Nederlands Neutraliteit I

Ik moet in het Vredespaleis een voordracht houden over het volkenrechtelijk neutraliteitsbeginsel. Nederland is gastland van een groot aantal internationale gerechten, al dan niet met een strafrechtelijke competentie. In de zetelovereenkomsten en bijbehorende arrangementen staat dat Nederland als gastland en zetelplaats “neutraal” moet zijn met betrekking tot de bij dergelijke gerechten aanhangige rechtsvragen. Nederland poseert graag als een land dat de internationale rechtsorde duchtig bevordert. Het legt zich daarop toe door als neutraal gastland op te treden en interstatelijke conflicten aldus te doen beslechten door dergelijke gerechten. Het promoot daarbij Den Haag in zonderheid als “Legal capital of the world“. Zo kreeg het het “Lockerbietribunaal” binnen, het Joegslavië-tribunaal, het Sierra Leone-tribunaal althans de kamer die Taylor berechtte, de appelkamer van het R’wandatribunaal en het Internationale Strafhof. Den Haag heeft, zo heet het, bijzondere expertise, omdat het neutraliteitsbeginsel hoeksteen was van Nederlands buitenlands beleid sedert 1813 tot 1940.

Ik was destijds raadadviseur in algemene dienst ten behoeve van het Koninkrijk, daarna gedetacheerd bij het Parket-Generaal van dat Koninkrijk, met het oog op de rechtshulpfacilitatie van die gerechten, die gebruik mogen maken van het Nederlands Openbaar Ministerie en zijn forensische diensten. Want die gerechten zélf hebben dat niet. Soms bewerkstelligt dat Openbaar Ministerie ten verzoeke van die gerechten de uitlevering, overdracht, overlevering en transit van gedagvaarde partijen, beschuldigden of verdachten. Denkt u aan de overbrenging van Milosevic in 2001.

Maar ook aan gerechtelijke plaatsopnemingen, on site-investigations etc. Zoals het beweerde internationale onderzoeksteam dat onderzoek gedaan zou hebben in de Ukraïne terzake de toedracht van de MH17-ramp. Daarbij voert het OM een hoofdfunctie uit, althans dat pretendeert het te doen. Dat kán het doen, zo is de idee, omdat het als verlengstuk van het gastland van een mogelijk internationaal MH17-Hof, ook neutraal zou zijn.

Daarover, over die neutraliteit, rijzen uiteraard voortdurend vragen. Bij het Lockerbie-tribunaal wist Nederland zich, in 1998, aardig neutraal te positioneren. Maar bij een mogelijk MH17-tribunaal, dat dezelfde jurisdictiegrondslag zou hebben als het Lockerbietribunaal, zijn door Maleisië en Moskou in dit opzicht zeer critische kanttekeningen geplaatst. U herinnert zich het dramatische optreden van de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken de heer Frans Timmermans, terstond na de voltrekking der explosie aan de MH17 nog wel, in de Veiligheidsraad, waarbij de bewindsman al duidelijk aangaf wie er achter zat en wie “command responsability“droeg. En de heer Rutte deed het nog eens, in minder mooi Engels, maar niet minder wel te verstaan, dunnetjes in diverse gremia over, zodat sedertdien ook aan Ukraïnsche zijde enige vragen zijn gesteld bij het optreden van het gemeenschappelijk onderzoeksteam in de Ukraïne onder het motto: zó kunnen wij het óók.

Niettemin leek het dat Kabinet een goed idee om Nederland als neutrale bakermat van het internationale gerechtswezen wederom te promoten, nu ter herdenking van de Derde Vredesconferentie, op invitatie van Nicolaas II van Rusland, in juni 1915. Goed, die ging niet door, maar Nederland moet toch ook wat te herdenken hebben. Het was, in ieder geval, op dat moment neutraal, zoals het dat traditioneel al praktiseerde vóórdien. Het was en is er expert in. Aan mij de taak, om deze neutraliteitspolitiek en de grenzen van het neutraliteitsbeginsel en detail te behandelen. Zowel in 1914 en 1939 gaf Nederland een uitvoerige en gepointeerde neutraliteitsproclamatie uit, gericht tot alle strijdende partijen en alle staten die met het uitgebroken conflict mogelijkerwijs van doen konden hebben. In diverse academische beschouwingen, meestal niet van Nederlandse zijde, is nadien uiteengezet, dat Nederland zelf helemaal niet neutraal was. Niet in 1914 tot 1919 en niet in 1939-1940.