Schoofs asielbeleid III

Omdat de asielinstroom moeilijk te voorspellen is, is het ook lastig te zeggen of deze maatregelen daadwerkelijk een afschrikwekkende werking gaan hebben. Dat zegt Karin Geuijen, bestuurskundige aan de Universiteit Utrecht en gespecialiseerd in migratiebeleid. Een standpunt dat erop neer komt dat een zwarte kip in een raamloze kamer waar het licht uit is niet makkelijk te vangen is.

Vele academische experts die zich op Schoofs asielbeleid stortten kwamen met vergelijkbare inzichten van de Open Deur Universiteit (ODU), naar welke belangwekkende studies ik in de hiernavolgende Blogs over dit tedere onderwerp nog uitvoerig zal verwijzen. De ODU is immers tegen deze terugdringende vreemdelingenpolitiek van dit kabinet dat vooral in dit verband zijn status van extreemrechtse regeringsploeg voortdurend opgesolferd krijgt. Want daarmede dreigen ook de omvangrijke subsidiëringen van de immigratiekunde-hoogleraren en hun staven van universitaire hoofddocenten in de top van schaal veertien op de tocht komen te staan.

En met de nodige aanpassingen is zulks toepasselijk op alle ambtenarij die inmiddels het exponentieel gegroeide opvangtraject van de immigrerende vreemdelingen heeft bemensd, de rechterlijke organisaties van gerechtssecretarissen en ondersteunende diensten die de vreemdelingenkamers van handen en voeten voorzien, de immigratie-advocatuur die haar nering in gevaar ziet komen en de gemeentelijke bureaus huisvesting vreemdelingen en opvangmodaliteiten die óók flink veel beambten, ambtenaren en toegevoegde experts die allerlei subdialecten en subculturen heilbrengend binnen de bebouwde kom komen uitdragen tot heil van het sidderend vaderland.

Dat weet dat dat alles nauwelijks te bekostigen is dan uit aanmerkelijke verhogingen van verscholen accijnzen. De voorgestelde maatregelen moeten vooral laten zien dat Nederland onaantrekkelijk is, denkt bijvoorbeeld de expert Grütters schamper. “Het gaat er uitsluitend om dat er aan de kiezers en aan asielzoekers een signaal wordt gegeven: het is vreselijk slecht vertoeven hier in Nederland.” De onderzoeker denkt niet dat dit terug te zien zal zijn in de instroomcijfers. “Want zo werkt het niet. Als een slechte opvang bijvoorbeeld bepalend zou zijn voor het aantal mensen dat naar een land toekomt, dan zou je dat in België moeten zien. Dat land vangt geen volwassen alleenstaande asielzoekers meer op, maar die komen nog steeds.”

Premier Dick Schoof kon vorige week vrijdag op zijn wekelijkse persconferentie niet goed inschatten wat zijn pakket met maatregelen precies met de instroom van nieuwe asielzoekers gaat doen. Het was volgens de premier lastig “om dat in nummers uit te drukken.” Grenscontroles en kortere verblijfsvergunningen: dit zijn alle asielplannen. Als iets impact zou kunnen hebben op de instroom, dan is dat het inperken van gezinshereniging, zegt ook de ODU-deskhouder Bonjour. Als jij ergens wel veilig kan zijn, maar je gezin niet, dan zal je niet zo snel naar zo’n land gaan. Maar het aantal nareizende volwassen kinderen is bijvoorbeeld volgens de ODU niet bijzonder groot.

Het Dagblad Trouw becijferde eerder al dat het om hoogstens vijfhonderd tot achthonderd nareizigers per jaar gaat Dr. Jan van de Beek heeft zich met deze terugkeer- en secundaire migratiecijfers ook beziggehouden. En hij komt tot totaal andere kwantificeringen. Veel hoger. Hij is freelance docent wiskunde, statistiek, onderzoeksmethoden en economie. Hij beheert de website www.demo-demo.nl. Van de Beek ontwikkelde een demografisch en economisch model over migratie. Op basis hiervan concludeerde hij dat massa-immigratie een bedreiging vormt voor de verzorgingsstaat. Van de Beek werkte enige tijd aan de universiteit als wetenschappelijk onderzoeker. Graag wilde hij vervolgonderzoek doen naar de wisselwerking tussen migratie en verzorgingsstaat. Maar hij vermoedde dat het bijzonder moeilijk zou zijn daarvoor onderzoeksgeld te krijgen. Ook sprak het nogal onvrije, gepolitiseerde en eenzijdige denkklimaat bij de sociale wetenschappen hem niet aan. Daarom keerde hij de academische wereld de rug toe. Op deze cijfers kom ik aanstonds op deze Blogpagina’s terug. Een andere regel die effect zou kunnen hebben, is het veilig verklaren van bepaalde delen van Syrië. Maar het is de vraag of dat kan. Normaal gesproken gaat het kabinet daar niet over: pas als ambtenaren na onderzoek hebben geconcludeerd dat de situatie in een land weer goed genoeg is, kan dit als ‘veilig land’ worden gemarkeerd. Daarbij oordeelde de hoogste rechter van Europa deze maand dat een land volgens de huidige Europese regels niet deels veilig kan worden verklaard.

‘Je tovert ze niet weg’, is nu het ODU-slagwoord. Volgens ODU-vertegenwoordiger Geuijen wordt in deze discussie een “fundamenteel aspect” vergeten. “Het kabinet wil in principe zoveel mogelijk asielzoekers tegenhouden. Maar als je naar de cijfers kijkt, zie je dat het merendeel van de asielzoekers écht vluchteling is.” Zo wees de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in 2022 in 78 procent van de gevallen een vergunning toe. Vorig jaar werd 62 procent van de behandelde asielaanvragen ingewilligd. Dit soort maatregelen zorgen er ook niet voor dat er minder vluchtelingen zijn, benadrukt Geuijen.

“Je tovert ze niet weg, ze kunnen alleen niet hier bescherming vinden. Dat betekent dat Nederland ze gewoon afschuift op andere landen.”  Ik kom er aanstonds op terug. Want Duitsland is inmiddels begonnen met dat afschuiven. En daarmede zal Nederland nu waarachtig rekening moeten gaan houden. Frankrijk sluit nu ook de binnengrenzen af en begint met dat schuiven, ook al vindt de ODU te Nederland dat helemaal niet in de haak. Het lijkt wel of de EU zich van die ODU niet veel wil aantrekken, ook al waarschuwt Den Haag Brussel voor de laatste maal. Hoe zou dat toch komen?