Voortgezette relativering

Was Pummeltjes absolute schema van Goed versus Kwaad wat primitief, het was geschikt voor het bevattingsvermogen van zijn pupillen. Kinderen van tien tot twaalf jaar, want er waren heel wat zittenblijvers onder. Ze leerden basisprincipes van de Christelijke levensvisie, waaronder de eigen verantwoording voor de levensgang en de vrijheid van de wilsbepaling. En ook de idee dat eens verantwoording zou moeten afgelegd. Pummeltje gebruikte daarbij de geijkte termen uit de godsdienstboekjes zoals Alleen op Weg of Opwaartse Wegen.

Hij stampte de Tien Geboden erin, maatvast stampend met het rubberen dopje van het aanwijsstokje dat hij ook bezigde om Hoogezand, Sappemeer en Stadskanaal aan te wijzen. Er bleef waarschijnlijk niet veel van hangen, maar hij vertelde tóch dat wij een ziel hadden in het lichaam. En dat er een gewetensfunctie was. Opvallend was, dat de godsdienstleraars op de middelbare school daar niets meer over zeiden. Ze waren eigenlijk docenten maatschappijleer geworden.

Ze vertelden nu over het Boeddhisme, het Shintoïsme, het Islamisme, maar ook over het Marxisme, het Humanisme, het Socialisme en het Liberalisme náást het Christendom. Dat was allemaal ideologie, en eigenlijk waren die varianten afgeleiden van een zelfde bovenzinnelijke werkelijkheid, die neerkwam op een reeks intellectuele abstracties. Wij hier in Het Westen moesten verder niet denken dat wij de Waarheid in pacht hadden.

Onze maatschappij was eigenlijk tot op het bot verrot. Wij merkten het alleen maar niet, omdat wij verwende kinderen waren uit welgestelde kringen die alles mee hadden en nooit ooit armoede hadden gekend. Christus had dan ook een andere jeugd gehad en zijn maatschappijkritiek was daarom glashelder en ervaringsafhankelijk. Hij had ons liefde geleerd. Daar ging het om.

En LSD of hennepharsproducten, seks en remmingsloze opstellingen waren reeds daarom goed, omdat ze ons leerden ons te openen voor die liefde. Bier deed dat niet. Whisky was te duur, maar dat had soms toch wel een gunstig effect. Zo werd deze jeugd die zeer geprivilegieerd was en toch ongelukkig scheen bloot gesteld aan een grenzeloos relativisme. Dat was goed voor ons.