Goor verklaart de wereld

Goor was één van de eersten, die westerse sociologie studeerde in Nederland. Hij is er doctorandus in. Hij had brilliante docenten, die veel ophadden met de Frankfürter Schule. Daarom weet Goor als géén ander hoe de wereld in elkaar zit. Hij staat er zich niet op voor. Maar het is toch zo, en dit part van zijn persoonlijkheid steekt Goor daarom  niet onder stoelen of banken. De Bijbel leert ons tenslotte, dat men zijn licht niet onder de korenmaat moet zetten. Goor komt uit Scheveningen, tenslotte. Daar was iedereen Hervormd of Gereformeerd. Dus weet Goor veel van de Bijbel. En ook dat laat hij blijken. Prediker, je weet wel, of Spreuken, of, hoe heet het, de brief van of áán de  Romeinen van die gast, de apostel,  ik kom even niet op de naam van die man, maar daar had je echt wat aan, nou nog trouwens. Dan gaat Goors stem omhoog. Dan praat hij iets meer staccato dan anders. Het geloof van de vaderen werkt tenslotte lang door, net als de dogmatiek van de Frankfürter Schule.


De wereld zit vol structuren. Denkmodellen, als het ware. Deze modellen brengen de mensen ertoe zich in klassen te verzamelen. Deze klassen, houdt u vast, bestrijden elkaar, omdat de mens de mens een wolf is. Er is een onderklasse. Maar ook een bovenklasse. Dat impliceert een middenklasse. De bovenklasse wil de vernietiging van de middenklasse. Daarom trekt zij zich terug in de eigen structuren. Zij ontwerpt haar eigen comfortzone. De onderklasse wil doordringen in de middenklasse, die weer wil doorstoten in de bovenklasse. Dat geeft wrijving. Die wrijving geeft energie. En die energie, ik hou het simpel, veroorzaakt economische bedrijvigheid. De staat reguleert die bedrijvigheid via wetten. Daarbij is de bovenklasse dominant. Ze zorgt daarom dat er in die wetten niets staat, wat de bovenklasse bij haar zelfontplooiing hindert. Daarom heeft zij een immuniteitsstatus. Die bouwt ze steeds verder uit. En dat lukt best, want de onderklasse heeft nooit iets in de gaten. Die kijkt naar netflix. Die begrijpt niets van de wereld.

Zo zit het een beetje in elkaar. Wie in de onderklasse zit wil hogerop. Dat noemen ze socialisme. Dat moet je instrumenteel zien. Dat heeft Goor dan ook gedaan. Hij had daarom al vroeg schaal twaalf, wat maar voor weinigen is weggelegd. Daarbij heeft Goor het niet gelaten. Hij schoot van schaal naar schaal. Want hij verstond de tekenen des tijds. Die van de sociaal-democratie. Van de principiële polarisatie. Van destijds, dan. Nu niet meer. Wat zich nu socialist noemt, is niet écht links. Maar de linksen van destijds eisten medezeggenschap over de systemen. Van die inspraak, die natuurlijk geen inspraak was. Dat was camouflage. Maar het werkte goed. Je moest het altijd met de meerderheid eens zijn, wat die meerderheid ook te berde bracht. Dat is Goor best gelukt. Geen wonder dat hij omhoog schoot als een raket. Goor duizelt het nog, als hij terugkijkt op zijn verleden. Hij deed het allemaal in het staatsbelang, dat spreekt. Want dat bleek steeds ook Goors belang te zijn.

Die dienstauto, die zat er dus al spoedig in. Dat waren de tijden. Hij had ook een secretaresse. Om niet na te vertellen zo mooi. Die bewaakte Goor. Zodat je niet zomaar als onderklasse bij Goor kon binnenstampen, want hij had zelfs op een zeker moment hartstikke wit hoogpolig lamswollen tapijt. En een kunst aan de muur, mijnheer! Allemaal uit de contraprestatie, wat weer een vorm was  van repressieve tolerantie volgens Marcuse. Het waren geweldig mooie schilderijen, van kom, hoe heet hij ook al weer, je weet wel. Zonder de Frankfürter Schule was dat allemaal nooit gelukt bij Goor.

Hij is dus ook zijn hoogleraar, zijn naam is Goor even kwijt, oneindig dankbaar. Dat waren mensen, waar je wat aan had. Zonder die hoogleraar was Goor er nooit gekomen. Goor leerde de structuren herkennen en verwierf omgevingsbewustzijn, waardoor hij op al die recepties feilloos de personages herkende waar je meteen naast moest gaan staan om hogerop te kunnen komen, de volgende schaal tegemoet. Dat had hij nooit geleerd als hij geen college had gelopen bij die sociale psycholoog, je weet wel, die vroeger zo veel op de televisie kwam en die wegens een vervelende plagiaataffaire zijn leeropdracht heeft moeten neerleggen, zijn naam wijfelt op het puntje van Goors tong, je weet wel die dinges, met dat fantastische programma van Als Leven Pijn Doet of Hoop Doet Leven of, sorry,  was dat de Zuiderzeeballade? Maar je weet best wie ik bedoel, hij had zo’n guitige oogopslag.