Extreme polarisaties

Dit is Harries duiding van onze staatshuishoudelijke toekomst. Rutte heeft het scenario al een jaar geleden bedacht, mensen! Rutte zag het allemaal aankomen. En koos het scenario, waarbij ook kortstondige kortsluitingen en andere ongelukjes op het toneel behoorden. Want het leven is vooral een spel. Dat beseft deze doorgewinterde politieker als geen ander, weet Harrie. En Harrie is een man van de wereld. Harrie weet alles. Bijna, zegt hij erbij, terwijl hij geruststellend mijn onderarm beklopt. Want Harrie meent dat ik nog steeds basaal naïef ben. Ik moet tegen mijzelf beschermd worden. Want kom ik mij zelf tegen in deze gebroken wereld, dan zal ik daar niet goed tegen kunnen.

Dat ziet Harrie goed. Wat we gaan meemaken zullen extreme polarisaties zijn in de komende verkiezingscampagnes, omdat de politieke partijen daarop ingeschoten zijn. Ze zullen dat krachtenveld in stand laten: rechts tegen links, groen tegen blauw of rood – wat dat ook moge bedieden – idealisten tegen realisten, conservatieven tegen progressieven. En ze zullen, omdat ze zich willen profileren, deze spanningen steeds hoger aanjagen, totdat een onwerkbaar voltage is ontstaan waarop de parlementaire stoppenkasten steeds zullen uit- en dóórslaan, totdat de rookwolken uit de fittingen van de porseleinen spanningsremmers zullen slaan, op risico van uitslaande brand. Daarom moeten we ook niet meer streven naar een alles omspannend regeer- of kabinetsakkoord waarin elke staatshuishoudelijke kwestie en detail geregeld wordt. Aldus Harrie.

Wat wij nodig hebben is een kabinet dat op hoofdzaken een zekere, ongeëxpliciteerde, steun kan vinden bij de meerderheid in de Tweede Kamer, die, overigens, voornamelijk uit nieuwelingen zal bestaan. De vertrouwensregel vooronderstelt immers niet méér dan dat een kabinet aantreedt dat een dergelijke verwachting redelijkerwijs mag koesteren: het zou dat kunnen beredeneren – de inhoud van die verwachting – in een regeringsverklaring als het zich aan de volksvertegenwoordiging presenteert. Per onderwerp zou het kunnen aangeven, waar die meerderheid dan politiek zou kunnen bestaan: per onderwerp zou beredeneerd kunnen worden waar die meerderheid, lós van de blokken links of rechts, groen, rood of oranje, te vinden zou kunnen zijn.

De onderwerpen zijn nú al duidelijk: de typisch Nederlandse opstelling in en deelname aan het Ukraïneconflict, de tijdelijke voorziening voor de oplossing van het stikstofprobleem, de mindering van het aantal commerciële vliegbewegingen, het bestrijden van het functioneel analfabetisme in het middelbaar beroepsonderwijs, het immigratievraagstuk, die items kunnen op de vingers van twee handen – de linker en de rechter – opgesomd worden. En de Kamer kan dan bij de regeringsverklaring en de presentatie van het bijbehorende financiële dekkingsplaatje opgeven of het kabinet die prognoses terecht ten beste geeft of juist niet. Daarvoor is een regeerakkoord echt niet noodzakelijk. Dat is wel vaker gebeurd. Zo’n kabinet is dan niet extraparlementair.

Het is een zakenkabinet op brede basis. Met specialisten per onderwerp. Die dat ook kunnen uitdragen, die bijzondere competentie. Omdat ze gezag hebben betreffende hun vaardigheidsgebied. Eindelijk. Geen minister van defensie meer die niet weet wat een divisie is en waaruit die in ieder geval moet bestaan aan regimenten. Met bijzondere secties en logistieke ondersteuning. Ollongren kan dan naar Brussel. Daar valt toch niet op dat je nergens verstand van hebt. Niet op het niveau van de EU-commissariaten, aldus onze Harrie. Er zullen stellig tegenvallers blijken, in deze staatkundige constructie: rozen in het onbarmhartige prikkeldraad, zoals destijds de rode klaprozen bloeiden in het niemandsland van Vlaanderen bij de tweede slag op Ieper. Dat wil Harrie maar zeggen.