Dagen van olim

Kijk je naar de verschillende foto’s van het pas opgeleverde Benoordenhout 1930-1940, dan zie je een rustige welgeordende burgerlijke samenleving. Iedereen heeft werk. Veel ambtenaren. Met het prestige van het staatsambt. Het is nog de tijd van het wettelijk voorgeschreven ambtsuniform voor de vastaangestelde ambtenaar met tekenbevoegdheid voor de minister, namens deze. De hoofdcommies, de referendaris in zijn diversiteit van klassen, de administrateur, de directeur. De wet geeft hen hun uniformering op officiële staatsfeestdagen nauwkeurig op. De garnering van de manchetten. De commies met zijn bleekblauwe zijden eikenbladeren tot op het manchetboord. De staande kraag met spiegels van dien. De schouderpassanten met verloop naar het rugpand met drie bronzen knopen met rijksleeuw. De zakkleppen, belegd met diezelfde lichtblauwe eikenbladeren en de smalle bies over de linkerbuitenkant van de pantalon. Waar ook het blikkerige degentje wordt afgehangen met een stalen stootplaat.

De aangestelde moet het costuum zelf betalen en geen millimeter afwijken van het koninklijk costuumbesluit voor rijksambtenaren. Komt hij met Koninginnedag op 31 augustus op het Schevenings Wandelhoofd in het plichtmatig uniform dan kijkt zijn chef, die gezeten is op de banken in het midden van de wandelallee heel oplettend naar dat garnituur, het laken, de lis op de steek en de bepluiming met een zwarte paardenharen rand van dat hoofddeksel. De chef moet eerbiedig gegroet. Deze zelf, gezeteld in hoogheid, knikt even. De echtgenote veinst de commies niet te zien, diens gade maakt de voorgeschreven korte knicks. Heeft de commies, God verhoede, een zilveren lis gedragen, dan wordt hij de andere werkdag gekapitteld.

De referendaris, op zijn beurt, licht goud-gegalonneerd op kraag en passanten, staat reverent op als de administrateur nadert, de degen wat onhandig kletsend tegen de zwarte enkele, maar dubbelzijdig, bebiesde pantalon. Zijn epée-gevest is al van ivoor gevat in verguld. De kwast deint parmantig in de bries als de meerdere het hoofd niet onwelwillend neigt tot wedergroet. Witte pantalons komen straks. Niet voor énen. Minister Colijn komt wel eens met zijn collega van Oorlog vóór die tijd. Maar dan moet dominee het niet eindeloos lang gemaakt hebben en dan moet ook Majesteit verstek hebben laten gaan, ook al werd haar heil en zegen sonoor toegebeden terwijl het orgel statig intoneerde.

De behuizingen in dat Benoordenhout zijn gebouwd naar die ambtelijke rangen. De directeur-generaal van Economische Zaken, Hirschfeld, woont aan de Breitnerlaan op nummer 42, vlak vóór de inham waar nu nog alleen maar miezerige boompjes staan. Hij woont daar met zijn zus. Hij is een jood. Dat is onbespreekbaar. Dus weet iedereen het. Erger nog: hij is een homofiel. Maar toch heeft hij, speciaal op last van Hitler, het grootkruis van de Gouden Duitse Adelaar gekregen dat hij op zijn ambtsuniform vol mag dragen. Om de nek met het bijbehorend placcaat links op de gegalonneerde borst. Het heeft in de nette kranten gestaan. Minister Funk heeft Hirschfeld uitbundig geprezen. De rijksminister van Duitsland heeft gewezen op de onuitsprekelijke verdiensten van deze topambtenaar in Holland.

Niettemin gonst het van de geruchten dat Hirschfeld betrokken is bij een sexschandaal tussen gelijkgeslachtelijken. Nog wel in dat deftige Benoordenhout. De affaire-Ries, plaatsvervangend thesaurier-generaal, brengt menigeen in benarde opspraak, óók in deze onberispelijke wijk. Het heeft iets te maken met de hardnekkige gouden-standaardpolitiek die Colijn heel lang heeft voortgezet tegen beter weten in. Daardoor is onevenredig veel goud kunnen vloeien naar de Duitse rijksbank. Die toch al zat te springen om dekking voor waanzinnige bewapingsaankopen. De topambtenaren in het Benoordenhout weten er alles van. Het kabinet kwam in moeilijkheden. Het ruist in de bomen van het Hoytemaplein waar de vrouwen van deze belangrijke mannen hun zuinige inkopen doen. Die ze thuis laten bezorgen, ook het onsje metworst, dat voor de daghit heet te zijn. Houd dat in het oog, wanneer u deze welgedane, zelfgenoegzame en harmonieuze opname ziet van dat Hoytemaplein in die dagen van olim.