Klant ben ik nu bij Medisch Centrum Haaglanden, het Leidsch Universitair Medisch Centrum en de kliniek Sint Antoniushove bij Leidschendam. Dat is nog een heel gefiets. Want ik doe dat soort tochtjes met het rijwiel om in beweging te blijven. Deze instellingen hebben onderling digitale verbindingen maar ik heb bij ieder afzonderlijk een ander patiëntennummer. Zulks uiteraard om het simpel te houden.
De missives via dit medium – het ICT-complex – zijn steeds voorzien van een no-replystatus en verder gesteld in een vrij technisch medisch jargon. Wil je antwoorden dan moet dat separaat via je DigiD en krijg je een nummercode door. Die wordt verschaft door een robot met een Hollandse damesstem. Dus daar kun je óók niets aan vragen. Wil je dat laatste, dan moet je doorgaans een 088-nummer bellen voor de centrale polikliniek, waar je uiteraard in de voortdurende wachtstand terecht komt.
Of je kunt een mail sturen naar een apart mailadres dat per afdeling anders is. Daarop krijg je wel degelijk antwoord. Al vergt dat soms een uitgebreider heen-en-weer gemail. Wil je weten wat voor behandeling je te wachten staat, dan kun je een folder aanklikken waarin ook weer heel technisch wordt uiteengezet aan welk voornemen men uitvoering gaat geven en ook of totale sedatie daarbij hoort. Want dan moet je een begeleider meebrengen en een vervoermiddel opgeven, want per fiets mag je dan niet meer huiswaarts keren. Echt eenzame mensen hebben dus in zo’n geval heel wat te beredderen.
De verpleegkundigen zijn vriendelijk en steeds tot toelichting bereid, maar komt er een echte chirurg aan te pas dan blijkt er toch een hiërarchie te zijn: deze autoriteit komt op het allerlaatste moment aanzetten als je al onder lakens en zeilen bent bedekt. En deze gezagsdrager is niet echt aannaderbaar. Dus dat beantwoordt echt wel aan mijn toch al niet te hoog gespannen verwachtingen. Het is verder zaak om op de schermen goed te kijken of jouw patiëntennummer juist is en of de tenaamstelling van de casus correct is. Want anders kan het zijn dat je bij het wakker worden blijkt een linkerbeen te missen terwijl je voor een kijkoperatie kwam in je darmen.
Blijf dus lang bij de tijd. Als je kunt. Veel gebeurt onder lokale verdoving. Dan zie je op een scherm soms wat er gebeurt. Wat je moet doen precies als je denkt dat de voorgenomen handeling in het geheel niet congruent is met de folder is mij niet echt duidelijk. Je hoort ineens dat ze op een of andere manier in een hartkamer zitten om de bloeddruk te meten – dat blijkt uit de opmerkingen jegens de omloopverplegers – terwijl dat niet op het programma stond volgens jou. Als je daar dan iets over naar voren brengt blijft het lang stil. Je hoort dan wel even een conversatie in dier voege dat de chirurg dacht dat je buiten westen zou zijn.
Maar een verpleger merkt sussend jegens jou aan dat alles volgens plan verloopt. Is dat niet zo, dan zal dat alsnog blijken uit het medisch rapport dat je telefonisch gedaan zal worden. Kortom: het grondwettelijk verankerde zelfbestemmingsrecht wordt hier plastisch gerelativeerd. Je bent een genummerd lijdend voorwerp. Dat wás je al, dat kan ik u verzekeren. Maar nu blijkt het letterlijk aan den lijve.
Ook al staat dat zelfbestemmingsrecht in allerlei verdragen die het Koninkrijk der Nederlanden heeft geratificeerd en uitgevoerd via implementatiewetgeving. Zeker: dat geeft aan de voortdurende juridificering van onze samenleving een bijzondere dimensie waar de experts in de mensen- en grondrechten zich niet steeds duidelijk bewust zijn. Voor de karaktervorming is het misschien goed dat je dat beseft en probeert te internaliseren.
Maar het is, hoezeer buitengewoon aanschouwelijk, een omslachtige leermethode die modelmatig niet echt doordacht is. En in het algemeen wordt ze wat laat en bijzonder omslachtig toegepast. Dat is mijn voorlopige indruk op heden. Maar ik dácht het al toen ik op de universiteit geheel doorkneed werd in de gedachte, dat de grondrechten overal in het Koninkrijk waarvan ik onderdaan ben zelfwerkend en onmiddellijk afdwingbaar zijn. Het werd mij geleerd door een gedreven persoon met een eigenwijs rond ziekenfondsbrilletje, een druilsnor en een baard die vergeleken met die snor een geheel andere, wat roodachtig zwemende kleur en woesterige textuur had.
Hij had een linksige maatschappijvisie, wel modern, maar naar het mij voorkwam niet gans realistisch. Niet echt doorleefd en doordacht. Meer een vrijblijvende reeks werkhypotheses. Niet wat je noemt praktisch werkbaar. Hij promoveerde bij de Heer Willem Konijnenbelt te Tilburg, die steeds slavenarmbanden droeg, ook in toga. Een linkse gelovige, die Tilburgse assistent, blijvend verbonden aan de Alma Mater waar hij ook die lessen sleet in de grondrechten en zulks bleef doen tot aan zijn pensionering, aldus daar de studenten met dat onderricht verrijkend. Onwedersproken. Een gaaf en welgedaan bestaan.
Ik mag lijden dat ook hij eens, terecht gekomen op zo’n operatiezeil, uit de narcose ontwaakt zal ervaren dat hij een lichaamsdeel per abuis is kwijtgeraakt bij al het knutselwerk waar hij niet om vroeg. Ik vond destijds de Tilburgse maakbaarheidsvisie op de samenleving niet voldoende doordacht. Daarin bevestigt mij de lichtreclame die deze Brabantse instelling van wetenschappelijk onderricht op het dak van de hoogbouw voert. Daarop prijkt de slogan: Tilburg University. Understanding society. Dat bewijst dat de geleerden daar er weinig kijk op hebben.