetroffen op het Eiland. Meteen daarna deden ze een beroep op de Act en de voorliggende voorzieningen van dien.
In verband met hoogst besmettelijke ziekten, lichamelijke gebreken buiten dat rechtsgebied opgelopen en aandoeningen die in het land van herkomst niet cureerbaar bleken, reeds omdat – ik noem maar wat – de betrokkene behoorde tot de kaste der onaanraakbaren uit voormalig Brits-Indië of de Settlements aanpalend aan de Straat van Malakka. Hindoe’s blijven dat kastenstelsel koesteren en de Engelse belastingbetaler draaide er dus voor op, want premies hadden de onaanraakbaren natuurlijk ook nooit gestort. Dat verschijnsel verstopte en verlamde de Engelse publieke gezondheidszorg. En de daaruit voortvloeiende frustratie bij die betaler, die óók op wachtlijsten kwam te staan en geen verblijf meer kon houden in de hospitalen ter genezing leidde tot de rampzalige BREXIT. Mede, natuurlijk. Er waren meer oorzaken voor deze BREXIT.
Ik gaf al aan hoe Merkel het Dublinsysteem de nek omdraaide. En hoe daarop een kettingreactie intrad bij andere lidstaten die beslist niet bereid waren om de verantwoordelijkheden die nu onafgedaan bleven tot de hunne te maken. Hongarije en Oostenrijk meldden zich onmiddellijk in Berlijn en lieten weten dat ze de kachel niet met zich lieten aanmaken. Ondertussen zijn er nu, nu Duitsland toch ineens de binnengrenscontroles in den brede herstelde, 35000 documentlozen in detentie bij de Duitse grensgebieden in afwachting van een nieuw afschuifsysteem, waarbij Nederland als transitland een vitale rol dreigt te gaan spelen.
Tenzij het op korte termijn pro-actief maatregelen onderneemt die wel wat lijken op de Duitse noodmaatregelen. Faber zou dat kunnen uiteenzetten aan de volksvertegenwoordiging, het Bundesministerium des Innern zou daarbij niet echt behulpzaam zijn – want de Bondsrepubliek schendt daardoor wel degelijk het Verdrag van Lissabon – maar het zou moeten erkennen dat het hier riemen snijdt uit het leder van de buurstaten. Waaronder Nederland.
Dat vooruitzicht, dat Berlijn eenzijdig Nederland opzadelt met de oplossing van problemen die Berlijn zelf veroorzaakte in de periode-Merkel, kan, mits goed cijfermatig onderbouwd, grondslag opleveren voor een spoedprocedure betreffende wetsbesluiten die tijdelijk voor voortgezette detentie en vrijheidsbenemingen van inreizende illegalen en hun nareizigers een formele grondslag geven naar Nederlands recht. Maar Faber komt maar niet met een consistent verhaal. Omdat haar ambtenaren haar daar niet bij helpen. Ze willen niet. Omdat de minister fout bezig is. Daarom blundert de minister steeds weer. Wat de ambtenaren hadden kunnen voorkomen, ook als de bewindspersoon eigenwijs is.