Repositionering van Europa

De zondagmiddag werd bij ons thuis pas echt ingeluid om 13.00u, wanneer “De toestand in de wereld” in AVRO’s Radiojournaal werd uiteengezet via de Algemeene Vereniging van Radio-Omroepen. Deze toestand uitgelegd door Mr G.B.J. Hiltermann die een dreunend sonoor stemgeluid voortbracht die de luidpreker van de grote eikenhouten radio fors deed trillen. Hij werd ook plechtig aangekondigd door de omroeper. Mijn vader ging dan, luisterbereid, op de trijpen bank met kussens liggen, de bolle buik omhóóg met daarop in de rechtervuist klemvast één van de kussentjes. Hij gebood ons stil te zijn, muisstil. Het was dan even hoorbaar dat de aether ruiste.

G.B.J. Hilterman

Dan, ineens, barstte een donkere, wel articulerende mannenstem los in lange verankerde volzinnen vol sombere onbegrijpelijkheden zoals “De Oder-Neissegrens” het “Oprukkend Communistisch Blok” de “Niet Onbetwiste Demarcatiezônes” en de “Periculeuze Achtendertigste Breedtegraad in Mondiaal Perspectief”. De stem somde dat alles vloeiend ritmisch op in precieze contrapuntische cadensen, waarop mijn verwekker moeiteloos insliep, gierend snorkend en soms ratelend zuchtend. Na precies twintig minuten hield het geluid op. Het was dan even stil in Hilversum, want ook daar waren ze even geheel de weg kwijt. Daarna kon overgeschakeld worden op het Radioprentenboek van Rosemarie Lippens en Wim Quint, zodat mijn vader onmiddellijk ontwaakte. Muziek kwetterde of tjingelde net of water in een metalen kuip viel en ook het snelverkeer op straat kwam weer op gang. De stilte was ontheiligd en we kregen nu een gevulde koek met slappe ranja. Deze Hiltermann had ook altijd iets onheilspellends te melden over “De Volksrepubliek China”.

Dat was ronduit een soort misdadigersbende die Europa te zijner tijd ging wurgen. Ze kon bedwongen worden, aldus Hiltermann, door de Zevende Vloot en alleen als Nederland Nieuw-Guinea kon houden als maritiem-strategische uitvalspositie voor invasiemanoeuvres. Mijn vader verried niet dat hij dit alles onderschreef of ontkende. Hij kwam er nooit op terug. Hij onderging het als ritueel. Een liturgie die nodig was voor een ingrijpende kortstondige tuk. Want daarna kwam de jeneverfles met Ketel A1 op de salontafel en stak hij een bolknak miskleur op die de hele kamer in de mist zette. De wereld was aldus slechts vaag te beschouwen. Maar met een vast referentiepunt. China als schurkenstaat. Op dit moment is het, nadat China enige tijd met enige welwillendheid is beschouwd, weer zo. Dat bleek op de twaalfde januari van het Jaar Onzes Heren 2023 op De Witte weer overtuigend. De inleider deelde ons mee dat thans Europa zijn repositionering wel terdege in de gaten moest houden. Want er was nu door Beijing, dat geen standpunt koos in het Ukraïneconflict en zelfs bereid was gesprekken met Bondskanselier Scholz en Putin achter elkaar aan te gaan een multipolaire wereld ontstaan die gericht was op chaotisering van Het Machtsevenwicht.

Dat was nadelig voor Europa. Vooral voor de Europese Unie. Dat scheen echter de politieke leiding van die Unie maar niet te begrijpen. Hoe zou Europa zich opstellen tegenover de financieel-economische interconnectiviteit tussen die Unie en de USA enerzijds en China anderzijds? Een open vraag, geachte toehoorders, die indringende aandacht behoeft. Men moet hier zich realiseren dat China eeuwen vernederd is geweest door dat Europa. Zal het kunnen toetreden tot deze triade – Europa, de Unie en de USA – zonder wraakgevoelens?  En als het antwoord ontkennend is, hoe zal de Unie zich dan kunnen wapenen tegen de gevolgen van die emotionele ontremmingen die dat onvermijdelijk met zich brengt. Het is daarom – en hier stijgt de stem van de inleidende heer aanmerkelijk – van Vitaal Belang dat de Europese Commissie reeds in 2020 belangrijke stappen zette met de afsluiting van het Comprehensive Agreement on Investment (CAI) waarin de handelsbetrekkingen, de commerciële belangen en de daarmee samenhangende juridische kwesties tussen China en de EU sluitend gedefinieerd worden zodat de evenwichtigheid in deze relaties wederkerig geborgd wordt.

De regen hagelt nu tegen de enorme ramen van onze zaal en het zware donkerbruine velouren gordijn dat de boze wereld buitensluit bolt naar binnen want de windkracht is nu echt boven 6 Bft. Ik word dan ook drijfnat op mijn spattende terugtocht naar mijn Benoordenhoutse woning terwijl ik mijn deftige zwarte Homburg klemvast op de schedel druk, want de loeiende rukwinden zijn verraderlijk vooral bij het ronden van de hoeken van de waanzinnige hoge torens die Den Haag heeft doen zetten bij het Centraal Station. Mijn brillenglazen zijn nu zo beregend dat ik bijna geen moer meer zie. Pletsend plaats ik de voeten in plassen.  Mijn pas gestoomde donkerblauwe pantalon wordt beslijkt door een rakelings langs rijdende huurscooter met daarop een in glimmend plastic gehulde duistere gestalte. Vast een Chinees. Die, vanwege het CAI, een voorpost heeft op de open weide in het Haagsche Bosch. Daar zitten veel illegalen in ongeoorloofde tentjes, ook met dit weer. Ja, ik heb veel aan deze lezingen bij De Witte. Veel wordt mij duidelijk.