Washington richtte het Joegoslaviëtribunaal op (ICTY). De andere leden van de Veiligheidsraad verzetten zich niet. Ook de Russische Federatie niet. Die voelde zich daarvoor in 1993 veel te onzeker. In opdracht van Gorbatsjow, die volledig vertrouwde op de toezeggingen van POTUS Ronald Reagan dat Het Westen de invloedssferen die waren overeengekomen bij Yalta en herbevestigd bij de slotconferentie van Potsdam-1945 zou respecteren. Volledig, tenzij met de Russen tevoren over verleggingen daarvan oostwaarts afspraken zouden zijn gemaakt, die hadden geresulteerd in bilaterale nieuwe delineaties van die sferen oostwaarts op verdragsniveau. Inmiddels waren vijfhonderdduizend soldaten van het Rode Leger uit Oost-Europa teruggetrokken, het aantal nucleaire raketten verminderd en het Warschaupact ontbonden, terwijl de grensoverschrijdingen westwaarts min of meer vrijgegeven werden aan oostblokkers.
Belarus en de Ukraïne waren door de Federatie een zekere autonomie toegezegd. De laatste staat was onmiddellijk zijn kernwapenarsenaal gaan opdoeken. Vergeet niet dat de Ukraïners een belangrijke nucleaire macht hadden kunnen zijn op dit moment tijdens het gewapend conflict tussen de Ukraïne en de Federatie, want de Russen hadden er heel wat installaties die dat soort projectielen konden afvuren gepositioneerd. De Federatie stond consulair vrij verkeer met Het Westen toe voor de deelrepublieken. Het had enorme behoefte aan deviezen want het stond handelseconomisch vrij geïsoleerd: met India en de Volksrepubliek China wilde het maar niet tot een regelmatige handelstechnische afstemming komen. Tal van deelrepublieken en gewesten achter de Oeral oostwaarts waren zich aan het roeren tegen Moskou met het oogmerk om autonomie te krijgen en democratische bestuurssystemen in te voeren.
De voortgezette ontbinding van de voormalige Unie dreigde in een ongedachte versnelling te komen. Daarom was het Moskou dierbaar dat Belgrado thans ineens zo loyaal bleek jegens de Russen, de bloedsbroeders van de Serven in de eindeloze strijd tegen de Ottomanen. Het deelde mee dat het verwachtte dat ICTY echt onpartijdig zou gaan oordelen over de burgeroorlog in het rechtsgebied van het voormalig Joegoslavië. Het zou toch niet alleen maar Serven gaan vervolgen? De Serven hadden zich opmerkelijk snel na de Russische implosie weten te organiseren in een staatsvorm: de Republiek Servië, die ze het territoir toedachten van de middeleeuwse koninklijke dynastie van de legendarische zonen van Zwarte Sint-Joris: de familie Kararadzgeorgewìcz (ook: Karaʤorʤevícsz). Die Zwarte Sint-Joris is een mythische figuur, een oerheld van onvoorstelbare proporties. De Engelsen en de Russen kennen hem ook. Ze hebben dan ook Sint George-ridderkruizen en in hun rijksvaandels prijkt hij ook in allerlei uitmonsteringen. Anders dan onze Willem de Zwijger heeft hij vermoedelijk nooit bestaan.
Maar net als onze Vader des Vaderlands is hij historiografisch opgewaardeerd tot Zoon van David, een stamvader getekend door kunde, kennis en onmetelijke wijsheid. Zwarte Joris moest dus de stamvader zijn van Stefan Dušan, de eerste monarch van een machtig zeevarend Servië. Zie het bij elkaar gegoochelde kaartje uit de negentiende eeuw. Nemanjics Servië. Het van Gode beloofde land, want de Serven waren Gods uitverkoren volk, net als de joden en de Nederlanders. De Serven waren eigenlijk min of meer allemaal aan deze zonen geparenteerd. Zo waren de mythische volksverhalen aan de flakkerende kampvuren van de Serven in de bergen steeds geweest. Het koninkrijk had grote delen van de kusten aan het Adriaticum bezeten. Daar had het zeehavens gehad. Dat moest nu allemaal weer hersteld worden. Dan zou een florerende Slavische staat ontstaan, geallieerde voorpost van de Russen. Kroaten, Herzegowinezen, Bosnakken en Slovenen zouden zeker moeten inschikken.
Veel hunner waren eigenlijk Serven. Ze wisten het niet meer. Dat hadden ze verdrongen ten tijde van de Ottomaanse duizendjarige kolonisatie. Ze hadden die kolonisatoren graag slaafs gediend ten koste van de Serven, de échte, christelijke, Slaven. De Serven hadden al snel een geducht volksleger uit de grond gestampt. Ze hadden een reconsolidatiepolitiek gevolgd van geweldpleging, een soort samengestelde politionele acties ten koste van, zeker, Slovenen, Kroaten, Bosnakken en Herzegowinezen, Dalmatiërs, Albanezen en wat er nog meer voor collaborerend gespuis rondliep in dergelijke streken die de islam waren gaan aanhangen om privileges van de Ottomanen te krijgen — ten koste uiteraard van de zonen van Zwarte Joris.
Hier en daar was wat bloed vergoten. Belgrado ontkende dat waarlijk niet. Jammer. Men bakt geen omelet zonder schalen te breken. Dat was het parool van Milosevíc, Radovan Karadžic en Mládìc. De grote leiders van de Serven. Vrienden van de Russen. Die hadden recht op een herstel in vorige toestand. Die mochten dus niet vervolgd worden. Aldus Moskou. Dat zou Het Westen wel begrijpen. Dat deed het niet. Het zette deze drie boven aan de opsporingslijst voor ICTY. En het liet Milosevíc in 2001 ontvoeren. Abductie was dat. Ontvoering in staatsverband. Dat was, zei Moskou, echt wel onrechtmatig. Dat kon ICTY niet goedvinden. Dat zou zich dus wel onbevoegd verklaren. En Milosevíc met een douceurtje weer naar Servië zenden.