Iudex viator

Het thema van de rondsnuffelende rechter die de actuele tijdgeest kundig opsnoof en detecteerde was in de dagen dat ik te Tilburg college liep eigenlijk centraal thema. Niet zozeer de systematiek van de wetten, de uitvoeringsregelen en de rechtsbronnenhiërarchie, waarop de Nederlands rechtsorde steunde, maar de rechtspraak. De jurisprudentie. Want het was eigenlijk fantastisch dat rechters steeds weer via creatieve rechtsvinding in staat bleken om rechtsregels en rechtsbeginselen bij de tijd te houden. Een progressieve tijd. Een optimistische tijd. Een tijd van emancipatie, ontvoogding en zelfbestemmingsrecht in iedere levensfase.

Daarom vond men dat Harmonisatievonnis van Meindert Wijnholt ook zo beregoed. Beregoed, dat was het woord. Want het ging er hier toch maar om dat de rechter studenten te hulp kwam die de financiële hoogdrempeligheid van het Hoger Onderwijs en het Universitaire Curriculum niet konden overmeesteren; de rechter maakte hier recht en samenleving. Maar de Hoge Raad toch óók door zijn kunstige drietrapsraket van veronderstelde verdisconteringen van een veronderstelde situatie door een veronderstelde wetgever die afwegingen werden toegedacht die nooit in zijn olienoot waren opgekomen.

De Raad was in staat de wetgever beter te verstaan en aan te voelen dan deze zelf ooit zou kunnen. Op grond van dergelijke samengestelde gissingen en hypothesen werden aldus ook vele wetsvoorschriften vakkundig bij het grofvuil geplaatst, zoals menig hoofdstuk en menige titel uit de drie boeken van het Wetboek van Strafrecht, de Wet Economische Delicten en, maar in veel mindere mate, het oude Burgerlijk Wetboek. Normverleggend gedrag kon leiden tot onverbindende strafbaarstellingen die gedragingen verboden waaraan de huidige emancipatoire samenleving nu net behoefte had. Wat dat gedrag nu precies karakteriseerde was volstrekt onduidelijk.

Massaliteit ervan, dat was meestal een kenmerk en een dienovereenkomstig gedraaide of omgeturnde rechtsovertuiging van het rechtscollectief der maatschappij. Dat die rechter dat zonder veel disfuncties kon doen hing samen het de veronderstelde maakbaarheid van de maatschappij en die hing weer innig samen met de onvoorstelbare hoogconjunctuur die ieder in staat stelde het leven te leiden zoals het bedoeld was. Deze rechters, toegejuicht door de Nederlandse Juristen Vereniging op haar jaar- en toogdagen, schakelden daarom in de hoogste versnelling. Ook ten aanzien van verdragen. Waarbij staten partij waren die niet in dit emancipatoire mensbeeld geloofden. Die, integendeel, aan dat beeld de schurft hadden. En daar kwamen moeilijkheden van. Die we nu moeten ondergaan.