De tweedeling had vergaande uitwerkingen en consequenties, ook volkerenrechtelijk gezien en naar nationale staatsleer. Thomas van Aquino, zo gezaghebbend in de middeleeuwen, ging als vanzelfsprekend uit van een positiefrechtelijk onderscheid tussen christenen en heidenen, waarbij eigenlijk alleen de eersten tot de Goeden konden behoren. Konden, want ze moesten er wel wat voor doen: het gedoopt-zijn was niet voldoende. Men moest een Gode welgevallig leven leiden. Dus goede werken doen, sacramenten ontvangen, de hiërarchie respecteren – de wereldlijke en kerkelijke – en ieder het zijne geven.
Dat laatste moest de christen ook doen jegens de heiden, maar dat viel nog niet mee en daar waren in het internationaal verkeer randvoorwaarden verbonden. Omdat heidenen natuurlijk slechte dingen deed en die moest de christen niet begunstigen. De heiden kon christen worden, natuurlijk, dat was eigenlijk ook de bedoeling, maar dat mocht niet geschieden op basis van stoffelijk gewin. Thomas geeft aan hoe de christen met die heidenen moet omgaan om zelf zalig te kunnen worden. Hij formuleert daarbij volkerenrechtelijke principes. Die sloegen aan, werden verder uitgewerkt. En resulteerden mede in het wereldomspannend jurisdictiemodel van het Verdrag van Tordesillas van 1494. https://gerardstrijards.nl/defectuus-translatio-imperii-vii/ en verder https://gerardstrijards.nl/defectuus-translatio-imperii-viii/
Het Verdrag van Tordesillas kwam tot stand op 7 juni 1494. Via dit verdrag verdeelde paus Alexander VI (1431-1503), in opdracht van de Spaanse koning, de niet-Europese wereld tussen Spanje en Portugal. Later verdeelde het Verdrag van Zaragoza (1529) de mondiaal-oostelijke helft van de kolonisatiegebieden. De in het Verdrag van Tordesillas gespecificeerde demarcatielijn zorgde ervoor dat de zeeën verdeeld werden tussen de Portugezen en de Castilianen. Deze positieve jurisdictie aanspraken werden later door verschillende andere Europese landen (de Nederlanden, Frankrijk, Engeland) resoluut verworpen. Maar tijdelijk heeft de Republiek der Zeven Vereenigde Provinciën deze jurisdictieverdeling toch wel gerespecteerd. Frankrijk nooit.
Koning Frans I van Frankrijk merkte eens schamper op dat hij nooit “de clausule in het testament van Adam had gezien, waarin zijn land zou zijn uitgesloten van alle rechten op delen van de Nieuwe Wereld”‘. Het Verdrag van Tordesillas geeft de koningen die het sluiten rechtsmacht voor zover ze die bezigen om het enig ware geloof te verspreiden via onderricht. Dus ter bekering van de heidenen. Die dwalen verschoonbaar vóór dat onderricht en nadien onverschoonbaar. Dan zijn ze dus Slecht.
Het onderscheid beheerst nog het Verdrag van Wenen van 1815. Het is daarom dat Tsaar Alexander I een Heilige Alliantie wil sluiten tussen de christelijke monarchen ter verdediging van het christelijk rechtsmassief. En daarom krijgt zijn opvolger Nicolaas I een rolberoerte wanneer Groot-Brittannië bereid blijkt om met de Ottomanen het Russische Rijk aan te vallen, want zijn die Ottomanen geen heidenen en dus Slechten of wat? Dat is de openingszet van de Krimoorlog wat het Kremlin en Sint-Petersburg betreft. En ook de uitnodigingen voor de Eerste Haagse Vredesconferentie van 1899 zijn in eerste instantie zo geredigeerd dat duidelijk is dat alleen christelijke mogendheden welkom zijn. Alleen met hen is verdragssluiting mogelijk. Het loopt niet lekker: https://gerardstrijards.nl/finale-mislukking/
Dus niet met Slechte heersers. Nicolaas II komt van dit duidelijke standpunt echt niet terug. Dat doet hij pas als blijkt dat de Japanners hem maritiem de baas zijn in de Russisch/Japanse oorlog van 1904-1905 en dan alleen nog omdat hij door overmacht gedwongen is. https://gerardstrijards.nl/andere-aziaten-komen-ook/
Het onderscheid blijft ook nadien de gemoederen beheersen al wijdt het Statuut van de Volkenbond er geen aandacht aan in 1920. En daarom kan ook Kennan, met zijn inblazingen aan Truman in 1945 via zijn lange telegram dat onderscheid gerust prolongeren, want ook Truman leidt Gods Own Country. De God der christenheid. Die niet wil dat de Slechten een kans krijgen.