Pièce d’Innocents

De roomse kerk zou niet kunnen gelden als voortzetting in het wereldlijk domein van het Romeinse Keizerrijk als niet al spoedig de commerciële aspecten van de sacramentele bedieningen en de daarvan afgeleide sacramentaliën erkend en herkend waren. En ik gaf al aan, dat de Pausen uit geopolitiek motief deze voortzetting ten zeerste begunstigden. Een sacramentele bediening werd al gauw een belastbaar feit waarover de missionarissen uit Ierland heffingen mochten doen.

Handel blijft handel. Ook in Gods Rijk of ten behoeve daarvan. Het kan dus geen verwondering baren dat het verhaal over de Onnozele-Kinderen aanleiding gaf in de elfde eeuw en nadien tot een levendige verhandeling van relikwieën van de door Herodus arglistiglijk omgebrachte kinderen rondom Bethlehem. Johan Huizinga gaat er in zijn Herfsttij der middeleeuwen uitvoerig op in. Aangezien de openbaringen niets inhouden over het getal van de omgebrachte kinderen werd een getal hunner berekend dat de marktprijs voor een vingerkootje of een botsplinter aardig opdreef, vooral nadat gebleken was dat de wichten merkwaardigerwijze begraven bleken bij Parijs en daar gerust in stukjes verhandeld konden worden mits de kerk provisie ving per stoffelijk ontleend overschot.

Als Hollander spreekt mij dat ook wel aan. Een parochiekerk die een stukje Onnozel Kind in een reliekhouder kon rond doen torsen in processie was op de gezette feestdagen aardig binnen. In Kempenland waren er vele pastoors die wisten waar Abraham de mosterd haalde, want uiteindelijk moet ieders schoorsteen kunnen roken. De evangelist Mattheus is de enige die in de bijbel verhaalt over deze kindermoord in Bethlehem. Daarvan wordt overigens door geen enkele historische bron melding gemaakt.

Het verhaal is mogelijk ingegeven door een luguber feit dat al lang uit schriftelijke bronnen bekend was: de Romeinen doodden om allerlei redenen, vaak erfrechtelijke en familie dynastieke, veel baby’s. Mattheüs ziet het in elk geval als een vervulling van een profetie van Jeremia. De drie gruwelijke verzen bij Mattheus als nauwkeurig chroniqueur opgevoerd, en vermoedelijk daarom juist ingelast in latere eeuwen in de Vulgaattekst, zijn desondanks of precies daarom aanleiding geweest tot het invullen van het aantal gedode kinderen tot maar liefst 144.000 (zeker op grond van dit symbolische getal in het laatste Bijbelboek Openbaring).

Het toont de levendige omgang met de openbaringsteksten maar weer eens aan. En daarmee met de onuitputtelijke en niet onderuit te putten kerkelijke traditie.

Zo zorgt in de kunstgeschiedenis voor zeer vele fraaie en tot de fantasie sprekende uitbeeldingen, waarbij meestal de nadruk ligt op de wrede gewelddadigheid van de soldaten, de wanhoop van de moeders en de sadistisch toekijkende koning Herodes. Bovendien worden de kinderen vrijwel altijd afgebeeld als baby’s om het geheel nog schrijnender te maken. Herodes’ opdracht om alle kinderen van het mannelijke geslacht te doden, hield direct verband met de geboorte van het Christuskind.

Zoals de Romeinen wettige legitimarissen ook plachten om te brengen in hun bruisend keizerrijk uit staathuishoudkundige redenen. En ze deden dit zeker niet als enigen. De vermoorde jongetjes werden door het christendom in de 5de eeuw tot martelaar verklaard, omdat ze omwille van Christus waren gestorven. Hun navrante feestdag is op 28 december welke dag gewoonlijk wordt aangeduid met de term Onnozele-Kinderen, waarbij ‘onnozel’ hier de oorspronkelijke betekenis heeft van ‘onschuldig, zonder boosheid’. Oorspronkelijk was 28 december geen heiligenfeest maar de gedachtenis aan de Vlucht naar Egypte.

Opdat Jezus zou wassen teneinde als ongekroonde koning gekruisigd te worden. Zo zitten mensenlevens nu eenmaal in elkaar.