Dat mister Van der Waerden weleens een jongetje opat dat niet oplette in de klas en het verdomde om naar de schoolmis te gaan in de Teresiakerk, dat wisten de jongens van de Roomsch-Katholieke Sint Willibrordusschool aan de Zeelsterstraat te Strijp, Eindhoven, natuurlijk wel. Daar werd verder niet moeilijk over gedaan. Deze mister regeerde met harde hand over de derde klasse.
Die lag, geheel verscholen, aan het einde van de lang, lange betegeld gang op de eerste verdieping. Dat klaslokaal, dan. De enorme kruin van een roodgroene boom op het belendend kerkhof verduisterde dat einde. Bij heftige windvlagen bekrasten de ver uitstekende twijgen de raampartijen in de gang en zelfs in dat klaslokaal en vormden schemerachtige wangedrochten op de wanden. Daarom was dat een eng klaslokaal.
Omdat die iep doorgaans ook kreunend ruiste. Er zaten ook nog eens kauwen in. Die schetterend opvlogen als de boom kermend kampte met het natuurgeweld. Maar ook omdat mister van der Waerden hier de heerser was. Deze mister spaarde de roede niet bij wangedrag. En soms sloeg hij er in blinde drift op. Maar dan hadden de zoontjes van de glasblazers bij Philips het er ook wel naar gemaakt. Doorgaans dan. Soms echter, aldus de zoon van kapper Van Raamsdonk uit de Bredalaan, overdreef de mister.
Dan sloeg hij een leerling invalide. Het was algemeen bekend. Maar deze mister, ook bekend als “Pummeltje” had dan ook vijftig ongezeggelijke jochies onder zijn commando. Wie het te bont maakte had er mee te rekenen dat Pummeltje hem in stukken sneed. En opat in het fietsenhok, ook weer onder de kruin gelegen van die briesende boom. Jan van Megen die duiven kweekte had er het bewijs van.
Hij had ons een aantal botten laten zien van de schouderpartij van zekere Ludi Withoos. Die had een steen door het glas-in-loodraam van de doopkapel gegooid. Toen had Pummeltje, zijn zakmes opdiepend uit de broekzak, meteen maar doorgetast. Ook al waren de jongens die aan de beurt waren nog aan het biechten. Pastoor de Beer had goedkeurend geknikt.
Zonde loont nimmer. Daar kon Pummeltje niet vaak genoeg op wijzen. Het was een levensles die ook gold op de bedrijfsschool van genoemde Firma. Daar kwam niemand onderuit. God ziet alles. En Pummeltje was zijn rechtshandhaver. Daar mochten we weleens wat beter over nadenken. De Hel was eeuwig, ruim en warm. En Lucifer was nog erger dan Pummeltje. Dat werd dan ook illustratief toegelicht. Zo heerste orde in deze klas. Pummeltje had de naam van een tuchtig en bekwaam onderwijzer. Boers, zeker, maar gedegen. En daar ging het om.