Translatio imperii IX

De vraag moet ook gesteld worden, óf er nu inderdaad nieuw staatsrecht is geschapen. Is er nu een fundamenteel nieuwe rechtsbetrekking ontstaan tussen het kabinet als medewetgever van de Staten-Generaal enerzijds en uitvoerder van de wetten anderzijds? Is deze betrekking losser, geeft zij aan die Staten meer manoeuvreerruimte zonder een kabinetscrisis te impliceren in onvoorziene casus en heeft het kabinet ook improvisatieruimte, zowel nationaal, in Europees verband en te Brussel binnen het economische verband van de Unie.

Het antwoord kan niet anders dan ontkennend luiden. Dit kabinet is zelfs geen ordinair zakenkabinet op bredere grondslag dan een enghartig coalitieakkoord. Maar dan rijst de vraag toch waarom informatie en formatie zo merkwaardig, stroef en gecompliceerd verliepen en waarom de ene crisis in de verstandhoudingen buitelde over de andere. Er is beslist géén nieuwe fase aangebroken in het Nederlandse parlementaire systeem.

En geen nieuwe marge van reserves aangebroken ten opzichte van het steeds centripetalere Brussel dat steeds meer aangelegenheden tersluiks naar zich toeschoffelt. De nieuwe ministers zullen zeker een nieuwe derogatiepolitiek kunnen inzetten, zeker betreffende de Nitraatrichtlijn, het dierlijk fosfaatuitstootbeleid, de strafrechtelijke handhaving daarvan met draconische maatregelen bij voorraad uitvoerbaar,  en de grondpolitiek, maar daarvoor zal nodig zijn dat ze te Brussel aannemelijk maken dat de vorige bewindsperioden van ambtelijke zijde steeds onjuiste en vooral forfaitaire informatie aan Brussel is verschaft, die geen enkele feitelijke grondslag heeft.

Contrafactische data zelfs, zeer ten nadele van Nederland en diens agrarische sector, opzettelijk bijeengegaard door een wederspannige ambtenarij die zelf niet bereid zal zijn die kastanjes uit het vuur te gaan halen, omdat hun verantwoordelijke bewindslieden hen decennia de vrije teugel plachten te geven. Het verhaal dat te Brussel moet opklinken is dat deze ambtenaren met een samenweefsel van verdichtsels, foutieve berekeningsmodellen en verkeerde forfaitaire ficties zonder wettelijke bases, strijdig vaak met Nederlandse regelgeving, hebben getracht te komen tot een reallocatie van de spaarzame oppervlakte gronden die nog in Nederland resteren in het zicht van de doorontwikkeling van Nederland als Berlijn aan de Noordzee.

Het ideaal van Jetten. En Kaag. En Frans van Drimmelen. En de projectontwikkelaars, gelieerd aan de Amsterdamse Zuidas. Een verhaal dat zelfs te Brussel opzien zal baren. En dat zeker niet symptomatisch kan zijn voor de destijds door de Romeinen beoogde rechtvaardige translatio imperii, al ging ook deze, zoals voorgaande blogs deden uitkomen, vergezeld van valsheden en intellectueel bedrog. Zie het verhaal van Lactantius.