Budgettaire aspecten

Er zijn een aantal afspraken gemaakt over het hoofdlijnenakkoord. Die zijn opgenomen in een budgettaire bijlage, die in PDF-vorm kan worden opgevraagd via https://www.google.com/search?q=financi%C3%ABle+bijlage+hoofdlijnenakkoord&oq=&gs_lcrp=EgZjaHJvbWUqCQgFECMYJxjqAjIJCAAQIxgnGOoCMgkIARAjGCcY6gIyCQgCECMYJxjqAjIJCAMQIxgnGOoCMgkIBBAjGCcY6gIyCQgFECMYJxjqAjIJCAYQIxgnGOoCMgkIBxAjGCcY6gLSAQkyNjIyajBqMTWoAgiwAgE&sourceid=chrome&ie=UTF-8 met een totaal overzicht via de link:  https://www.kabinetsformatie2023.nl/documenten/publicaties/2024/05/16/budgettaire-bijlage-hoofdlijnenakkoord

Wie de bijlagen doorkijkt ziet dat een aantal dekkingspunten zijn gedefinieerd, die allemaal tentatief zijn, in zoverre dat de uitvoeringsarrangementen nader moeten worden opgesteld door de nog aan te zoeken bewindspersonen. Dat is normaal. Nemen we de migratie: wanneer het kabinet overgaat tot verkorting van de procedures gericht op toelating, versobering van het opvangtraject, geregelde en bestendige mobiele grenscontroles via het Wapen van de Koninklijke Marechaussee, uitsluiting van procederende vreemdelingen wier toegang onrechtmatig lijkt doordat ze buiten medeweten en instemming van de overheid verschaft is, concentratie van rechtsmacht in alle vreemdelingenzaken met uitsluiting van burgerrechtelijke executiegeschillen, dan levert dat perspectivische bezuinigingen op maar ook aanvangskosten.

Omdat in aparte detentievoorzieningen ter fine van vreemdelingenbewaring zal moeten worden voorzien, de opvangcentra afsluitbaar moeten worden met de vrijheidsbeperkingen van dien, flankerende identiteitsmaatregelen en doorkoppeling van de verblijfsstatusbestanden aan de GBA’s en aan de ICT van zorginstellingen. Ik citeerde in de vorige blog experts die schimpten dat een afgehechte meerjarenraming van de te generen bezuinigingen ontbreekt in de bijlage. Maar dat kan ook niet anders.

Want het gaat hier om een – hopelijk abrupte – beleidsombuiging die al decennia voorzienbaar was en die ook steeds uitgesteld werd omdat de boodschap niet prettig klonk. De tentatieve bezuinigingen zullen nog lang niet zo ingevuld kunnen worden dat de rekenkamer ze voldoende beraamd vindt om een rijksbegroting adequaat te schoren. Dat weet iedereen die erover wil nadenken.

Daar komt nog bij dat de vraag is of Kaag de financiële boedel van het Rijk inderdaad behoorlijk en overzichtelijk heeft achtergelaten. Er zijn tal van redenen die Omtzigt in dit opzicht tot aarzelingen moeten en mogen brengen, omdat nogal wat posten open ended bleven geformuleerd, als slagen in brak water. En omdat veel posten weggeschreven bleven onder rubrieken op de begrotingen van de vakdepartementen waar ze niet thuishoren. Dat was ook de reden waarom Omtzigt vaak de onderhandelingen moest afbreken, om zich nader te bezinnen.

Omdat juist wederom van hem speciaal staatsmanschap in dit opzicht verlangd wordt, nu hij geacht wordt zich overgeleverd te hebben aan de nukken van Wilders. Omtzigt is bereid gebleken het electoraat te geven wat het behoefde blijkens zijn stemgedrag van 22 november 2023. Er is voor deze opstelling een toereikende getalsmatige meerderheid in de Kamer gevonden, al had Omtzigt zijn legitimatie wellicht liever elders gevonden. Er zullen, dat staat vast, bovendien nog lijken uit de kast vallen omdat Kaag de boedel niet naar behoren beredderde.

Maar de richting die Wilders voorstaat moet nu een kans hebben, omdat een andere meerderheid die anders kan regeren niet te vinden is. Dat is een compromis dat kan compromitteren op de middellange termijn. Maar dat is het gevolg van de representatieve democratie gebaseerd op direct evenredig persoonlijk stemrecht. Het stelsel van 1918. Dat stelsel is niet gebaseerd op de aanname dat een meerderheid niet kan dwalen.

De geschiedenis leert helaas dat meerderheden sterk geneigd zijn tot dwalen. De deelnemers aan die meerderheid sterken elkaar in hun dwalingsneigingen. Ze houden elkaar wederkerig in de ban. Maar dat stelsel is gebaseerd op de ervaring dat minderheden die desbewust beraamd of bij toeval de macht krijgen om de rechtsorde samen te stellen, die macht nooit meer opgeven. Die minderheden, ook in Nederland, moesten gedwongen worden afstand te doen als ze de plank missloegen. Niet vrijwillig zagen de liberalen na 1880 van de macht af. Daarom is dit stelsel verkieselijk. Omdat er weinig anders opzit.