Complementariteit

De aangevers produceren doorlopend onuitgewerkte hypotheses over mogelijke oorzakelijkheidsketenen, die ze feitelijk niet ervaringsafhankelijk kunnen onderbouwen. Daartoe, dat is erger, doen ze ook geen pogingen. Ze geven een serie gissingen ten beste, die weer zijn gebaseerd op samengestelde vermoedens, die in het beste geval lijken op statistische waarschijnlijkheidsberekeningen. Ze zeggen te steunen op wetenschappelijk toetsbare inzichten. Ze noemen indrukwekkende titels, functies en namen van indrukwekkende experts. Maar hun deskundigenrapporten leggen ze zelfs niet bij samenvatting over. Ze moeten weten, dat de Aanklager zelf geen divisie experts kan inzetten op de terreinen die ze en passant toucheren in hun suggesties. Ze geven geen inzicht in de door hen gevolgde oorzakelijkheidstheorie.

Plenumsessie van het Strafhof

Ze zeggen, dat dat aan de Aanklager is. Dat maakt hun aangifte tot een onbehandelbaar suggestief verhaal. Het is niet voldoende om te beweren dat, als Boris Johnson niet was overgegaan tot het massaal inzetten van dwingende vaccinatieprogramma’s,  er zich waarschijnlijk binnen de naast aanzijnde toekomst bepaalde trombose-ziektes, hersendefecten of immuniteitsgebreken niet zouden voordoen binnen bepaalde groepen. Je moet dat aantonen. Dat valt moeilijk. Waarschijnlijk is het onmogelijk. Maar je kunt dat allemaal niet met gulle hand overlaten aan de Aanklager. Stel: die Aanklager is op het eerste gezicht overtuigd. Hij ziet iets in het oorzakelijkheidsrelaas dat de aangevers suggereren. Wat moet hij dan doen?

De Aanklager heeft de forensische expertise nodig van de lidstaten van de familie die het hof willen erkennen. Dat zijn op dit moment voornamelijk ontwikkelingslanden. Die hebben dat niet in huis. Maar de Europese Unie heeft dat wél. En die heeft overal forensische laboratoria tot haar beschikking. Zij erkent de rechtsmachtvaardigheid van het hof. Dus zij moet maar eens wat doen. Op wie valt ze dan terug? Op het Nederlands Forensisch Instituut. Bij voorkeur. Nederland is gastland. Van dat hof. Het heeft er duchtig voor geworven sedert 1993. Het heeft bij het bedienen van de straftribunalen  die in Den Haag al zetelden, zijn beste beentje voorgezet. Vooral bij het Joegoslavië-tribunaal.

Rechtsingangprocedures bij het Strafhof

Veel ballistisch onderzoek, forensische exhumaties, observaties betreffende de psychische gesteldheden van vervolgden, verdachten, getuigen, slachtoffers en nabestaanden, geografische plaatsopnames in situ en toxicologische naspeuringen  zijn aan dat Instituut overgedaan. De Aanklager zou dat soort vooral medisch-prognostische recherches op basis van deze aangifte kunnen uitbesteden aan het Gastland. Artikel 3 van het Statuut legt in dit opzicht een zware hypotheek op het gastland. Deze schuldverbintenis onder zekerheidsstelling staat niet uitgespeld in het Statuut. Het gaat hier om verbintenissen die naar hun aard vrij technisch zijn.

In de zetelovereenkomst die het hof heeft gesloten met Nederland staan de grondbeginselen van dergelijke hulpverleningen aan het hof. Het gastland mag niet kinderachtig zijn. Het moet erop vertrouwen dat de Aanklager op goede gronden verzoeken doet tot forensische bijstand. De verschillende modaliteiten van die bijstand, gericht op opsporing en vervolging, zijn uitgewerkt in uitvoeringsarrrangementen. Dat zijn verdragen tussen hof en gastland. Het zijn er al heel wat. Het gastland mag niet beoordelen of de Aanklager wel toereikende gronden heeft voor zijn verzoeken.

Men noemt dat ook wel the rule of non-inquiry. De regel dat de aangezocht staat de wederpartij vertrouwt en bepaalde aannames waarvan deze uitgaat niet onderzoekt. Het hof oefent zijn rechtsmacht uit op basis van de veronderstelling dat er géén nationale jurisdictie is, die in een aangebracht geval beschikbaar is en effectief kan zijn. In het jargon: the assumption that there is no national jurisdiction available and effective. Van dat rechtsvermoeden moet ook de Aanklager uitgaan. Het vermoeden is weerlegbaar. Dit is de rule of complementarity. Het beginsel van de complementariteit. Het hof mag wat doen, als geen staat wil optreden.