Toenemende isolatie

Nieboer was er echt de man niet naar om zich aan te passen aan de redelijk chaotische, polariserende, hoogpolemische en intrigantuesque wereld aan dat katholieke kakschooltje dat zijn identiteit in ideologisch opzicht niet kon hervinden. Kijk eens, het curatorium was akkoord gegaan bij zijn aanstelling tot hoogleraar met het feit dat hij metterwoon in Nijkerk zou blijven. Zulks, dat had Wim niet onder stoelen of banken gestoken, met het oog op zijn kerkelijke functies en bedieningen van een protestantse gemeente die zich bij de kerkscheuring van 1944 achter Klaas Schilder had opgesteld voor wat betreft de genadebrengende werking van het doopsel. Wim was hartgrondig lidmaat van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt.

Klaas Schilder als rector van de Theologische Hogeschool te Kampen

Voor Wim stond de heilshistorische exegese van de schrift centraal: God, bekommerd om schepping en mensheid, komt uiteindelijk tot een volstandige ontplooiing van zijn eeuwig heilsplan. De openbaring geeft ons de uitgangspunten voor de kennisleer die daarbij hoort uitdrukkelijk aan, waarbij gelde dat deze historisch letterlijk en niet metaforisch genomen moeten worden. Er is daarom ook maar één universele transcendente waarheid daarin besloten. Daarover paste geen polemiek. Het woord des heren heren zij den voet ten lamp. Dat had Wim in proefschrift en oratie als missionair woord als zijn axioma kenbaar gemaakt.

En daar bleef hij bij, hoeveel bezettingen, demonstraties en schreeuwpartijen ook aan hem werden voltrokken. Hij zou ze daarom ook zoveel mogelijk als doenlijk was vermijden. Dat had hij het Tilburgs curatorium uitdrukkelijk gezegd. Dat was daarmee akkoord. Nu bleek dat de WUB hem opsolferde met allerlei linkse gremia die van hem eisten dat hij zich maatschappij krities opstelde ten behoeve van de verdrukte massa’s. Dat was destijds echter met dat curatorium niet afgesproken. Dat de katholieken zich nu als crypto-communisten uit modieuze aandriften gingen opstellen, kon hij slechts betreuren. Hij hoopte van mij dat ik dat óók niet zou doen. Ik was wel katholiek, dat was wel jammer, maar veel van de christelijke uitgangspunten, vooral kennistheoretisch, herkende Wim wel degelijk in mijn dissertatie-ontwerp.

Ik bleef tenminste der vaderen geloof in dit opzicht trouw. Hij vermaande mij niet uit opportunisme dat op te geven: hij had bemerkt dat ik bij mijn methode uitging van de hoogscholastieke kennisleer van Thomas van Aquino. Dat kon hij waarderen, al had hij de schriftuurlijke benadering méér geapprecieerd. Hij zou mij gaarne verder helpen bij mijn wetenschappelijke evoluties. Maar wat die in spijkergoed gehulde verwende schreeuwerds in aula en corridoirs uitbrulden kon een mens toch nooit serieus nemen? Dat was, dat moest ik toch inzien, resultante van de mateloze economische hoogconjunctuur waarin wij ons bevonden. Dat gebrul was niet recessie-bestendig, dat zou ik nog merken.

Als wij het strafrecht gingen afschaffen omdat de mens in wezen goed was en de samenleving in ieder opzicht maakbaar, zouden we te maken krijgen, uiteindelijk, met morele en ethische anarchie en een onoverkomelijke leemte in de rechtshandhaving in het publieke leven. Dus. Ik moest kiezen. Voor een zeker isolement, maar had Groen van Prinsterer niet reeds beleden bij zijn anti-revolutionaire acties in de Tweede Kamer dat in het isolement de kracht ligt van het christendom als tegencultuur? Had Da Costa anders beleden? Had gods heilsgeschiedenis dat óók niet steeds aan de mens doen geworden? Waarom was de rechtgelovige anders het zout der aarde? Wie dat alles opgaf of zelf ontkende omdat een zekere Mao dat eiste moest ook aanvaarden dat confessioneel onderwijs een anachronisme was. Wat deden wij dan hier eigenlijk nog  op de negende verdieping van deze hoogbouw? Ik moest dus maar aanvaarden dat wij getweeën als uitdragers van het ongeziene ongedachte paria’s moesten worden. Dat was, zo scherpte Wim aan, zijn laatste woord te dezen.

Aangezien zijn vrouw deze avond bakbokkingschotel met andijviestamp had toebereid, dacht Wim dus maar eens wederom op Nijkerk toe te gaan. Hij had ouderlingbezoek te verwachten in verband met een crisis bij koorvereniging Zingen tot Gods Lof. Anne Mulder uit Kampen zou komen spreken, hij verheugde zich er nu al op. Hij zag mij dinsdag aanstaande wel weer, en veel succes met je avondcolleges, jij liever dan ik.