Soms merk je, aan de vooravond van Witte Donderdag, dat het leven bedoeld is als kruisdraging. Want Bokito is dood. Het kabinet blijft onverdroten zitten. En ik voel mij ook niet erg goed. Laten we het ergste proberen geestelijk te internaliseren. Bokito’s verscheiden, nog wel zonder vooraankondiging, in de Goede Week. Daar is bijna geen zinvolle duiding meer aan te geven in dit gebroken ondermaanse. Mijn voormalige beneden-buuf, Marijke de kapster, is er helemaal kapot van. Ik belde haar terstond. Ik bood haar mijn oprechte condoleances aan. Marijke was ook bezig met kaarsen te branden bij het glanzend portret van haar bevriende zilverrug-gorilla. Het was, dat vonden we allebei, geen werk dat Blijdorp Marijke niet eerst uitvoerig had geïnformeerd op tactvolle wijze.
Ze wisten toch in die Rotterdamse Diergaarde heel goed dat de buuf iets hád met Bokito. Iets innigs. Iets diepgaands. Iets onherleidbaars. Al jaren achtereen ging Marijke naar de apentuin in gezegde gaarde. Een keer per maand minstens. Maar als ENECO gratis kaarten aanbood wel twee keer. Marijke en Bokito begrepen elkaar toch zo goed. Om niet na te vertellen zo goed. Dat komt, Marijke komt bij haar Rob veel te kort. Erg veel. Te veel om op te noemen. Maar Bokito deed wat hij kon, terwijl Rob gramstorig en knoestig in de borders van het toegangspad werd geparkeerd tussen de bloemetjes, want Rob mocht nooit precies horen wat Marijke allemaal te klagen had. Dat was héél wat.
Het moeilijke was daarbij dat Marijke nooit oogcontact mocht maken met Bokito. Daar kon hij niet tegen, zo groot en sterk als hij was. De ervaring leerde zulks. Bokito óógde viriel. Zeker. Maar hij had een klein hartje. Vooral tegenover Marijke. Die doorgrondde hem natuurlijk meteen. Die beroerde innerlijke snaren bij Bokito. Soms dissonant. Daar raakte Bokito dan ontremd van hé. Want hij kon Marijke in haar ondragelijke levenslot niet echt helpen. Dat lot stond, incarnaat, bedremmeld te schuifelen tussen de gerania of viooltjes. Zo is het leven. Je stelt je er heel wat van voor. Je denkt, als je jong bent: dat wordt iets geweldigs, dat leven van mij. Ik zal groots en meeslepend opgaan tot waar de avondster fonkelt. Ik zal de violen van de Eurovisiesongfestivals horen aanzwellen, betredend paden, mij te zonderbaar. En waar stá je dan op je ouwe dag?
In Blijdorp. Met Rob in de borders. Gelukkig is daar dan Bokito bij. Hij kijkt wel weg, onze mensaap. Maar vol begrip in de donkerbruine kijkers. Schuchter. Met volle compassie. Wel, daar is nu op woensdag de vijfde april van het jaar des heren 2023 ineens een abrupt einde aan gekomen. Zonder telegram van leedwezen vanwege het Koninklijk Huis. Daarbij valt het aanblijven van Rutte IV natuurlijk volledig weg als onheilspellende gebeurtenis, die heen wijst naar de teloorgang van het Avondland. We hadden het niet durven hopen. Maar D66 bleef halsstarrig vasthouden aan het onzalige regeerakkoord betreffende de fosfaatuitstoot in 2030. Dat moet, omdat dat objectiveerbaar wetenschappelijk vaststaat zeide de heer Paternotte, die opmerkelijk weinig teksten ter beschikking heeft om zijn staatkundige inzichten gloedvol uit te serveren. De wetenschap heeft aangetoond, zei deze Amsterdamse regent, dat in 2030 de depositiewaarden gehalveerd moeten zijn.
Zeker: het CDA mag best met de Provinciale Gedeputeerde Staten gaan overleggen of dat wel allemaal noodzakelijk en haalbaar is. En het mag ook terugmelden dat dat onrealistisch is. Ondoenlijk. Maar toch moet het Akkoord uitgevoerd worden naar de letter, omdat de wetenschap ons dat dicteert. Er is nu al te lang over gedisputeerd. Een man een man, een woord een woord, zeker als die man mevrouw Kaag is. Marijke zei mij dat Bokito zo nooit zou denken. Terwijl Bokito toch veel meer man is dan die hele Paternotte, mét en zonder stropdas. En ook meer dan die Kaag. Al gaat die steeds meer die richting op.
De charade in Den Haag gaat nog onverdroten voort, terwijl Marijke haar kaarsen brandt voor het zielenheil van Bokito. Op de dag dat de Nederlandse volksdemocratie stierf. Want waren de Provinciale Statenverkiezingen eigenlijk niet een volstandig volksreferendum? Buiten de grondwet om, maar volledig constitutioneel? En zei dat Volk niet dat het Rutte IV spuugzat was? Onmiskenbaar? En trekt de Tweede Kamer zich daarvan overduidelijk geen barst aan? Zeker. Terwijl niemand zich met tranen daarbij nederzet. Allemaal in de Goede Week. Te veel om op een dag te verwerken. Dus zal ik u besparen wat er met mij loos is. Ik draag mijn lot met de dapperheid die Wobke Hoekstra al lang niet meer kan opbrengen. Niet die van de man die Bokito was. Maar van mij had ook niemand dat ooit verwacht. Vraag maar aan Marijke.