Polarisatie IV

De partijraad van de PVDA maakte zelfs in het politieke programma de personele polarisatie tot een systemische methodologie die een eerbaar sociaaldemocraat tot de zijne moest maken teneinde de vijand vast te verven. Dóód hoefde die vijand nog niet. Dat kwam pas later. In de tijden dat Pimmetje Fortuyn echt lastig begon te worden en dus gedemoniseerd moest worden. Wat die raad daarbij stelselmatig over het hoofd zag, was dat Nederland daarvoor toch eigenlijk te klein was. En te veel uit minderheden bestond. Minderheden die intern ook weer gefragmentariseerd waren, omdat ze dogmatische uitgangspunten hadden die leken op die welke aan het eind van de middeleeuwen de hoog-scholastieke kennistheorie volledig naar de vaantjes hielp bij het inventariseren van de gewenste zintuigelijke waarnemings- en wegingsfactoren ten opzichte van de proefondervindelijk te inventariseren stoffelijke werkelijkheid.

Thomas van Aquino en Duns Scotus waren daarbij primitievelingen op het eerste gezicht, wanneer zij de essentialia van de dwaling als kennistheoretisch fenomeen probeerden te vatten en in te passen in de katholieke toegepaste moraaltheologie. Wanneer je nú iemand probeert te begrijpen uit de PVDA-gelederen uit die periode, duizelt het je. Igor Cornelissen, een van de spraakmakers bij het geroemde Vrij Nederland, jongleert met begrippen als revisionistisch Trotskisme, restauratief Trotskisme met amenderingen via de Bakoenin- thesen en neomarxistische antithese-theorieën bij de definities van de maakbaarheden in de samenleving zonder dictatuur van het proletariaat als noodzakelijke tussenfase. En dan moet je Cornelissen nog echt wel zien als iemand die daarbij journalistiek te werk probeert te gaan, omdat hij zich toch nog voor kan stellen dat een machinebankwerker deze begrippen niet aanstonds doorgrondt.

En dan heb ik het nog niet eens over de Frankfurter Schule die je in deze periode als sociaaldemocraat sowieso tussen de oren moest hebben. Trotski gebruikte ook de polarisatie ad personam, en daarom was deze methode wat Igor betreft sacrosanct. Ja, maar onze Igor vergat en zag over het hoofd dat Trotski deze schaamteloze aanpak losliet op een volk dat vermoedelijk al tegen de vijfenzeventig miljoen liep en verspreid was op een zó groot oppervlak dat je ook nu heel goed inziet waarom Putin steeds maar nieuwe legeronderdelen uit Siberië en Mongolië uit de grond weet te dampen. Deze volkeren hebben verder weinig gemeen en spreken een subdialectisch Russisch. Dus daarop kon Trotski heel goed, zonder direct zelf schrammen op te lopen, deze personele polarisatie loslaten. Hij kon per provincie steeds een nieuw blik lasterpraat opentrekken, waarvan de inhoud steeds opnieuw ter consumptie door bijkruiding klaargestoomd moest worden.

Dat ervoeren Marcel van Dam en Maarten van Traa dan ook persoonlijk: dat dat in Nederland wel éven kon, maar niet echt bestendig en niet systematisch, omdat deze resonantie uiteindelijk toch terugkeerde naar de lasteraars zelf, al hadden ze nog zulke verheven motieven gehad. Kortom: de partijbonzen van de PVDA kaatsten, maar zij verwachtten de bal niet terug. Dat was bijvoorbeeld het geval bij Eveline Herfkens, de minister van ontwikkelingssamenwerking en VN-aangelegenheden die een opmerkelijk creatief declaratiegedrag aan den dag legde in New York dat toen nog ver was. Daarop stortte de vijandelijke pers zich krachtig, mede omdat Eveline heel kort getrouwd was geweest met Ed van Thijn, ook een PVDA-coryfee die burgemeester van Amsterdam wilde worden. Dat kon toen nog niet, als je niet oorbaar getrouwd was.

Welaan: daar smulde natuurlijk de CDA-pers enorm van. De declaraties werden steeds per ochtendkranteditie ingewikkelder en hoger. Net als later bij Bram Peper, ook zo’n vooraanstaande sociaaldemocratische ideoloog. Het leek eigenlijk nergens op. Maar het was toch smullen, steeds wanneer Dies van Agt weer eens publiekelijk door het slijk was gesleurd door en namens het massaproletariaat. De Prediker waarschuwde al dat deze geruchten tot hun bronnen terugkeren en dat dan tot aan de landpale van Moab geschrei zal zijn. Dat hadden de confessionelen ook moeten begrijpen. Maar het was eigenlijk te aardig, om deze geruchten te stremmen. Steeds stond Dries in zijn ondergoed en steeds bleek dat bevlekt.

Maar het CDA haalde toch 49 zetels bij de verkiezingen van 1977 en de PVDA, die toch Joop Den Uyl kon opvoeren als minister-president en haar vaandeldrager in het morgenrood, 54. Continuering van Joops maakbaarheidsprojecten leek dus aangewezen. De partijraad van de socialisten blééf echter eisen dat Dries en Frans Andriessen eigenlijk niet met de nieuwe ploeg mochten meedoen wegens gebrekkige geestvermogens en pathologische gewetensdefecten. En daarop verloren de sociaaldemocraten toch de formatie. Dries kwam aan zet. En die had het gezellig met Hans Wiegel die best het zonnetje in andermans water kon zien schijnen. Toch bleef polarisatie ad personam bestanddeel van formaties en regeertactieken. Het is net als brillantine in je haar. Het zit er zó in. Maar je krijgt het er niet uit. En het is slecht voor je hoofdhuid.