Ellende-universiteit

Deze intense relativeringscampagne van normen over Goed en Kwaad zette zich verhevigd door op de universiteiten die ik nadien bezocht om deel te hebben aan cursusprogramma’s en academische curricula. Ik bestudeerde de rechtsgeleerdheid. En die hangt af van de ban van Goed en Kwaad die Pummeltje ons trachtte op te leggen en bij te brengen, zonder haar als polariteit nu te rechtvaardigen. Dat laatste vroegen de veertig mennekes in de klas ook niet.

Ze namen haar aan als een natuurverschijnsel dat zich aan de ganse mensheid van hogerhand opdoet. En zo bedoelde Pummeltje het ook. Op de middelbare school begon dat anders te worden, maar nog niet systemisch. Het onderrichtend personeel zag in ieder geval het Christendom niet als één van de ideologische modellen waaruit een puberende leerling vrijelijk kiezen kon uit hoofde van een soort universeel zelfbestemmingsrecht. De school was rooms-katholiek en dát rechtvaardigde een gegarandeerde subsidie van rijkswege, die men gaarne opstreek.

Voorwaarde was dat men zich onderwierp aan een behoorlijke controle vanwege de onderwijsinspectie die haar troeven uitserveerde via gecommitteerden tijdens de eindexamens. Laat dus. Maar grondig. Effectief en met beleid. De universiteit waarheen ik mij in 1972 op weg begaf heette op dat moment nog Karl Marx-universiteit. Dat stond in druipende fietsenlakletters op de hoofdingang van de imponerende laagbouw waaraan kosten noch moeiten gespaard waren.

Het gold hier een plattelandshogeschool voor en dóór jongens van de streek, waarvan eigenlijk alleen de economische faculteit landelijk een zekere renommee had weten te verwerven. De andere faculteiten, van alfa en gamma-kundes en wetenschappen moesten nog volledig doorontwikkeld worden. De rechtsgeleerde bestond nog maar sedert 1963 en genoot noch faam noch ruchtbaarheid. Totdat er een bezetting werd georganiseerd door welgestelde fabrikantenzoontjes die inspraak wilden hebben in het lesprogramma en de exameneisen.

De katholieke hogeschool kwam daardoor dagelijks uitvoerig in het nieuws. Keurig sprekende jongelieden kwam uitvoerig in beeld die mededeelden dat ze eigenlijk arbeiders waren en studieloon dienden te genieten en voorts dat het onderricht maatschappijkrities en neo-Trotskistisch op revisionistische grondslag hoorde te zijn om sosjaal relevant te zijn. En dat Het Westen schuld was aan de teloorgang van de derdewereldlanden via door de mens veroorzaakte natuurrampen resulterend in massale hongersnoden, overstromingen en aardbevingen. Zoals dat Westen ook oorlogen op gang hield om geopolitieke verhoudingen in stand te houden die strijdig waren met nationale zelfbestemmingsrechten. Waarbij het Christendom een middel was. Later werd de hogeschool de Salvador-Allende-universiteit. Gerard Reve, de volksdichter, meende dat de werkelijkheid gediend was als men van Ellende-universiteit had gerept bij deze omdoping.