Schoofs verleden

Schoof stond in de Haagse ambtenarij bekend als een “Macher” en een “Surviver”. Twee zelfstandig naamwoorden in één aanduiding, de eerste Pruisisch van herkomst, de tweede Engels. Beiden herkomstig uit aan elkaar tegengestelde culturen met een lange historie die West-Europa in de negentiende eeuw zodanig door elkaar schudden dat dit werelddeel tot twee keer auto-genocide pleegde op het blanke ras van 1914-1918 en 1939-1945. Bijna met vrucht, al was dat ooft niet consumabel.

Schoof, al sedert mensenheugenis succesvol deelnemer aan het circuit van de Algemene Bestuurdienst – een soort onderlinge waarborgmaatschappij van topambtenaren bij de rijksoverheid tegen pensioenbreuken, heeft tal van ambtenaren via die dienst kunnen uitoefenen of waarnemen. Daarbij was opvallend dat hij wetten in formele zin – dus: totstandgekomen via het gemeen overleg waar ik het in de voorgaande Blogs over had – alleen maar wenste te zien als formele kaders voor eventueel wenselijk beleid.

Zó wilde Schoof ze ook geredigeerd zien via delegatiebepalingen aan uitvoeringsorganen of mandaten namens Onze Minister te geven aan agentschappen of zelfstandige bestuursorganen. Deze verwijzingsbepalingen konden niet vaag genoeg geredigeerd zijn. De kaderwet waarin deze bepalingen stonden vervat moest ruime armslag geven aan de beleidsopportuniteit en vooral geen hogere rechtsbeginselen definiëren of een algemene betekenistitel bevatten waarin begrippen spijkervast omschreven werden naar inhoud en strekking, waaraan de uitvoeringsarrangementen niet mochten tornen.

Als Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid maakte Schoof daarvan zo’n ruim gebruik dat de uitvoeringsorganen vrijwel geen wetsbinding te duchten hadden. Hij werd wel gewaarschuwd. Omdat er ongrondwettige praktijken uit moesten volgen. Maar hij liet toe dat toch burgers online via nepaccounts gevolgd en geobserveerd werden, ook al was dat niet verenigbaar met het grondrecht op een exclusieve persoonlijke levenssfeer. Want hij vond dat het nodig was.

Dus liet hij politieke leiders volgen, religieuze voorlieden en staatkundige activisten op deze wijze. De informatie, aldus gewonnen, kwam terecht bij de Algemene Inspectie- en Veiligheidsdienst die ze deelde met buitenlandse geheime diensten. Ook als het volgen gebeurde door tussenkomst van particuliere diensten die detective speelden zoals Sherlock Holmes roemvoller nagedachtenis wiens deducties wemelen van kunstige getrapte gissingen die leiden tot samengestelde redeneringen met verbijsterende conclusies. Er zijn meerdere casus van vergelijkbare aard waarin Schoof de veroorlovende marges van delegatiebepalingen en centrale begrippen uit de kaderwetten creatief ten uiterste oprekte.

Er zijn veel meer voorbeelden van deze extensieve toepassingen van bevoegdheden, zoals die welke voortvloeien uit de Wet op de Publieke Gezondheid(szorg) laatstelijk weer gewijzigd in 2024. Met wéér vage delegatiebepalingen. Zonder behoorlijk overgangsrecht.  In deze komkommertijd is de onderzoeksjournalistiek deze belastende draad van Ariadne aan het terugrollen in de spelonken waar ze aanvankelijk uitgerold werd.

Als het nieuwe parlementaire jaar aanbreekt zal het resultaat daarvan breed uitgeserveerd worden. Schoof moet dan opdraven. Hij zal dan niet hoeven te verbinden. Maar hij zal zich hoogstpersoonlijk moeten gaan verdedigen. Tegen aantijgingen, die bezwaarlijk weerlegbaar zullen blijken te zijn. Omdat onderhebbenden daartoe ook bekwaam gelekt hebben. Rustige tijden zullen niet aanbreken in vak K.