Halve Halbe

De bewindspersonen hebben zich nu voorgesteld aan het groepje dat zich volksvertegenwoordiging gelieft te noemen in een wat merkwaardig commissoriaal verhoor op vraagpunten. Een verhoor dat eigenlijk “gehoor” zou moeten heten wat tegen de personen was (nog) geen inbeschuldigingstelling ingebracht in de zin van de artikelen 116-119 Grondwet. De Kamer zou hebben moeten informeren over de achterliggende conceptuele opstellingen van de bewindslieden.

Over hun maatschappijvisie, mensbeeld, rechts- en geopolitieke opstellingen, hun opvattingen over grondrechten, de uitoefening daarvan, de scheiding der machten, de volkssoevereiniteit, de inbedding van de rechtspraak. Maar het blééf bij een woordenspel, waarbij de Kamer trachtte de bewindslieden verdacht te maken als racisten, totalitairisten, extreemrechtsen, straatvechters zonder diepgang.

Gaande het debat viel mij op welk gering garnituur persoonlijkheden nu verzameld is tot kabinet. Terwijl dat kabinet geen seconde rust zal gegund worden en bevraagd op ontstellende praktische vraagstukken waarvan het nog geen begin van enig benul heeft. Men start de overgang over de bruisende stroom met zwakke trekdieren. En men wéét het. Welk een minister zal zich toch weer moeten bezighouden met Buitenlandse Zaken! Herinnert u zich nog de VVD-er Halbe Zijlstra, die al bij aantreden een buitengewoon zwak zelfbeeld en dus een overdadig ego ten toon spreidde? En hoe hij merkbaar zich niet liet hinderen door expertise?

Op 14 oktober 2010 werd hij, om aan macht te wennen, alvast benoemd tot staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het kabinet-Rutte I. In die functie ontwikkelde hij plannen om te bezuinigen op subsidies in de cultuursector. Op een begroting van 900 miljoen euro zou 200 miljoen euro bezuinigd worden. Een groot aantal culturele- en kunstinstellingen zouden hierdoor worden bedreigd. Door een aantal uitspraken rondom de geplande bezuinigingen raakte Zijlstra in opspraak. Zijlstra zei zelf over de bezuinigingen op kunst en cultuur onder andere ‘Niemand is veilig’. Ook werd Zijlstra verweten dat hij geen affiniteit met de sector zou hebben. Zijlstra noemde fris van de lever dit zelf een voordeel als je zoveel moet bezuinigen.

 

De geplande bezuinigingen leidden tot protesten. Op 26 juni 2011 werd door 3500 mensen de Mars Der Beschaving gelopen van Den Haag naar Rotterdam als protest tegen de kabinetsbezuinigingen van 200 miljoen euro op cultuur. Halbe stookte verder. Op 27 juni 2011 volgde een protestactie op het Malieveld in Den Haag waarbij 7.000 à 10.000 mensen aanwezig waren. Halbe wakkerde de commotie aan.

Ondanks deze protesten wees Halbe Zijlstra alle moties tot het herzien van de geplande bezuinigingen af, omdat het kabinet een omslag en pijnlijke keuzes zou willen maken.  Zijlstra was vervolgens in 2010 verantwoordelijk voor het besluit om de geplande nieuwbouw voor het Nationaal Historisch Museum niet door te laten gaan.

Naast de cultuurbezuinigingen wilde Zijlstra ook studenten die te lang over hun studie doen beboeten door hun een hoger collegegeld op te leggen, de zogenaamde langstudeerboete. Ook studenten die bijvoorbeeld door een bestuursfunctie al een vertraging hadden, werden erdoor getroffen. Dit leidde tot felle protesten van zowel studenten, docenten en hoogleraren, omdat ze het in strijd vonden met het gelijkheidsbeginsel en het “regel-verandering tijdens de wedstrijd” zou zijn. De maatregel werd door het kabinet-Rutte I ingevoerd. In 2012, bij de vorming van het kabinet-Rutte II, werd door onderhandelaars Rutte en Diederik Samsom bekendgemaakt dat de maatregel met terugwerkende kracht zou worden afgeschaft.

In 2012 diende Zijlstra een wetsvoorstel in om de basisbeurs voor master-studenten onder het sociaal leenstelsel te brengen. Als Lid Tweede Kamer werd Halbe vervolgens op 1 november 2012 werd gekozen tot voorzitter van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. Hij volgde hiermee Mark Rutte op, die tot formateur benoemd werd. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 2017 werd Rutte een dag later opnieuw fractievoorzitter. Halbe werd aangewezen tot Minister van Buitenlandse Zaken. Zijlstra werd op 26 oktober 2017 beëdigd als minister van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Rutte III.

In februari 2018 kwam Zijlstra in opspraak. Hij had in een toespraak in 2016 en bij andere gelegenheden gemeld dat hij in 2006 aanwezig was bij een bijeenkomst in de datsja, het buitenhuis van de Russische president Vladimir Poetin, waarbij deze gesproken zou hebben over zijn ambitie voor een “Groot-Rusland”: een uitbreiding van Rusland met Wit-Rusland, Oekraïne, de Baltische staten en eventueel Kazachstan.

 

Na mediavragen hierover bekende Zijlstra dat hij niet bij deze bijeenkomst was geweest. Volgens hem was het verhaal van iemand anders en deed hij het voorkomen als zijn eigen verhaal om de identiteit van de bron te beschermen. Voormalig Shell-topman Jeroen van der Veer maakte zich vervolgens bekend als Zijlstra’s bron, maar hij ontkende dat hij het op die manier aan Zijlstra had verteld. Volgens Van der Veer waren Poetins woorden over “Groot Rusland” alleen historisch bedoeld en had deze niet gesuggereerd het grondgebied van Rusland te willen uitbreiden. De zaak kreeg ook in de internationale pers aandacht. Nederland werd nog belachelijker dan het al was.

Aan het begin van een debat over deze zaak in de Tweede Kamer, deelde Zijlstra op 13 februari 2018 mee bij de Koning zijn ontslag aan te vragen als minister van Buitenlandse Zaken; dit werd hem per die dag verleend. Wel, vrienden, dit alles staat ons weer te wachten. Ik gis nu welke bewindspersoon zulk een cirkelgang zal opstarten die onze democratie verder zal destabiliseren. Deze zal bij de PVV zitten vrees ik. Deze keer. Om te beginnen.