Cort

Het kabinet-Cort kwam in juli 1914 voor de verwachte problemen te staan, toen keizerlijk Duitsland duidelijk op een oorlog aankoerste. Het beweerde door Rusland te bedreigd te worden dat een volledige mobilisatie had ontplooid. Daarom viel de keizer neutraal België binnen. Logisch was dat niet. Rusland lag immers elders, in het Oosten. Maar zó had Berlijn nu eenmaal zijn strategische planning ontwikkeld. Het zou door Belgenland oprukken. En dan vandaaruit Frankrijk verslaan. Met het oogmerk Engeland op de knieën te krijgen. Cort wist er alles van.

Vanwege zijn internationale ervaringen voordien. Niemand had verwacht dat Duitsland zulk een waanzinnige opmars zou ontplooien. Want het zou daardoor Londen provoceren. Dat kon niet hebben dat de Duitse oorlogsvloot zou havenen in Antwerpen. Recht tegenover Londen. Londen legde nu een absolute blokkade in de Noordzee. Om Duitsland af te knijpen. Maar daardoor zou Londen ook Nederland wurgen. Dat is nu eenmaal aangewezen op die zee om het primaire volksvoedsel binnen te krijgen. Cort trof nu met Treub, Loudon en Posthuma, ministers van heb-ik-jou-daar, diep ingrijpende maatregelen om te zorgen dat de Nederlanders toch nog aan hun trekken kwamen.

Vervelende maatregelen, zoals voedseldistributie, woonruimtevorderingen en geldverslindende vluchtelingenopvang. Op een gegeven moment waren er meer dan één miljoen Belgen hier. Die veeleisend bleken. Lastig. Duur. Daar wilde geen Kamermeerderheid zich aan committeren uit electorale motieven. Daarom was het goed dat het kabinet zich extraparlementair noemde en per hinderlijk onderwerp zocht naar een Kamermeerderheid zonder naar partijen om te kijken. Die partijen waren onderling behoorlijk vijandig. Confessionelen tegen liberalen en socialisten. De eersten wilden subsidies voor hun zuilen. De tweeden direct evenredig stemrecht voor mannen en vrouwen. De liberalen waren pro-Brits. De socialen pro-Duits. Omdat daar, bij de oosterburen, de socialisten een enorm partijapparaat hadden kunnen opbouwen en veel sociale zekerheden hadden weten los te peuteren.

Troelstra vond dat prachtig. De socialisten waren daar een macht in den lande. Omdat er geen regeerakkoord was met die partijen kon het kabinet ad hoc handelen. Heel opportunistisch. Maar daardoor werd Nederland wel ongeschonden door de waanzinnige oorlog gehouden. Die bijna alle partijen daarbij aan de rand van het faillissement bracht. Zoals Cort ook voorzien had. Principieel was dat niet. Maar nood breekt wetten. Nederland kwam daardoor ná de oorlog tijdelijk nogal geïsoleerd te staan. Dat viel het niet mee. Omdat het Gidsland wilde wezen voor zieltogend Europa. Dat niet zoveel meer van die Gids moest weten. Even. Dat duurt nooit lang, leert de ervaring. Maar Troelstra bleef stoken tegen Cort en zijn kornuiten. Zoals Remkes nu toch ook heimelijk wil. Maar dan tegen Wilders en diens trawanten. Om de handen schoon te houden.