Zondeboksyndroom

Internationale strafhoven zijn geschikte instrumenten om de nationale politiek te restabiliseren na een heftig internationaal conflict dat flink afbreuk heeft gedaan aan de staatszelfstandigheid van een volk, een natie, een rijk. De geschiedenis toont aan dat het prettig is om alle defecten van dat volk, die natie of dat rijk te wijten aan een of meerdere personen die geschikt zijn om te gelden als de incarnatie van al die defecten. Die kunnen neerkomen op een gebrekkige militaire strategie, een verkeerde geopolitiek, een overspanning van het overheidsapparaat, een destructieve bevolkings- of ontvolkingspolitiek of een veel te autoritaire aanpak van binnenlandse structurele problemen. Het Duitse Keizerrijk vertoonde een interessant mixtum van deze defecten.

Iedereen was het erover eens dat Keizer Wilhelm II deze gebreken kundig in zich verenigd had. Het feit dat hij uitgeleverd zou worden om daarvoor strafvorderlijk te boeten zou zeker reinigend op West-Europa gewerkt hebben. Maar Nederland wilde daaraan niet meewerken. Wilhelm had dan van alles de schuld gekregen en met zijn dood zou deze schuld gedelgd zijn, al zouden ook dan herstelbetalingen bedongen zijn. Maar niet van de krankzinnige hoogte die de Fransen bleven eisen en niet met de betalingsmoeilijkheden tot in 1986. De Neurenbergse en Tokiose processen hebben deze zuivering stellig wel kunnen dienen: generalissimo Tojo blééf ook overduidelijk de sinistere rotzak die hij voortdurend uitgebeeld had en Göring de brutaliserende vlerk van een plunderende satraap en sybariet.

Washington wees al in 1991 onmiddellijk de personen aan die deze rit dat zuiveringseffect zouden kunnen hebben: Milosevíc, Karádzic en Mládic. De Zuid-Afrikaan Goldstone, in het begin openbare aanklager van ICTY, moest er op wijzen dat dat allemaal Serven waren uit de politieke bovenlaag van de Zwarte Sint-Jorisadepten, de Karadzgeorgewíczen. Waarom werd er in de USA ook niet gedacht aan Izetbegovíc en Tudjman onderscheidenlijk regeringsleiders van Kroatië en Bosnië-Herzegowina? Het was in ieder geval voorzienbaar, dat indien het vervolgingsbeleid van den aanvang eenzijdig gericht zou worden op deze top-Serven, die ook steeds hartgrondig de Zwarte Joris-lijn hadden aangehangen binnen de nationale politiek van de Serven als etnische groep, de bredere verdenking binnen de Slavische volken dat ICTY een anti-Servisch Hof was, feitelijke grondslag zou krijgen.

Dat vervolgingsbeleid zou de idee dat de bestraffingen ter vergelding via ICTY niet zouden kunnen leiden tot regionale verzoeningen en conflictoplossingen tussen de etnische rivaliserende groepen die vanaf 1993 bezig waren zich staatsgewijs te organiseren. Joegoslavië was bezig zich razendsnel op te delen in rivaliserende rompstaten die straks, in vredestoestand, erg moeilijk als zelfstandige economische entiteiten zouden kunnen gaan functioneren. In 1993 was voorzienbaar dat de rompstaten, intern verenigd op etnische grondslagen ieder voor zich en afzonderlijk niet echt in staat zouden zijn een autonoom economisch debiet te verwerven dat ze min of meer een zekere zelfstandigheid in het internationaal verkeer zou borgen. Servië had altijd geëist, vanaf de middeleeuwen, dat het havens behoorde te hebben die vrije toegang boden tot de volle zee.

Daarom was het in 1912 met hulp van Rusland doorgestoten naar het Adriaticum. Want het reikte niet aan de Zwarte Zee. Daar had Bulgarije zich als blokpost aan de Donau gevestigd. Bulgarije en Servië konden elkaar niet luchten of zien, ook weer verwijtbaar aan de Ottomaanse kolonisatiepolitiek. Istanboel had deze volken flink tegen elkaar opgezet. In 1998 lag Centraal Servië, net als de Republiek Servië die zich weer afgescheiden had van de Bosnische en Herzegowinese Federatie midden in de bossen en steppen van het Balkanees schiereiland. Ingeklemd door nieuwe staatjes die hun bloed wel konden drinken. Kroatië, Montenegro en Albanië waren zo gedefinieerd dat ze de Serven vakkundig weg hielden van de Middellandse Zee, zoals Het Westen dat óók al had georganiseerd in 1913 na ommekomst van de Tweede Balkanoorlog. Servië was opzettelijk weggewerkt van die zeekusten en kreeg via de Donau-estuaria geen enkele compensatie via internationaal gegarandeerde doorvaarten.

Voor de staatjes Kosovo en Metohija geld precies hetzelfde. Het leek er weer veel op dat Het Westen erop uit was het voormalig Joegoslavisch grondgebied volkomen en blijvend te destabiliseren. Met als oogmerk: Rusland te beletten via de Serven steeds toegankelijke zeehavens zonder ijsgang te verwerven. Want onloochenbaar had Milosevíc daartoe met Moskou willen samenwerken, zoals de Serven in dit opzicht de Russen steeds hadden willen bedienen, nog in de Krimoorlog 1853-1854. Maar daarom wees Washington natuurlijk Milosevíc aan als hoofdschuldige van het Balkans drama. En daarom faciliteerde het de razend snelle overdracht van Slobodan uit Centraal Servië nog voordat hij deze gedwongen verwijdering had kunnen aankaarten bij de nationale rechter. De toeleg was zonneklaar. Het ICTY was een marionet van de Haviken in Washington die op deze wijze de Koude Oorlog wilden prolongeren. Dat werd de zienswijze van de Slaven, waarvoor de Zuid-Afrikaanse aanklager Richard Goldstone had gewaarschuwd. En Nederland, altijd de Trans-Atlantische dienaar van Washington, had er weer aan meegewerkt. Zoals het ook in 1913 dapper eraan had bijgedragen dat Servië geen zeehavens had kunnen aanleggen in het Adriaticum.