Wobke Hoekstra

De erbarmelijke Brusselse charade die thans opgevoerd wordt om Wobke een fijne baan als Commissaris van de Europese Unie te geven met als specialisatie klimatologie, als opvolger van de sociaaldemocratische mastodont Frans Timmermans op dat niveau, laat weer zien hoe hardnekkig het systeem van de contracten van correspondentie door Nederland sedert 1813 is uitgebouwd en hoe deze overeenkomsten ook grensoverschrijdend constitutioneel systemisch zijn geworden. Wobke Hoekstra, nog nationaal opererend als minister-consulent, bekleedde tal van portfolio’s in de afgelopen kabinetsperioden en gaf hardnekkig blijk ervan ze geen van alle te beheersen. Daarin was hij persistent consistent.

Als minister van Buitenlandse Zaken, Wobkes laatste managerial sinecure, deed hij blijken dat hij eigenlijk weinig begreep van de razendsnelle geopolitieke verschuivingen tussen de vier grote machtsblokken. Wobke had van Rutte instructie in ieder geval in alle aangelegenheden trans-Atlantisch te blijven. Doen wat Washington aangewezen oordeelt, met de nauwverholen dreiging dat anders de Verenigde Staten hun beschermende parapluie over het zieltogend Avondland zullen inklappen. Dat was het geijkte Sjibolleth bij het binnentreden van de Tempelruimte dat de Vrijmetselaar moet toefluisteren aan de van een zijdgeweer voorziene poortwachter. Yes Washington. We zagen Wobke dat prevelen op kerstavond 2022 toen Zelensky eiste in Congress op het Capitool dat er een Putin-tribunaal moest komen om de Russische Rotzakken nu eens mores te leren.

Ingeleid door Biden, die er nog wel eerst even aan herinnerd moest worden waar de Krim ook weer lag en wat daar ook al weer loos was in die stad, kom, hoe heet het ook weer, o ja, Svebastopol (je moet dat met een ingevoegde aangeblazen “v” uitspreken als je wilt doen geloven dat je alles weet van Rusland en diens smerige geopolitieke toeleg).  Goed. Wobke haastte zich daarbij aan te sluiten. Zei toe dat daarvoor een onderzoekcentrum in Den Haag zou komen om daar het inkomend bewijsmateriaal te valideren voordat het doorgezonden zou worden naar het Internationale Strafhof. Dat, overigens, zulk een centrum niet kent in zijn Statuut en dus ook niets voorzien heeft over de wijze waarop zulk een instituut deelachtig zou kunnen worden aan de rechtsmachtaanspraken van dat Hof.

Die overigens heel nauwkeurig, eigenlijk veel te gedetailleerd, in dat Statuut zijn uitgespeld. Alle staten die bij die rechtsmachtkring betrokken zijn of kunnen worden hebben zich daarover destijds tussen 1993-1998 lens vergaderd. Hád Wobke dat met zijn ambtsgenoot van Justitie tevoren afgestemd? Was dat gebeurd na overeenstemming met dat departement? Was er tenminste een soort van raamverdrag in de maak over de rechtshulpprestaties die van zo’n centrum konden worden gevraagd: ballistisch onderzoek, ondervraging van getuigen in de zone van de operaties, het vastleggen van zintuigelijke observaties op beelddragers met een gecertificeerde status, internationale inbeslagnemingen, huiszoekingen, massa-exhumaties en gerechtelijke plaatsopnemingen?

En tussen wie zou dat verdrag dan gelden als uitvoeringsarrangement  van de afspraak die spontaan en stante pede verzonnen werd? Was daarbij de instemming van de staten die horen bij de familie die de rechtsmacht van het Permanente Hof hebben erkend in hun nationale rechtssfeer vereist? Was daarbij voorts nog een blokkade door het feit, dat de voormalige Sovjet-Unie, maar óók de Ukraïne en haar satellietstaten in 1998 een verklaring erga omnes hadden afgelegd dat ze de rechtsmacht van het Hof nooit zouden erkennen? Ook nadat duidelijk was dat die Unie in ontbinding verkeerde? Welk bewijsvergaringsrecht zou dan toepasselijk zijn in het Donetsbekken en de bezettingszones daaromheen, gelegen buiten die van de operaties zelf? Wat waren de verplichtingen van het Gastland zelf, Nederland dus? Moest daarvoor het Seatagreement niet herzien worden? Enzovoort.

Dat waren natuurlijk mierenneukerij-details, nu onze minister-president Zelensky al zo hartelijk had begroet als gallant ally en nog eens beklemtoond had dat Nederland nu eenmaal “in oorlog” verkeerde. Met wie, dat liet Rutte wijselijk in het midden. Met de Russische Federatie zelf, met Putin of diens huurlingenleger of misschien wel met zijn oligarchie van bonzen. Dat kan allemaal. Of niet. Frankrijk verklaarde destijds in 1795 de oorlog alleen aan de persoon van de dikke Stadhouder Prins Willem V. Niet aan de Nederlandse Natie. Niet aan het Bataafschen Volk. Maar dat moest wel alle bezettingskosten betalen van de gelichte Franse volkslegers. En daaraan gingen de Bataven toch maar mooi kapot. Wobke zag het aan. Met geknikte knieën, die duidelijk zichtbaar zijn in zijn merkwaardig smalle pantalon die hoog op de wreef eindigt.

Maar dat is mode, en daar houdt een regentenzoon zich aan, vooral als iets anders erg opvalt. Het is dus prijsschieten in Brussel. Want dat Wobke eigenlijk de nitraatrichtlijnen niet kent, de berekeningen voor de fosfaatdisposities per geteelde diereenheid, de regelingen voor het fosfaatarm voeren, de stikstofeffecten van de huidige omloopsnelheden van de biggenbatterijen en slechts flauw inzicht heeft wat bedoeld wordt met biodiversiteit en waarom die soms wel en dan weer niet goed is, dat is de EU-parlementariërs nu wel hilarisch duidelijk. Toch wordt Wobke die commissaris. Net zoals de vierjarige freule Van Hardenbroek totthe Groote Linde diakoniemeesteres werd van het Hervormd weeshuis in Neder- Batavia ter hoogte van de Kiliwangrivier al had ze geen flauw idee waar die liep.