Wisselvallig is het wel, dat weer. En de regering doet niets. Daarom plan ik tochten voor mijn bezoek waarbij aanleggen aan tapperijen, restaurants, koffietenten en versnaperingtenten verzekerd is terwijl tevens vaststaat dat er behoorlijke toiletgelegenheden voor vrouwen zijn. Dat laatste is wezenlijk en moet iedere man begrijpen. Hij kan immers steeds in de bosschages ad libitum uit de broek. Maar vrouwen zouden moeten hurken bij zulke ontlasting.
En dus in de brandnetels terecht komen, in rode mierenhopen dan wel teken opdoen. Daar denken mannen doorgaans niet aan, zo wordt mij duidelijk op de wandeling naar Wassenaar via het fraaie bospad dat leidt naar dat dorp. Ik kan dus wel uitvoerig wijzen op het timpaan van het huis dat Johan van Oldenbarneveldt deed bouwen op de Kneuterdijk. Het staat in de schaduw van dat pad onder het verwulft van zware linden- en kastanjebomen.
Ik leg uit dat Johan dat timpaan zeer kwalijk werd genomen. Want het vertoont een keur aan heraldiek. Terwijl Johan maar een commune klootzak was uit Amersfoort, eigenlijk Gerritje Slegt geheten. Prins Maurits nam aan die timpaan aanstoot. Hij had nog meer tegen Johan. Want die belette hem opperbevelhebber te worden van Land- en Zeemacht.
Toen Johan in 1619 de voordeur dichtsloeg om in zijn karos te stijgen sodemieterde dat timpaan onverhoeds op de grond met een daverende dreun. Dat was een voorteken. Johan werd op last van Maurits gearresteerd. Hij stierf onder het beulszwaard. Wegens hoog- en landverraad. Heulen met Spanje en Frankrijk. Dat leg ik uit. Maar mijn gezelschap verlangt eigenlijk naar het toilet. Dus deelt het mede dat ik haast moet maken en niet zeuren. Mannen. Je hebt er niets aan. Zelfs als het nog zomert.