Het duurde vrij lang, moet ik zeggen, voordat het aangekondigde aanstootgevend gedrag waaraan in de convocatie in de derde alinea ampel gerefereerd werd, aan de orde kwam. En dan nog een verhulde termen, waarbij feitencomplex, datum, tijd en omstandigheden, getuigen en slachtoffers alleen omzwachteld werden aangeduid. Er was een voordracht geweest van een Witte-lid tot aanstelling in hogere waardigheid in de hiërarchie van het bestuursapparaat.
Dat lid had zich echter misdragen. Dat was besproken, maar dat moest buiten verdere ruchtbaarheid blijven. Het had mede te maken met onbeschoftheid jegens bedienend personeel. Maar dat niet alleen. De voordracht was op de Algemene Ledenvergadering besproken en was vervolgens vruchteloos gebleken. Wegens dat gedrag. De voorzitter betreurde dit alles, maar gaf te kennen dat de leden zich in het algemeen behoorden te gedragen. Ze mochten, bijvoorbeeld, jonge vrouwen die bij de receptiebalie zich ophielden, niet strelen of vastpakken, ook niet in niet-erogene zones.
En ze mochten ook niet knoesterig commanderen. En evenmin, de voorzitter improviseerde nu even, niet tutoyeren tenzij de aangesprokene duidelijk kenbaar had gemaakt zulks op prijs te stellen. Verder moest men het bestelde consumeren en op de gebrekkige kwaliteit ervan het personeel niet persoonlijk aanspreken. Vieze moppen pasten in het algemeen niet en voorts waarschuwde deze ambtsdrager ook nog voor kennelijke dronkenschap. Dat gaf geen pas.
Dat was ook zo, maar ik ontwaarde toch dat mijn collega-Voorzitters meer achtergrondinformatie wilden. Die werd echter niet verstrekt. We gingen het uitvoerig over kledingvoorschriften hebben. Er was een zekere aandrang geuit dat de stropdas niet plichtmatig meer zou zijn. Daartegen echter bestonden principiële zwarigheden die de Voorzitter evenmin wilde toelichten. Het voegde niet voor Ons Soort Mensen. Verder wilde deze autoriteit niet gaan en daarin kon ik een heel eind meekomen.
Maar deze beschouwingen dekten, dat kon ik aan de ruggen van de toehoorders duidelijk merken, toch niet de suggesties van de reeds gemelde alinea. Ook de aantijging dat de bitterballen te duur waren, niet heet genoeg aangevoerd werden en in het algemeen niet de juiste vleestextuur vertoonden – een tenlastelegging die de meerderheid der aanwezigen kon onderschrijven – deed daaraan niet af.
Een officiersdame nam nu het woord teneinde het pleit te voeren voor revisie van de kledingvoorschriften voor de vrouwelijke leden. Het daarin genoemde mantelpakje was niet in confectievorm veil in de gangbare betere zaken en de rokken tot over de kniepartij evenmin. Dit euvel lichtte deze officiersvrouw omstandig toe, refererend aan het aantal Tafels waarin zij participeerde en de bijval die zij daarbij in haar grieven had kunnen opdoen. Mannen hadden het nu eenmaal makkelijker met deze voorschriften. Jasje-dasje en dat was het dan.
Maar vrouwen stonden voor vestimentaire complicaties waarmede die mannen geen ervaring hadden. Reeds het wisselen van panties in de toch wat benepen uitgevoerde Witte-toiletten had moeten leiden tot spierverrekkingen en verstuikingen die niet aanstonds bestreden konden worden en daar mocht het bestuur weleens iets aan doen. Dit kreeg veel ondersteuning, hoewel de mannen deze keer niet direct hun bijval betuigden ter onbekender oorzake.
Maar het bestuur, immer paraat en smartelijk getroffen door de noden der tijden, zou verder expertise-onderzoek entameren en daarover nadere berichten rondzenden. En zo was deze avond zeer vruchtbaar, al bleef het prijspeil van de gesleten consumptiewaren kwestieus. Deze avond was dus, zo concludeerde de voorzitter, zeer ter snede geweest en voor herhaling vatbaar.
Op weg naar huis overviel mij een duchtige en bestendige hoosbui die mij tot doorwekens bewust maakte van de intramundane imperfectibiliteit der menselijke pelgrimages ook binnen de omheiningen van ontspanningsoorden als “De Witte”. Terwijl ik mijn pantalon uitwrong en mijn schoenen op de spanners trachtte te schuiven kwam ik tot de slotsom dat ik dit eindoordeel van de Heer Voorzitter, hoezeer ook genuanceerd gebracht, niet geheel delen kon.