Liefderijke maaltijd

Was het Christendom een tegencultuur in dat roerige gekoloniseerde Midden-Oosten, een soort ideologische maatschappijleer gericht tegen een koloniserende macht? Had dat Christendom een staatkundige pretentie? Gericht op individuele ontvoogding van religieuze mythen omtrent een ideale samenleving? Een, die uitging van een intermenselijk gelijkheidsideaal zonder maatschappelijke hiërarchie? Een soort communisme, maar dan zonder Marxisme? En dus een staathuishoudkunde met volstrekte democratie waarbij ieders stem telde en gelijke kappen gelijke monniken maakten en omgekeerd?

Was dat de essentie van de heilsleer van de Messias? Ik heb het in de tijd dat het Tweede Vaticaans Concilie samenkwam onder de Goede Paus Johannes XIII Roncalli vaak horen zeggen door mijn bevlogen godsdienstleraren op het gymnasium. Het leek erop dat in Nederland dat Concilie een dergelijke theologie wilde vestigen. Daarom was ook de landstaal voortaan verkieselijk bij iedere eredienst en niet langer het Canonieke Latijn en daarom moesten de liturgische teksten ook gedialogiseerd worden in de gebedenboekjes.

En daarom was eigenlijk ook een aparte priesterkaste met eigenstandige unieke sacramentele bevoegdheden niet aangewezen om de rechtsorganisatie van de Roomse Kerk overeind te houden. De eucharistie, het misoffer van Christus’ lijf en bloed, werd gepresenteerd als een maaltijd van elkander welgenegen gelijkgestemden die Christus’ Bergrede min of meer aanvaardden als politiek programma. Een Agapé, zei mijn moeder voortaan, progressief als zij ineens was. Het woord agape wordt in de Septuagint en ook bij de Joodse schrijver Philo van Alexandrië vaak gevonden. Het komt in het Nieuwe Testament 110 keer voor. Het woord eros, dat de liefde tussen de seksen weergeeft, komt in de Bijbel alleen in de Griekse vertaling van het Oude Testament, in de Septuagint, voor, maar niet in het Nieuwe Testament.

De pauselijke encycliek Deus Caritas Est geeft een christelijke visie op de (positieve) samenhang tussen eros en agape. Dat soort teksten beschouw ik als rechtvaardigingen om maar onbeperkt van bil te gaan. Dat gebeurde dan ook destijds in erg progressieve katholieke kring heel vaak. Het was uiterst modern. Laat ik mij daartoe in dit verband beperken.  Veel echtscheidingen waren het gevolg van genoemde positieve samenhang. Ook na het Pastoraal Concilie in Noordwijk.  Agape is hoogstens een levensopstelling waarin men ervoor kiest ervoor de ander te beschouwen zoals in 1 Korintiërs 13 gebeurt: men dient altijd bereid te zijn het beste van de ander te denken, klaar om te vergeven, bereid het beste voor de ander te zoeken. Als dit volkomen ontbreekt is het christelijk leven zinloos.

Een belangrijke eigenschap van agape, caritas, is dat ze niet gebaseerd is op de eigen behoeften. Het Nieuwe Testament leert dat de mens deze agape van God ontvangt, opdat we die zelf weer door geven. Het is een principale keuze. Waarin iemand in de zestiger jaren van de vorige eeuw ook een leidraad kon vinden voor de vreemdelingenpolitiek en het lidmaatschap van de NAVO als defensiealliantie. Zo ver ben ik nooit gekomen. Ik mik mijn geldelijke bijdrage op de schaal in de mis, Agapé of niet, zeker, en maak ook wel gelden over voor Goede Doelen. Dat was het dan. Ik erken dat ik een benepen burgerman ben. Maar het kerststalletje koester ik toch. Destijds maakte dat alles nog erger. Dat vonden mijn progressieve medeleerlingen dan ook. Gelijk hadden ze. Dat zie ik nu wel in.

Ik hoorde Aantjes, de beoogde leider van het Christendemocratisch Appel het met trekkende mond en bevende kin, de ogen flonkerend van tranen, uitdragen op de datum dat besloten werd of moest worden hoe de Openbaring gebezigd moest worden door deze nieuwe samengevoegde Christelijke partij, bestaande uit Hervormden, Gereformeerden en Katholieken. Op de liefderijke intentie kwam het aan, niet op de uitkomsten en ook niet op de benodigde middelen. Het kerstverhaal was een sprookje, dat kon verenigen, maar uiteindelijk kon de destijds nog krachtig door de PVDA aangeheven internationale dat óók, dat verenigen.

En de teksten zoals berijmd voor mevrouw Jet Roland Holst-Van Schaick waren er onbegrijpelijk genoeg voor: de staat verdrukt en zijn wet is logen kon luidkeels aangeheven worden zonder dat de Rode zangers er een moer van begrepen. Dat was trouwens met de meeste plechtzangen uit de Hoogmis ook het geval. Toch vond ik dat het wonder te Bethlehem daarmede te kort gedaan werd. Dat vind ik nog. Ik zat destijds bij de Katholieke Volkspartij, maar ik voelde mij bij Aantjes nog meer onbegrepen dan anders. En dat wil wat zeggen. Terwijl ik nog niet wist dat Aantjes bij de Germaanse SS had gezeten aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Toen ik het hoorde dacht ik dat Christus daar ook wel van opgekeken zou hebben. Maar zulke dingen gebeuren dan toch. In zijn heilsgeschiedenis die ik nog steeds niet overzie.