Een westerse benadering van het Rijk van het midden met zijn zo massale miljarden bevolking is: China af te beelden als een eeuwenlang vernederde natie. De westerlingen hebben, sedert de aankomst van Marco Polo, steeds deze mogendheid weten te verwijzen naar de rand van de volkerengemeenschap. De westerlingen waren ze in alle opzichten de baas. Ze speelden de Chinezen onderling arglistig tegen elkaar uit. Ze konden alles beter, die westerlingen. Hun economische planologie, organisatievaardigheden, hun cultuur, hun religie, hun handels commerciële netwerken, hun rechtssystemen, ja hoor, alles, maar dan ook alles was superieur.
Toen kwam hun tweede westerse industriële revolutie in de tweede helft van de negentiende eeuw. Ze vonden de stoommachine uit met de koelkamer die zorgde dat geen stoomenergie verloren ging maar dat de condens die eerder, in de oude variant van de stoommachine, afgevoerd werd via stoomveiligheden, thans via die kamer weer optimaal circulair ingezet kon worden in het druksysteem dat daardoor hoger rendement en bestendige zuigerbewegingen ontwikkelde. Maarten van Rossem mag het graag verhalen. Onze nationale historicus, bekend van radio en verrekijk. Deze verbetering werd nu gekoppeld aan de turbine-uitvinding. En toen was de voortstuwing zo verbeterd dat de westerlingen betere stoomschroefvaartuigen konden bezigen, betere grootschalige compoundmachines konden inschakelen die over grote afstanden enorme drijfstangen, drijfspoelen en katrollen constant draaiende konden houden met een exponentiële productiestijging als gevolg, betere waterpompen en irrigatiewerken konden uitnutten en ga zo maar door.
Geweldig was dat. En die Chinezen, ja, die keken met stomme verbazing toe. Dáár, dat voelden die Chinezen automatisch en intuïtief, kon een Chinees niet tegen op. Wat een kerels, die westerlingen. Tjonge! Daar legde hij zich in Aziatische nederigheid dan maar bij neer. Hij liet zich dus lijdzaam koloniseren. Leuk vond hij het niet. Hij was wel een Chinees. Dat wel. Maar hij had toch zijn trots. Want, dat zegt Maarten er óók nog even nadrukkelijk bij, de Chinezen, dát is een trots volk hoor! Vergis je niet. Ze duldden dus hun achteruitstelling tot tweederangs mensen. Er was tijdelijk niets aan te doen. Het ging heel ver, dat gevoel van minderwaardigheid. Want de Japanners, die hadden de westerlingen helemaal geïmiteerd tot in ieder detail van hun samenleving. Sedert vlootvoogd of commodore Perry in 1853 voor de USA een open deur-politiek te Tokio had afgedwongen onder dreiging van de kanons van zijn flottielje hadden de mensen van het Land van de Rijzende Zon gedacht: if we can’t beat them, join them. Wel opportunistisch, maar ja, zo zijn Japanners. Je moet met Aziaten trouwens altijd uitkijken.
Dus. Die Japanners namen de techniek van de westerlingen helemaal over. Ze bouwden aldus een oorlogsvloot van wat heb ik jou daar. En versloegen in 1904-1905 de Russen verpletterend. De wereld keek ervan op, want die realiseerde zich dat die Russen eigenlijk ook ergens westerlingen waren, moet je meemaken. Aziaten hadden westerlingen verslagen! Daar keken alle Aziaten enorm van op. De Chinezen ook. Ze dachten: die westerling, die is toch niet zo superieur als we dachten, als we hem maar in alles wat hij onderneemt en doet na-apen. Dat deden de Chinezen dus nu ook. Na 1905 begonnen ze er mee. Stilletjes. Niet zo provocatief als de Japanners. En met vrucht. Want ineens, na 1945, stiet China ineens op in de vaart der volkeren. Met de heimelijke toeleg die vernedering die Het Westen hen eeuwenlang had toegebracht eens duchtig te vergelden. Dat lukte goed. Niet meteen, natuurlijk.
Er was een burgeroorlog gaande in China tussen communisten en nationalisten. Die kostte tijd en doden. Maar de communisten wonnen. Met glans. Ze wisten een nucleaire macht te worden. Mao ging hen vlijtig voor. Toen stortte de Sovjet-Unie ineens in. Dat veroorzaakte in het eerdere geopolitieke evenwicht een disbalans. Er was een vacuüm toen de kameradski’s te Moskou collectief faalden. Dat zagen de Chinezen en zij stortten zich in dat gat. Alweer: met groot succes, zo over het algemeen gesproken. Er kwam geen multipolaire wereldorde. Maar een bipolaire: China versus de USA. Een nieuwe As van conflicterende strategieën op ieder terrein. En omdat de Chinezen met méér zijn, gaan ze dat conflict winnen. Dan gaan ze wraak nemen voor die vernedering die Het Westen hen opsolferde, dat ga je meemaken hier in ons mistig polderland. Laten wij ons er dus maar vast op voorbereiden. En de dijken verzwaren. We moeten alvast maar lief zijn voor de Chinezen. Eigenlijk voor iedereen. Omdat we christelijk zijn van oorsprong, kunnen we dat wel, als we ons inhouden. Onze moppen vóór ons houden. En eigenlijk héél anders doen dan we zijn. Dat wel, natuurlijk.