Ambtsonrust systemisch II

Desondanks benadrukken leidinggevenden officieel op verschillende ministeries het belang van een professionele en neutrale houding. Ze zeggen ook, dat zijn alles op alles zullen zetten om dat de borgen.  Daarop heeft de burger recht. Dat zeggen ze nadrukkelijk. Zo nadrukkelijk dat je je gaat afvragen: wat voer je in je schild, vriend? Maar jawel: Vielen predigen öffentlich Wasser, aber trinken heimlich Wein.

Ambtenaren worden aangemoedigd om hun zorgen intern te uiten en constructief te adviseren, zelfs als dit tot aan de rand van de afgrond leidt. En daaronder valt opzettelijke frustratie van het ingezette beleid.  Het uiteindelijke doel is, zo zeggen de afdelingen communicatie, om, ongeacht persoonlijke overtuigingen, de politieke lijn effectief om te zetten in beleid en dienstverlening. De excuusgronden om de nieuwe bewindslieden aldus grondig de tanden door de lip te laten vallen zijn legio.

De ambtenaren staan voor een dilemma: enerzijds hun professionele integriteit behouden en kritisch adviseren binnen de grenzen van hun rol, en anderzijds de beleidslijnen van het nieuwe kabinet implementeren. Dit is een delicate balans tussen het uiten van kritiek en het loyaal blijven aan hun functie binnen de overheid. De situatie wordt, zo deelt hogerhand voorlopig mee, enigszins verlicht door de voordracht van Dick Schoof als kandidaat-premier, die als een gematigd figuur wordt gezien en reeds bekend is bij de topambtenaren van Justitie & Veiligheid. Dit biedt een sprankje hoop dat, ondanks de zware tijden die mogelijk voor de deur staan, er ruimte zal zijn voor enige continuïteit en gematigdheid in de politieke leiding.

Daarnaast hangt onmiskenbaar de dreiging van een onherroepelijke systemische reductie van het ambtenarenapparaat boven de markt, waarbij men vreest voor de vermindering van circa twintig procent van de posten. Deze onzekerheid wordt nog versterkt door het scepticisme over het vermogen van de nieuwe regering om de beoogde plannen realistisch uit te voeren. Doel en middel houden elkaar steeds wederkerig in de ban. Daarmee kan heel wat weg gebezemd worden. Deze dreiging kan als systemisch chantagemiddel gebruikt worden.

En wij hebben als staatsburgers de laatste twee decennia ons eraan gewend zulks te aanvaarden. Soms met deemoedige gelatenheid. Maar vaker met de bereidheid zulks te billijken. Foute boel. Maar wat waar is, is waar: de ambtenaren hébben inderdaad hun enorme kennisvoorsprong misbruikt om de bewindspersonen op het verkeerde been te zetten en te houden. Vooral wat betreft de toelatingsbeslissingen volgend op illegale toegangsverschaffingen. Waarbij gesuggereerd werd dat technische onuitzetbaarheid, te wijten aan arglist, fraude, valsheid en bedrog door de vreemdeling toch moest leiden tot een verschaffing van een verblijfspositie.

Zelfs bij gebleken voort voortgezette illegaliteit. Met begunstiging van mensensmokkelorganisaties. Een verdienmodel dat in Nederland steeds weer lucratief blijft. Er zijn vierhonderdduizend gevallen van. En dan hebben we nog de totale opsomming van de illegalen niet goed en adequaat in getalsmatig opzicht voor ogen. En al helemaal niet hun afhankelijkheid van buitenlandse machtshebbers die ze manipuleren als willoze werktuigen. Het nieuwe slavendom. Opgebouwd in de ongebreideld neoliberale periode tussen 1998 en 2020. Toen Het Westen dacht dat het overwonnen had. Wat een dwaling is dat geweest.