Asielcrisis-sofisterijen

Het kabinet wil een “asielcrisis” uitroepen, zodat het snel maatregelen kan nemen die het asielbeleid strenger maken. Het parlement hoeft zich hier niet eerst over te buigen. Dat gebeurt achteraf. In de tussentijd kan het kabinet dus al handelen. Ik gaf al aan, dat dat niets nieuws is. Ook niet in het vreemdelingenrecht. Daar buitelden tussen 1990-200 allerlei spoedwetten over de bankjes van de Tweede Kamer, omdat de vreemdelingeninflux uit het oosten na 1990 nauwelijks meer beheersbaar bleek. Dat waren dus wetten, die in achtenveertig uur door beide Kamers gejaagd moesten worden. Omdat het aantal risicodragende vluchten vanuit Centraal Afrika de spuigaten uitliepen: de overheden dáár schenen Nederland te gaan beschouwen als een overlaat voor hun lastigste staatsburgers.

En Nederland blééf maar een uiterst luxueus opvangtraject koesteren. Veel non-gouvernementele organisaties bazuinden het wereldwijd rond. En rechters bleven iedere verwijderingshandeling maar categorisch verbieden. Ongeacht het gepleegde bedrog zijdens de aanvragers tot toelating. En ongeacht de aantoonbare begunstigingsindustrie zijdens deze organisaties op basis van hooggestemde humanitaire ideaalbeelden. Daarom, geprangd door de capaciteitsbeperkingen van personeel, logistiek en het maatschappelijk draagvlak, voorzag de nieuwe Vreemdelingenwet in de mogelijkheid om bij voorraad ontheffingen bij Algemene Maatregel van Bestuur te formulieren in de vorm van wetsbesluiten van tijdelijke aard.

Hoe werkt dat? In “buitengewone omstandigheden” kan de premier een Koninklijk Besluit nemen en een deel van de Vreemdelingenwet buiten werking stellen. Het kabinet moet daarna wel zo snel mogelijk (binnen drie maanden) de betreffende wetgeving naar de Kamer sturen. Het kabinet moet goed kunnen motiveren waarom er sprake is van “buitengewone omstandigheden”. Het kan bijvoorbeeld gaan om natuurrampen, een oorlog of een pandemie. Experts twijfelen daarom ook weer op dit moment of het kabinet kan motiveren dat er sprake is van een “asielcrisis”. Vrijwel de hele oppositie vindt dat het parlement buitenspel wordt gezet en is woedend. Maar die oppositie vergeet dat de Staten-Generaal in 2000 met deze exceptionele constructie van een machtiging tot ontheffingen akkoord is gegaan. Wat nu “buitenspel zetten” van de volksvertegenwoordiging? Vergeet niet dat er meer wetgeving is die zulk een machtigingsconstructie kent. Zoals de moderne wet op de Publieke Gezondheid(zorg).

Twee jaar geleden stuurde toenmalige staatssecretaris van Asiel, Eric van der Burg, nog een nota naar de Kamer dat het uitroepen van ‘een asielcrisis’ juridisch geen stand zou houden. Juridisch?  Wat houdt dat precies in anders dan een dooddoener zoals “wetenschappelijk” of “proefondervindelijk”? Het gaat altijd om rechtspolitieke, dus conjunctuurgevoelige afwegingen. Maar er is hier ruimte voor vindingrijk sarren en jennen. Deze ontheffingen komen niet uit de lucht vallen, maar meestal is hun noodzakelijkheid niet adequaat voorzienbaar. Dus kan een oppositie flink ageren.  De oppositie vroeg daarom gisteren aan de coalitie en het kabinet waarom de situatie nu anders zou zijn.

Er zouden nu andere adviezen liggen van ambtenaren en experts. Er is kennelijk gelekt door de ambtenarij. Die dwarsligt in het immigratiedossier. En die ondergronds de oppositie voert. Adviezen antithetisch aan het ingezette regeringsbeleid.  Die wil de Kamer nu dus hebben. Allemaal. Hoe kennelijk onvoldragen ook. Zodat vervolgens geklaagd kan worden over deze onvoldragenheden. Het debat is nu geschorst om te wachten op de documenten van het kabinet. Een deel van de Kamer wilde Schoof langer de tijd geven, maar andere partijen wilden liever niet te lang wachten. Zij stelden voor om alvast te starten met het debat terwijl ambtenaren naar de stukken kunnen zoeken.

 

Kamervoorzitter Martin Bosma stelde daarop de korte schorsing voor. Schoof mompelde terwijl de microfoon nog aan stond: “Tsjongejongejonge, werkelijk niet te geloven dit.” Ook coalitiepartij NSC wil dat de stukken nu naar de Kamer komen. Ook zij vertrouwt Schoof en Faber niet. Er werd door enkele oppositieleiders al naar het vak van de NSC-fractie gekeken, want die partij is min of meer door Pieter Omtzigt opgericht om het parlement een betere informatiepositie te geven.

Vervangend fractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven zegt dan ook: “Ik heb twee woorden: ‘Artikel 68.’” Iedereen die weleens debatten met Omtzigt heeft gevolgd, weet inmiddels dat hier wordt gedoeld op het deel in de Grondwet waarin staat dat de Kamer actief en voortdurend geïnformeerd moet worden. Letterlijk staat er in het Grondwetartikel: “De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat.”

Schoof geeft toe dat hij ‘klem’ zit. Hij legt uit aan de Kamer dat de coalitie in het hoofdlijnenakkoord heeft afgesproken dat er zo snel mogelijk een ‘asielcrisis’ moet worden uitgeroepen. Alle stukken die zij hebben gebruikt zijn al naar de Kamer gestuurd, zegt de premier. “In het regeerprogramma hebben wij gezegd dat we dit gaan doen”, zegt Schoof. Dat is inderdaad afgetikt in de ministerraad, bevestigt hij aan D66-leider Rob Jetten. Maar, zo benadrukt de premier, we hebben verder het besluit (het daadwerkelijk uitroepen van de crisis, red.) nog niet genomen.

De premier verwacht het besluit binnen twee tot vier weken te nemen. De oppositie is niet blij dat de stukken over het inzetten van het noodrecht om asielmaatregelen te nemen er nog niet zijn. “Het kan niet waar zijn dat die stukken er nog niet zijn”, zegt CDA’er Henri Bontenbal. Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) wil dat de stukken alsnog meteen naar de Kamer worden gestuurd, omdat het debat volgens hem niet kan beginnen zonder die informatie. Hij krijgt daarin bijval van niet alleen CDA, maar ook ChristenUnie, SGP, D66, en SP.

Schoof zegt daarop andermaal, wat kan hij immers anders, dat de discussie over het uitroepen van de asielcrisis nog niet afgerond is. Pas als dat is afgerond kunnen de documenten naar de Tweede Kamer worden gestuurd. Het kabinet wil de juridische analyse die ten grondslag ligt aan het inzetten van het noodrecht om asielmaatregelen te nemen nog niet delen. Er zouden analyses gemaakt zijn op het ministerie waaruit zou blijken dat het kabinet kan onderbouwen dat er sprake is van een crisis. De Kamer had gisteren om de documenten gevraagd, maar het besluit erover is “nog niet afgerond”, zegt premier Dick Schoof.

Het kabinet blijft onverkort van plan om ‘een asielcrisis’ uit te roepen. Ze drukken dan als het ware op een ‘noodknop’, zodat ze snel maatregelen kunnen nemen. Zoals de voorwaarden voor gezinshereniging strenger maken. Het parlement hoeft hier niet eerst mee in te stemmen. Om die noodknop te gebruiken moet het kabinet wel goed motiveren waarom er sprake is van een crisis. Als ze dat hebben gedaan, kan Schoof via een zogeheten Koninklijk Besluit de crisis uitroepen. Uit de brief die Schoof daarop naar de Kamer heeft gestuurd blijkt dat het kabinet pas de juridische informatie wil sturen op het moment dat Schoof dat besluit genomen heeft. Eerst dat besluit. En dan de kritiek. Niet andersom. Logisch is het wel.