Imperfectuus translatio imperii VI

De Ierse monniken bedijkten succesvol de Westhoek van Vlaanderen en bedwongen zelfs de IJzer met een ingenieus duikersysteem van sluisjes waarop nu nog de waterstaatkunde in die Hoek drijft. Het trok de aandacht wijd om. In aansluiting kwamen, nadat de Benedictijnen vervolgens de polders hadden weten droog te zetten de cisterciënzers ter aanvulling om het waterbeheer binnen de polders ten behoeve van de ingelanden op te zetten via een molensysteem met monnikstjaskers.

Een doeltreffend stelsel van schroefas molens dat steeds het welwater naar hoger niveau bracht, met uitwateringen op ringvaarten en uitstort in verzamelboezems, in combinatie met terpen voor de centrale voorraadschuren en dijkmateriaal-opslagplaatsen. Tot op Walcheren werden de Ordes in onderlinge aanvulling ingezet. Dat trok de aandacht van de Westfriese opperhoofden van plaatselijk bestuur waaronder Claes die Vriese en een man die zich Dirk noemde en later bekend zou worden als de eerste graaf van Holland.

Wat hij stellig nog niet was, toen hij deze Ordes noordwaarts nodigde. Hij verzocht ze deze kunststukken ook op te zetten in Holland vanuit Egmond, de strandwallen volgend, noordwaarts en zuidwaarts via een gigantisch dijkageproject rondom Holland tot aan het enorme zeegat dat de Romeinen Helenium hadden genoemd en de Hollanders Mer-Wede of Zee-Mond. De wallen waren niet overal even sterk om het dijklichaam te dragen. Daar waren de duinen loos, daar zagen deze Ordes van bedijking langs de wallen af.

Wel trachtten ze door intensiever tjaskerbemaling droogzettingen te bereiken zoals bij Loos-duinen in de duinpan met meren Madestein. Hier verlegden de Benedictijnen de dijkaanleg meer oostwaarts, voor de plaats waar later de grafelijkheid van Holland achter een grote boshaag zou liggen: Den Haag of ’s Gravenhage. De dijk liep westelijk voor een gracht of delf langs, waarop de dijkmaterialen werden aangevoerd vanaf de Mer-Wede.

Daar ontstond Delft. Vandaar naar de Schie, een Romeinse vergraving, waar een dam werd geslagen en op welke Schie-dam een versterking kwam. Bij de dam in de Rotte, een wetering naar de Mer-Wede gebeurde ongeveer hetzelfde. Daarna werd gedijkt via Hillegersberg naar Gouda, Vleuten, Utrecht en uiteindelijk Amersfoort. Er was nu enorm veel polderland gewonnen voor de Kerk en haar Paus. Dit kunststuk zouden deze Ordes herhalen in Centraal-Europa. De Paus, de provisies innend, was nu in staat doorzettingsmacht te claimen bij de benoeming in belangrijke wereldlijke ambten en die effectief te maken. Hij had zich het primaat van Petrus eindelijk eigen gemaakt. De translatio imperii scheen perfect. Dus kwamen er barsten in deze constructie.