Accipe vestem X

Vanaf de 11e december 2024 bleek ik overgedragen aan de jurisdictie – om het zo maar eens uit te drukken – van een privaatrechtelijke wijkverplegingsorganisatie gevestigd vlakbij aan de Van Alkemadelaan. En daardoor belandde ik in een nieuwe afhankelijkheidsrelatie waaraan de zin en de strekking mij niet aanstonds duidelijk was. Deze organisatie sluit een overeenkomst met de semipubliekrechtelijke inrichting — in mijn geval: Sint Antoniushove — die een bij of krachtens de wet omschreven geneeskundige ingreep heeft verricht die voortgezette postoperatieve zorg vooronderstelt. Aan huis.

Zulks als gevolg van de idee dat zoveel mogelijk geprivatiseerd moet worden in de medische zorgsector. Omdat dat enerzijds efficiënter en anderzijds kostenbesparender zou zijn dan wanneer deze zorg zou worden verleend rechtstreeks in en door de inrichting zelf. Deze organisatie zelf heeft verder accreditatie aangevraagd bij de gezamenlijke medische zorgverzekeraars die de kwaliteit van die zorg moeten borgen in overeenstemming met de gangbare regelgeving. Maar die is vervat in tal van uiteenlopende wetgevingsbesluiten die pas bij circulaires vanwege de minister voor Volksgezondheid geconcretiseerd zijn, toelichtingen op de toepassing van dergelijke besluiten die bijna maandelijks wijzigen en gesteld zijn in een onleesbaar ambtelijk jargon.

Dat zorgvuldig vanwege de departementale ambtenarij gekoesterd wordt. Een belangrijke bepaling is dat degenen die de geneeskundige zorgplichten nakomen moeten borgen dat de patiënt niet “in hulpeloze toestand” komt, een zelfstandige resultaatsverbintenis die weer gesanctioneerd wordt in het negentiende-eeuwse artikel 255 van het Wetboek van Strafrecht. Dat heeft weer een uiterst ingewikkelde historische oorsprong die zelfs teruggaat tot de Staatsregeling van 1798, de eerste Grondwet van de staat die we nu aanduiden als “Nederland”.

De wijkverplegingsorganisatie bedient zich bij deze taakstelling van gecertificeerde verpleegkundigen die een diploma hebben behaald – of daartoe in opleiding zijn – dat ze gedeeltelijk bevoegd maakt tot het doen van geneeskundige ingrepen van betrekkelijk specialistische aard. Daarin zijn ze doorgaans praktisch heel vaardig, maar hoe de door hen te plegen ingreep past in een algemeen medisch ziektebeeld ontgaat ze doorgaans: daarvoor zijn ze te veel praktisch geconditioneerd tot het begaan van specifieke fysieke ingrepen die bijzondere handvaardigheden en spierkrachtelijkheden vooronderstellen zoals het omdraaien van bedlegerigen ter voorkoming van doorligging of het reinigen van wonden die resteren na een chirurgische ingreep of die van protheses. Ze zijn niet in vaste dienst bij de wijksverplegingsorganisatie op arbeidsovereenkomst maar verrichten volgens een specifieke aanstelling – die ze een ambtelijke status kan geven – speciale diensten, óók weer omschreven bij of krachtens wetsbesluiten die algemenere wetten uitvoeren waarbij de publieke gezondheidszorg wordt gedefinieerd naar zin, strekking en aansprakelijkheden.

Het gaat vaak om zzp-ers (zelfstandigen zonder personeel) die per dienstverrichting hun betalingen moeten scoren. Gelet op de huidige krapte op de arbeidsmarkt zijn het vaak ook nog vreemdelingen die toelating tot Nederland hebben aangevraagd en nog geenszins zeker zijn dat ze een permanente verblijfstatus krijgen. De taal van de wetten kennen ze niet. Maar dat doet bijna geen normale Nederlander meer. Ze willen per uur zoveel mogelijk dienstverrichtingen boeken, want ze worden eigenlijk op stukloon uitbetaald.

Ik ervoer dat ze daarom ook flink onder tijdsdruk plegen te staan. De patiënt moet niet verwachten dat ze uitleggen wat en waarom ze precies doen wat ze doen, maar dat is mede te wijten aan genoemd jargon. Dat is zo ontoegankelijk mogelijk, mede, om de aansprakelijkheden van de opdrachtgever te minimaliseren. Het is allemaal begrijpelijk, maar een vreemde ervaring voor wie het voor het eerst ondergaat. En die zelf ook niet overziet in wat circuit hij nu terecht gekomen is. Zoals ik. En dan kan ik nog vrij moeilijk gesteld Nederlands lezen en begrijpen. Ik kom op deze Babylonische toestanden nog terug. Ze lijken mij onontkoombaar, gelet op de vergrijzing onzer natie en de weerzin van de allochtone Nederlander om deze en dergelijke diensten te verrichten. Ik hoop dat mijn doopgewaad er zonder kleerscheuren van afkomt. Omdat ik toch nog in het hiernamaals een goede indruk wil blijven maken. Dat droeg mijn moeder mij op. Al herinner ik mij dat niet.