De zaak-Wilders

Bij de zaak-Durk werd overduidelijk aan forum-shopping gedaan door de regering. Dat daarbij de hand van koningin Wilhelmina sturend werkte, wordt door de experts in de na-oorlogsche tribunalen- en bijzondere hoven-jurisprudentie niet langer betwist. De voorzitter van het bijzonder gerechtshof dat Durk berechtte had zwaar de pest aan De Geer, uit persoonlijke overwegingen. Zijn zoon, Lodo van Hamel, was in de bezettingsperiode gedropt ter spionage in Nederland. Door de Engelse Geheime Dienst. Lodo was nog vóór de aankomst verraden. Door collaborerende Nederlanders. Die ook verbinding hadden met de entourage van De Geer.

Lodo werd in de Waalsdorper Duinen gefusilleerd. Na gemarteld te zijn door de Gestapo. Vader van Hamel kon het bloed van de Londense oorlogsregering en haar topambtenaren wel drinken. Dus was hij, zo oordeelde Wilhelmina, bij uitstek de man die Durk wel eens kon berechten. Voor de advocaat-fiscaal Sikkel gold iets vergelijkbaars. En zo werden foute Nederlandse bewindspersonen ook gedurende deze na-oorlogsche periode getracteerd op hoogst persoonlijke procedures waarbij onpartijdigheid beslist niet gewaarborgd was jegens diegenen die in de bezetting kennelijk aan de touwtjes getrokken hadden. De voorbeelden zijn legio, en ook die, waarin verwijzing naar de Hoge Raad op basis van de bijzondere procedure die Thor grondwettelijk had voorgeschreven plichtmatig was geweest. Maar het scheen niemand nog een lor te kunnen schelen.

In de zaak tegen Wilders voor zijn “minder-minder-Marokkanen”-uitspraken in een café aan het Haagse Plein, waarin deze parlementariër gewag maakte van zijn voornemen zulks “te gaan regelen” was het niet anders. Al wist het Openbaar Ministerie zeker van deze grondwettelijke plichtmatige verwijzing wanneer het gaat om een verdachte die lid is van de volksvertegenwoordiging. Ongeacht de aard van het verweten delict. En ongeacht de plaats waar hij dat zou hebben begaan. Het Openbaar Ministerie dagvaardde Wilders voor de rechtbank te Den Haag, op basis van de commune bevoegdheidsregelingen uit het Wetboek van Strafvordering uit 1927. Herinner, dat Thorbecke had gesteld bij de totstandkoming van de forum privilegiatum-regeling, in 1848,  dat geen oorzakelijk verband hoeft te bestaan tussen de ambtsbediening en de voltooiing van het strafbaar feit dat de minister of volksvertegenwoordiger wordt verweten. Een gelijktijdigheidsverband was voldoende, juist omdat het ging om de integriteit van de persoon en niet zozeer van diens actuele bediening, al dan niet omschreven in de tenlastelegging. Ik gaf dat aan.

Verder, in Thorbeckes consequente uitvoeringsregelingen van deze grondwettelijke verwijzingsplicht, zou de volksvertegenwoordiger bijzondere procesgaranties krijgen binnen de forum privilegiatum-procedure bij de Hoge Raad. Juist omdat de scheiding der machten, de meergenoemde TRIAS, hier zo onmiddellijk in het spel geraakt. Dat was juist de reden, waarom de kroon in 1879 zo bezorgd was dat in de zaak-Pincoffs, waar deze forum privilegiatum-procedure ook verplicht was, de verdediging prins Hendriks rol als erevoorzitter van de raad van commissarissen van de Afrikaansche in het geding zou brengen.

De prins had aandelen-emissies door de Afrikaansche nog recentelijk warm aanbevolen bij het gegoede publiek in een brochure waarbij zijn verwantschap met de koning uiteraard moest bewijzen hoe vertrouwenswaard Pincoffs wel was en hoe hoogstaand zijn motieven waren voor de volkswelvaart. De procedure gaf immers de vervolgde volksvertegenwoordiger een eigenstandige bevoegdheid getuigen en deskundigen te dagvaarden zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie. Pincoffs zou mogen dagvaarden zonder afhankelijk te zijn van het welbevinden door de Procureur-Generaal bij die Raad, die te dezen geen opportuniteitstoetsing zou mogen uitoefenen. Dat zou verschrikkelijk uit de hand zijn gelopen, als senator Pincoffs de uitzetting via de prins van Oranje-Nassau  van deze emissie in den brede voor publiek en pers had kunnen toelichten. En als hij daarbij ook Leopold II had kunnen opvoeren, bij wie hij feestelijk had mogen banquetteren met een vergelijkbaar emissionair doel.