Vage aantijgingen

De aantijgingen ten laste of aan het adres van Baudet gedurende het debat over de afsluiting van de tweede (in)formatiefase door Kim Putters, zoals zijdelings geventileerd door Klaver bleven vaag en onbepaald, zelfs naar tijd en plaats. Ze betroffen de kwestie of Baudet of iemand in zijn achterban ooit gelden had ontvangen, middellijk of onmiddellijk waarbij de Russische Federatie een rol zou hebben kunnen spelen.

Uit de context van de vraagstelling bij interruptie bleek dat het dan zou moeten gaan om een donatie gedurende de periode dat Baudet één van de voorstanders was van een nationaal referendum over de vraag of Nederland zou kunnen instemmen met de Ukraïne als staat, toetredend tot een associatieovereenkomst met de Unie, gelet op de langere staat van destabilisatie tussen februari 2014 en 2016 waarin die staat verkeerd had ná de opening van vijandelijkheden vanwege “Russen”. Kon Baudet daar opening over verstrekken door zijn boekhouding uit die periode over te leggen aan de Kamer?

Deze kwestie was niet aan de orde, kon dat ook niet zijn, was niet regelmatig geagendeerd, kon ook geen object zijn van een geïmproviseerde interpellatie volgens het reglement van orde van de Tweede Kamer. Want hier gold het een verzoek om aan te tonen dat iets niet was gebeurd. En nog wel ten laste van een collega Kamerlid. Baudet zou moeten aantonen dat geen gelden vanwege Russen was ontvangen. De interventie was handig gepland, inzoverre ze Baudet van slag bracht. Die ging er met gestrekt been in. Zoals hem dat vaker gebeurt.

Hij werd kwaad jegens de temerige Klaver. Terwijl hij zich in deerlijke onschuld had moeten wenden tot de Voorzitter van de Tweede Kamer met de vraag, of dit onderwerp wel was aangemeld als punt van de samenkomst ter fine van gemeen overleg tussen Kamerleden. Overleg betreffende de voortgang van kabinetsvorming. De Voorzitter had eigenlijk ambtshalve moeten ingrijpen. Want hij bewaakt krachtens zijn aanstelling als vergaderpresident de agenda.

Dat deed Martin Bosma helaas niet. Hij liet Baudet aanmodderen, die duidelijk steeds roder en geagiteerder werd, omdat hij meende belasterd te worden – waar hij gelijk in had. Baudet ging verbaal over de schreef in deze ontremming, zoals hem wel vaker overkomt. Jammer. Want hij komt soms vaardig uit de hoek. Vervolgens ging het woordenspel voornamelijk over de vraag of Klaver reden had zich nu aangevallen te voelen en wel in dier voege dat het zou gaan om een bedreiging. Die zich overigens buiten het gehoor van Kamer en publiek zou hebben afgespeeld. De Media stortten zich erop.

En tot aan vandaag gaan de reporters daarover verder, duidend, verhaspelend, suggestief en fantasievol. Dat staat Wilders ook te wachten, dezer dagen en nu is het maar te hopen dat hij zich kan beheersen. Want ook hij weet niet precies wat er in zijn achterban ooit heeft afgespeeld. Dat weet trouwens geen fractievoorzitter ooit. Ook Klaver niet. En zeker Timmermans niet. Die overigens bij deze schermutselingen angeliek garen denkt te spinnen. Fraai is het niet. Maar dat had ook niemand nog gehoopt. Niet in Den Haag. En vooral niet daarbuiten.