Dikke middelvinger

“Het electoraat heeft woensdag 15 maart 2023 een dikke middelvinger opgestoken naar de coalitie”, deelde mevrouw Marijnissen namens de Socialistische Partij plechtig mee aan de glimlachende schoonheid van de Nederlandse Publieke Omroep. Ik moet bekennen dat ik altijd geruime tijd moet nadenken voordat de strekking van zulk een officiële mededeling namens de Staat der Nederlanden bij mij ingedaald is. Maar ik geloof wel dat ik het ongeveer begrijp. Nadat ik het gebaar wat Marijnissen bedoelde even stiekem had nagedaan met mijn middelvinger.

Ik herkende het omdat veel automobilisten het naar mij maken als ik amechtig kom aanfietsen op mijn ouderwetse Gazelle-heerenfiets, de zwarte Homburg op en de eveneens zwarte geklede jas om de flapperende lenden. Zij komen van rechts, menen zondermeer voorrang te mogen sorteren en zien de loeigrote haaientanden die op het wegdek prijken consequent over het hoofd op de kruising Heerengracht/Koninginnengracht, een veel en veel te druk punt van verkeerscongestie. Ik heb, als ik dan toch voort peddel, zonder meer het recht aan mijn zijde. Maar dat maakt tegenwoordig weinig meer uit.

Want dat wordt in het publieke domein al jáááren niet meer gehandhaafd. Het is folklore geworden. En ik hoor met mijn uitdossing van Rabbi ’s Jacob daar zonder enige twijfel bij, bij die volkstraditie uit de dagen van olim toen iedereen zijn plaats nog wist. De kiezer heeft inderdaad niet zozeer voor de Boerenpartij van Caroline van der Plas gekozen. En dus tegen een bepaald beleid betreffende de uitstoot van fosfaat houdende meststoffen. Maar hij heeft front gemaakt, radicaal, tegen het liegende, bedriegende, konkelende, actief vergetende, mateloos hautaine en grenzeloos onbetrouwbare staatspersoneel dat tezamen de uitvoerende en de wetgevende macht van dit ongelukkige polderland meent te representeren.

Hoe het nu verder moet, dat weet die kiezer óók niet. Dat een niet opvulbaar vacuüm dreigt zonder doorzettingsmacht ziet hij ook in. En leuk vindt hij dat niet. Maar hij kon niet anders. Hij is genoeg vakkundig gepiepeld. Hij weet dat dat personeel zich niets meer aantrok van de grondbeginselen van dat fenomeen dat men hardnekkig democratische rechtsstaat pleegt te noemen. Waarbij ieder steeds weer iets anders voor ogen blijkt te hebben. Hij heeft gehoord dat dat personeel zich van grondwet, scheiding van de machten, rechtszekerheidsbeginsel, ministeriële verantwoordelijkheid, openbaarheid van bestuur niets meer wenst aan te trekken. Want dat personeel erkende het. Niet ruiterlijk. Maar pas als het zich zo vast geverfd had in een hoek, dat die erkenning de enige methode was om nog uit die hoek te komen.

De erkenning kwam de laatste tijd zo vaak, dat ze eigenlijk ook niets meer losmaakte, laat staan oploste. Dat gold voor de regenbuien excuses, verontschuldigingen, rechtszettingen en verklarende duidingen via kennis-achteraf evenzeer. Ze tikten en roffelden zwaar op de inderhaast opgestoken regenschermen die Jan met de korte achternaam meteen maar opstak. Het maakte gewoonweg niet meer uit. Die breuk in het basaal vertrouwen dat de burger in de overheid moet kunnen stellen gaat heel diep. Dat kan Carolien van der Plas niet repareren, niet in haar eentje en niet met inderhaast opgetrommelde experts.

Ik hoop dat Carolien die deskundigen niet gaat zoeken bij communicatiedeskundigen en evenmin bij cultuurfilosofen die ons komen duiden dat er een dystopische en systemische hapering in het staatsapparaat is geslopen door een gebrek aan semi-geleiders. Die staan al te trappelen. Zo’n kans krijgen ze niet gauw meer. Zelf ducht ik dat genoemd staatspersoneel hoegenaamd niet geschokt is. Dat gaat gewoon weer voort met het rondpompen van nota’s in de departementen en de kamertjes van het gebouw dat ik leerde kennen als “de apenrots” van Buitenlandse Zaken. Het afschuwelijke betonnen rots gebouw aan de Bezuidenhoutseweg. Waar de Tweede Kamerleden hokken. Ik ben ervan overtuigd. Want de eerste dikke middelvinger van een van hun ambtenaren had ik deze ochtend weer te pakken op het kruisingsvlak van het gevaarlijke punt dat ik net noemde.