De demo’s ten behoeve van de Palestijnse zaak – zo formuleer ik het maar even – hebben zich nu over bijna alle Nederlandse universiteiten uitgerold. Met ook als randverschijnsel dat organisatoren van deze demo’s zich in verbinding hebben gesteld met universiteitsbesturen. Met als doel zeker te stellen dat de politie in de desbetreffende regio’s zich niet disproportioneel zal bedienen van geweldsmiddelen, ook niet bij vernielingen, onbruikbaar makingen van materieel, beschadigingen en bezettingen van lokaliteiten. Een soort van blancovolmacht bij voorraad.
Sommige besturen gingen onderhandelen op die basis. Er vanuit gaande dat er te onderhandelen viel. Ook al ging het om de uitvoering van voorgenomen misdrijven. En dát kan alleen als de gemeentelijke overheden uitgingen van de gedachte dat een universiteit exempties genieten kan, die het om bestuursredenen kan intrekken, opheffen, schorsen, eventueel met terugwerkende kracht. Het debat in de Amsterdamse gemeenteraad tussen Halsema en de raadsleden gaf er stellig aanleiding toe, al schijnt de burgemeester dat niet beoogd hebben. De universiteit van Amsterdam heeft al bemerkt dat de demo’s niet schijnen te lukken zonder misdrijven.
De komende twee dagen blijven de deuren van alle UvA-campussen daarom gesloten. Er geldt een uitzondering voor de faculteiten geneeskunde en tandheelkunde, omdat deze studenten les krijgen in ziekenhuizen en klinieken. De UvA meldt ook dat niet van docenten wordt verwacht dat ze op korte termijn kunnen overschakelen op onlineonderwijs. De UvA legt zichzelf stil. Denk erom: zij is geen rijksinstelling. Zij is een gemeentelijke instelling. Amsterdam moet er iets van vinden, van deze sluiting. Dus de burgemeester. Als Hoofd Plaatselijke Politie. En dat hoort deze gezagsdrager in te brengen in het overleg met de nationale politie en het Openbaar Ministerie. De driehoek, zogezegd. Die moet hier óók iets van vinden.
Het Universitaire College van Bestuur van de UvA benadrukt dat de demonstratie die maandag plaatsvond bij de Roeterseilandcampus “ordelijk” is verlopen. Het bestuur is echter minder te spreken over de sfeer die na een uur of 14.00 omsloeg toen zwartgeklede en gemaskerde mensen het pand betraden. Die groep heeft volgens de universiteit “moedwillige” vernielingen aangericht. Tegen hen heeft de UvA aangifte gedaan. Het college is “geschokt over de manier waarop een vreedzaam protest is gekaapt door gewelddadige elementen”, staat in de verklaring van de universiteit. “Het is onaanvaardbaar dat mensen die op de UvA werken of studeren belaagd en bedreigd worden en hun werk- of studieplek moeten verlaten. Niemand heeft zoveel gelijk dat dit gedrag geoorloofd is.”