Goes van Naters

Romme was al sedert 1937, als minister van Sociale Zaken, een beproefd en meedogenloos intrigant gebleken. Dat had hij overduidelijk gedemonstreerd in het vierde kabinet-Colijn toen hij vooral erop uit bleek “de roomse zaak” te dienen. Welke zaak dat precies was werd nooit duidelijk, dat die zaak enerzijds viel nooit samen met geloofsleer en kerk anderzijds.

Maar die zaak bleek gediend met de onverantwoorde overheidssteun aan het roomse middenstandkrediet, de overnames van de zieltogende boedels van de failliete roomse Hanzebanken, de steun aan de Rotterdamse Bank Vereniging, subsidies aan de Jonge Wacht, een roomse jongelingsorganisatie die de straat moest veroveren voor die zaak, en de gedwongen te werkstellingen van Nederlandse werklozen – hardnekkig steuntrekkers genaamd — in de Duitse oorlogsindustrie.

Geen vunzige aangelegenheid of Romme had er mee te maken, zoals bij de al meermalen besproken Ossche Affaire waarbij een marechausseebrigade de strafvorderlijke opsporingsbevoegdheden werd ontnomen omdat de brigade de roomse zaak daar gevaarlijk dicht op de hielen zat. Twee kapelaans die ontucht konden bedrijven onder de schutse van een vermeende strafvorderlijke personele immuniteit. Romme kon het dus makkelijk opnemen tegen de toch wel wereldvreemde, al te irenische Van der Goes van Naters die net als fractievoorzitter was opgetreden in 1945 van de Partij van de Arbeid waarin ook vrijzinnige liberalen waren verzameld — achteraf tot hun ontsteltenis.

Romme zette Van Naters op tegen Beel, Beel tegen Van Schaik, van Maarseveen, en uiteindelijk Sassen, weer een kundig gehanteerde Jan Klaassen bewogen door Romme. Het kabinet werd al verscheurd door de Eerste Politionele Actie, die door de hele wereld meteen werd gerubriceerd als koloniale agressie-oorlog. Romme stookte het vuurtje aan. De Tweede Actie gaf hem alle gelegenheid daartoe toen Beel waarachtig als Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon deze Actie niettegenstaande het verbod wegens het kabinet doorzette onder druk van de onvergankelijke generaal Simon Spoor die inderdaad tactisch deze Actie succesvol voltooide.

Zodat zelfs de Verenigde Naties Nederland onvoorwaardelijk veroordeelde als bedreiger van de wereldvrede. Romme gebruikte het om het kabinet alle hoeken van de Kamer te laten zien. Wankeler dan ooit moest Drees uiteindelijk de regie overdragen aan de Verenigde Staten van Noord-Amerika die een vredesregeling oplegde waarbij het internationale bedrijfsleven inderdaad volledige schadecompensatie kreeg en de reputatie van Nederland tot in 1963 enorme deuken opliep. Gidsland zou het in lang niet meer kunnen zijn. Maar Den Haag begreep dat niet.

Want het had het zo goed bedoeld. Drees bleef daarover steunen. Zodat Romme ook op andere terreinen zijn goddelijke gang kon gaan. Hij zocht dus heul bij de gloednieuwe liberalen onverhoeds samengetast in de VVD die electoraal enorm scoorde ten koste van de socialisten en de roomsen met alle baattrekking van dien voor Romme, die zich staatkundig nu volmaakt geconsolideerd had. Terwijl hij gold als afgedaan. Een scenario Remkes en zijn VVD-achterban waardig. Dat is nu in doorontwikkeling in het reces van juli-augustus. En dan zal de natie wat beleven, daarna. Als er dan nog wel een natie is.