Coalitie

Thorbecke voorspelde dat de vorming van politieke partijen het staathuishoudkundig debat zou verplaatsen naar de schemerruimten van de achterkamertjes waar belangen zouden wordt beslecht die het daglicht niet konden verdragen. Zijn grondwetswijziging was gebaseerd op twee werkhypotheses. De eerste was dat de ambtelijke uitvoeringen van de staatstaken volkomen moreel en ethisch neutraal konden geschieden. Dat zou moeten gebeuren door apolitieke technocratisch optimaal geschoolde ambtenaren. De staat zou in godsdienstig opzicht areligieus en zonder ideologie die uitvoering moeten borgen. Efficiënt. Voor de beste prijs. Transparant. Onvoorwaardelijk verantwoordbaar. Jegens de volksvertegenwoordiging. Geen bevoegdheid zonder die verantwoordelijkheidsverplichting. Die zou haar culminatie vinden in de strafrechtelijke en staatsrechtelijke aansprakelijkheid van ministers.

De tweede werkhypothese was dat dat alles voortdurend zou geschieden in volstrekte openbaarheid. Als de volksvertegenwoordiging die openheid verlangde, dan zou dat moeten gebeuren zonder dat de regering zou mogen wegduiken achter enig schimmig staatsbelang. Thorbecke had immers gezien wat Willem I had kunnen uithalen door steeds maar te refereren aan enig staatsgeheim. 2200 miljoen Rijnlandse guldens had die monarch erdoor gedraaid en boekhoudkundig was niet meer te traceren hoe hij dat geflikt had. Daarom kromden zich de ruggen van de middenklassers onder steeds toenemende accijnzen. Dat zou de economie van Nederland tot 1890 significant blijven afremmen.

Zou nu, zoals die Kuyper wilde, de echte volksleiding van parlementaire fracties zich buitenparlementair mogen verschansen, dan zou van dat dwingend publiciteitsprincipe niets meer overblijven. Je kunt iedere niet-belijdende de toegang immers weigeren tot preektuin en consistorie. Coalitievorming tussen katholieken en protestanten zou dus voor het stelsel-Thorbecke moordend zijn. Want de katholieken zouden hun politieke leiding immers gaan zoeken bij hun nationale episcopaat, de gemijterden te Utrecht verenigd in hun diocesaan overlegapparaat. Thor wist dat de katholieken en protestanten nog altijd de volksmeerderheid konden vormen als een leeftijdsgrens het kiesrecht zou effectueren. Zoals ook in 1918 gebeurde. Die coalitie van confessionelen zou dan de dienst uitmaken buiten de volksvertegenwoordiging om. Omdat confessionaliteit niets te maken heeft met een demografisch gedefinieerde stemwijzer.

Zo is het dan ook precies gegaan. In 1918 treedt het eerste volledig geconfessionaliseerde kabinet Ruys de Beerenbrouck aan en vanaf dat moment kan een kabinet zich steeds weer aan iedere verantwoordingsplicht onttrekken met een beroep op een volatiel staatsbelang of staatsgeheim. In 1901 had het kabinet-Kuyper dat al geprobeerd. Dat was toen, omdat de liberale tegenmacht destijds nog groot was geweest in de Tweede Kamer, geheel mislukt. Op het nippertje. Omdat de liberalen zich mét de socialisten en de vrijzinnig democraten toch in één front opstelden tegen de geestdrijverijen van Kuyper die zich niet ontzag lintjes — koninklijke onderscheidingen – te verkopen voor private subsidies aan gereformeerde of protestantse projecten. Buiten iedere ministeriële aansprakelijkheid om. Het deugde niet. Maar Kuyper kwam er mee weg.

In 1922 gaan nu de katholieken zich óók bij dat soort corruptieve transacties aansluiten — de ondeskundig beheerde rooms-katholieke Hanzebanken kunnen op deze wijze hun faillissement afwentelen op ’s lands schatkist – omdat de katholieke fractie aanwijzingen krijgt van het episcopaat. Dat vindt dat de Rooms-Katholieke Staatspartij een belangenorganisatie is voor de middenstand van roomsen huize. Dat ontkent het glashard. Natuurlijk. Maar tegenwoordig komen de dagboeken van politici in de openbaarheid waaruit onmiskenbaar blijkt dat aartsbisschop Van de Wetering Ruys en zijn minister van sociale zaken Piet Aalberse stomweg voor het blok zet. Religie is uiteindelijk geen houdbaar staatkundig fermentatiepunt.  Maar je kunt het lang volhouden. Tot 1966 lukt dat in Nederland. Weet u nog? De “Nacht van Schmelzer”.  Door de Nederlandse Televisie Stichting integraal uitgezonden. Ach, nee. Dat staat u niet voor ogen. Ik word oud. Ik zat er in mijn pyjama bij. En keek mijn ogen uit. Dat was beter dan Koko en Knorrepot.