Gedwongen narratief

Dat de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in bredere kringen heftige tegenkanting ondervond werd afgedempt door een perspolitiek van regeringszijde. Dat gold dus ook voor de beoogde staatsgreep om die overdracht alsnog te verhinderen. Het kabinet ontbood hoofdredacteuren van kranten, dagbladen en polygoonjournaal en deed weten dat er niet over geschreven diende te worden. Het is vermeldingswaard omdat op dit moment, volkomen terecht, flink gefulmineerd wordt tegen de klakkeloze volgzaamheid van de grotere ochtendbladen, de publieke omroepen en de andere publieke media waarmee deze het huidige regeringsbeleid verslaan.

Alle crises van de afgelopen decennia, te beginnen met de kredietcrisis van 2008 en de inleidingen daartoe werden gevolgd alsof ze exclusief onderwerp waren van de algemene regeringspersdienst en diens richtlijnen. Totdat het na 2020 ter gelegenheid van de voort sputterende COVID-crisis zo uit de hand ging lopen dat er zich als het ware illegale media gingen vormen, vooral te volgen via you-tube manifestaties. Die media zetten vraagteken op vraagteken bij de gevolgde regeringslijn. En werden dus bestreden. Hun bedienaars werden systemisch gecanceld. Of verdacht gemaakt met regeringsmiddelen.

Zoals spraakmaker Maurice de Hond, de goeierd, die nu soms toch weer in genade aangenomen schijnt. Er zijn er velen zoals Maurice, alleen bij hem was het zo opvallend. De overheid heeft steeds een eigen realiteit geschapen, de contrasterende werkelijkheden gemollificeerd via de afdelingen communicatie en voorlichting per departementaal segment. Maar nieuw is dat dus niet. Ernstiger is dat die overheid zelf in de eigen vervaardigde waarheden is gaan geloven en zelfs volksvertegenwoordigers is gaan vervolgen met alle middelen wanneer zij dat trachtten tegen te gaan. Nieuwe strafprocessen staan ons met dat doel te wachten.

De gelatenheid van de Tweede Kamer in dit opzicht is zorgwekkend, voor zover die Kamer die vervolging zelfs niet bevordert — en ook dat is herhaalde malen geschied. De regeringskringen met hun ambtelijke hofhoudingen zijn in hun eigen listen, lagen en verdichtsels wellicht gaan geloven. En deden ze dat niet, dan hebben ze daarin zoveel prestige geïnvesteerd dat ze niet meer terug kunnen. Vanuit deze tunnelvisies kan voortkomen de lichtvaardige bereidheid om aanstonds maar alle grondwettige regeringsvormen even ter zijde te stellen, bijvoorbeeld nopens de noodzakelijke Kamerontbinding waarvan ik repte.

Omdat de Grondwet toch maar een toevallige werkhypothese is, zoals inmiddels dogmatisch principe is van een minister-president die de natie de ene oorlogstoestand na de andere inpraat door doen en vooral laten. Zonder rekenschap immers aan die vertegenwoordiging. Die daar ook niet meer om vraagt. Timmermans zal er niet over interpelleren. Zoals destijds ook niemand navraag heeft gedaan naar de overheidsbetrokkenheid bij Gerbrandy ’s staatsgreep. Ook niet toen de president van de Hoge Raad er iets mee te maken had. Zei u iets over de scheiding der machten?