Defectuus translatio imperii X

Opmerkelijk is hoe lang de hogere kerkelijke beambten erin slaagden de betekenis van deze tweede Europese translatio te negeren en de effecten ervan te niet te doen door bureaucratische listen. De Prins-Bisschop van Luik bleef zijn diocese besturen alsof niet bepaald was bij Conciliebesluit dat hij het Maasdal niet langer tot aan Verdun mocht beheersen en dat hij geen heffingen mocht toepassen in de rechtsgebieden van de nieuwe bisdommen Den Bosch en Roermond.

Hij bleef ook wereldlijke en kapitale jurisdictie uitoefenen. Hij bleef heksen en tovenaars vervolgen, omdat dat lucratief was wegens verbeurdverklaringen en onttrekkingen aan het verkeer van boedels. En hij betoogde dat hij zijn jurisdictie had ontvangen van soevereinen op het congres van Meerssen in 876. En dat het Concilie daar niet op kon inbreken, zolang die soevereinen hem de taak niet ontnamen om de linker-Maasoever te neutraliseren voor opmarcherende troepen naar het Noorden.

Zo deden de meeste andere Prins-Bisschoppen insgelijks. Daarmee wonnen ze tijd, maar groeven ze ook het graf voor hun opvolgers, want de Franse Revolutionairen zouden van deze kerkelijke prinsdommen gehakt maken. In Nederland bleven ook kathedrale kapittels stomweg Trente negeren wat de bestuursadministraties betreft en hun heffingen collectioneren. Sommigen hielden dat lang vol. En stichtten de fundaties voor wat later de Oudkatholieke kerk zou heten, een typisch Noord-Nederlands verschijnsel met liturgieën die pre-tridentijns heten. Vóór het Trents Concilie ingevoerd en aanvaard. Het bracht knaken en ambten op.

Nederland werd een van de eerste door Rome te kerstenen heidense gebieden, een echt missieland, nu het buiten het primaat van Petrus viel door de Unie van Utrecht van 1579. En bepaalde Nederlandse rituelen werden nu buitengewoon zonderling met eigensoortige sacramentaliën, afgeleid van de zeven officieel gecodificeerde sacramenten. Dat strekte in de katholieke natiestaten zoals Frankrijk tot navolging, waar een bijzondere Franse geloofsmodaliteit werd ingevoerd, het Gallicanisme, want de Fransen dachten: wat die Hollanders en Britten kunnen – een katholieke inculturatie voor en door jongens van de streek – dat kunnen wij ook en nog veel beter.

De Zonnekoning zou met dat Gallicanisme wel raad weten ter legitimering van zijn nationale soevereiniteit waarbij hij zich weinig gelegen liet liggen aan een christenheid boven geloofsverdeeldheid. De Zonnekoning zou er de juiste kardinalen en aartsbisschoppen bij weten aan te stellen, wat Rome ook mocht briesen. En Centraal-Europa werd nu het schouwtoneel van de ontstellende dertigjarige oorlog waarbij Duitsers vooral Duitsers wisten af te maken onder aanheffen van de kreten van Luther die vooral conserverend gezag tegen de volksmassa’s wist te legitimeren op schriftuurlijke citaten. Tot leedwezen van het ganse Avondland, dat steeds verder gedestabiliseerd werd. De Ottomanen wisten er raad mee. Ze naderden Wenen alras.